Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0951/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Doelstelling 2-gebied Hainaut.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0951/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Doelstelling 2-gebied Hainaut.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0951/00

van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie

(29 maart 2000)

Betreft: Doelstelling 2-gebied Hainaut

De toekenning van Doelstelling 2-steun aan de Waalse provincie Hainaut leidt tot de delocalisatie van ondernemingen die reeds jarenlang zijn gevestigd in de aangrenzende provincie West-Vlaanderen. De betrokken bedrijfsleiders erkennen dat de verhuizing van hun activiteiten naar Hainaut volledig afhankelijk is van het al dan niet verwerven van Doelstelling 2-subsidies. Indien de bedrijfsleiders geen Europese steun krijgen, blijven ze actief in West-Vlaanderen. Om in aanmerking te komen voor deze subsidies moeten ze een maatschappelijke zetel hebben in Hainaut.

1. Hoeveel en welke aanvragen werden sinds 1 januari 2000 ingediend voor Doelstelling 2-ondersteuning van nieuwe economische activiteiten in Hainaut?

2. Wanneer en waar werden de maatschappelijke zetels van deze ondernemingen geregistreerd?

3. a) Hoeveel van deze ondernemingen waren in het verleden actief in de provincie West-Vlaanderen?

b) Hoeveel van deze ondernemingen zijn actief in de provincie West-Vlaanderen?

4. Wordt de betrokken ondernemingen uitdrukkelijk gevraagd of hun delocalisatie van West-Vlaanderen naar Hainaut afhankelijk is van het al dan niet toekennen van Doelstelling 2-steun?

a) Zo ja, hoeveel West-Vlaamse bedrijfsleiders verkiezen zonder Doelstelling 2-steun activiteiten te ontplooien in Hainaut?

b) Zo neen, zal de Commissie de bedrijfsleiders alsnog vragen in hoeverre hun delocalisatie afhankelijk is van Doelstelling 2-steun?

5. Is de Commissie bereid maatregelen te nemen om de delocalisatie van West-Vlaamse ondernemingen naar Hainaut te voorkomen?

a) Zo ja welke?

b) Zo neen, waarom niet?

Aanvullend antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(22 januari 2001)

In de programmeringsperiode 2000-2006 ontvangt de Waalse provincie Henegouwen steun uit de Structuurfondsen in het kader van doelstelling 1, en niet in het kader van doelstelling 2.

Hiertoe heeft de Commissie het door de gewestelijke autoriteiten ingediende enkelvoudig programmeringsdocument (EPD) op 15 mei 2000 goedgekeurd. Een task-force die vertegenwoordigers van de betrokken overheidsdiensten, hoogleraren, vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties en een externe adviseur omvat, zal ermee worden belast de in het kader van deze nieuwe programmering ingediende projecten te onderzoeken.

De maatregel inzake de toekenning van investeringssteun is een van de belangrijkste maatregelen van dit EPD, maar het is nog te vroeg om te kunnen zeggen hoeveel ondernemingen ervan zullen profiteren, laat staan om precies te kunnen aangeven hoeveel nu in West-Vlaanderen gevestigde ondernemingen hun maatschappelijke zetel naar Henegouwen zouden kunnen overbrengen.

In de programmeringsperiode 1994-1999 bestond de maatregel inzake de toekenning van investeringssteun uit twee regelingen: steunverlening voor de oprichting van ondernemingen (ACE) en steunverlening voor de uitbreiding van ondernemingen (AIDE). Volgens de beschikbare statistieken heeft een vijftigtal ondernemingen uit Vlaanderen van een van deze twee steunregelingen geprofiteerd. Dat komt neer op ongeveer 7 % van het totale aantal investeringsprojecten waarvoor in het kader van doelstelling 1 steun is verleend.

Deze door het Waals gewest verstrekte statistische gegevens hebben uitsluitend betrekking op de steunverlening waarvoor het toekenningsbesluit is genomen in de periode 1995-1999. Het gaat daarbij om diverse vestigingsplaatsen in Henegouwen, maar de plaatsen die het vaakst in het overzicht voorkomen, zijn Moeskroen, Doornik en Komen.

De bevoegde gewestelijke autoriteiten hebben nog niet alle recente gegevens verzameld die nodig zijn om de vraag van het geachte parlementslid over de vroegere en de huidige activiteiten van de betrokken ondernemingen uit Vlaanderen te kunnen beantwoorden.

De Commissie noch het Waals gewest heeft een onderzoek ingesteld naar de beweegredenen van de ondernemingen die investeringssteun hebben aangevraagd en hun maatschappelijke zetel in de provincie Henegouwen hebben gevestigd om die steun te kunnen ontvangen. De Commissie is niet voornemens een dergelijk onderzoek te verrichten.

De Commissie heeft tot taak erop toe te zien dat de door gewestelijke of nationale overheden ingestelde regelingen voor de toekenning van investeringssteun in overeenstemming zijn met de mededingingsregels van het EG-Verdrag. Voorts gaat de Commissie bij de onderhandelingen over de programma's na of de ontwikkelingsplannen stroken met de algemene richtsnoeren die zij de lidstaten heeft voorgesteld.

Wat het algemene vraagstuk van de verplaatsing van bedrijven betreft, verzoekt de Commissie het geachte parlementslid kennis te nemen van de antwoorden die zijn gegeven op de schriftelijke vragen E-1396/99 van mevrouw Keppelhoff-Wiechert(1), E-1446/99 van de heer Meijer(2), P-1805/99 van mevrouw Figueiredo(3) en P-1706/00 van mevrouw Randzio-Plath(4).

(1) PB C 170 E van 20.6.2000.

(2) PB C 203 E van 18.7.2000.

(3) PB C 219 E van 1.8.2000.

(4) PB C 81 E van 13.3.2001, blz. 75.