SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1006/00 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Levering van tonijnfilet aan de Europese tonijnconservenindustrie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1006/00 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Levering van tonijnfilet aan de Europese tonijnconservenindustrie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1006/00
van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie
(31 maart 2000)
Betreft: Levering van tonijnfilet aan de Europese tonijnconservenindustrie
De Raad van ministers van Visserij van 17 december 1999 heeft in het kader van de nieuwe GMO voor de periode 2001-2003 besloten tot de opening van een contingent van 4 000 ton uit derde landen tegen een tarief van 6 %.
Verder heeft de Commissie in de ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en Mexico voor het derde kwartaal van 2001 toegezegd de mogelijkheid te zullen overwegen een contingent voor tonijnfilet uit Mexico te openen.
Is in het contingent van 4 000 ton tegen een tarief van 6 % dat voor de periode 2001-2003 wordt geopend, het eventuele contingent voor tonijnfilet uit Mexico reeds inbegrepen of komt het aan Mexico toe te kennen contingent bovenop het aan derde landen toegekende contingent van 4 000 ton?
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(5 juni 2000)
Om verenigbaar te zijn met de normen van de Wereldhandelsorganisatie (WTO), moeten de autonome tariefcontingenten die de Gemeenschap heeft geopend voor de bevoorrading van de verwerkingsindustrie erga omnes worden toegepast en derhalve toegankelijk zijn voor alle derde landen. De tariefconcessies die onder een vrijhandelsovereenkomst vallen zoals de overeenkomst die tussen de Gemeenschap en Mexico is gesloten, gelden daarentegen, op grond van artikel XXIV: 8 (b) van de Algemene Overeenkomst voor Tarieven en Handel (GATT) alleen voor de betrokken preferentiële partner. Hieruit volgt dat terwijl Mexico wel kan profiteren van de autonome tariefcontingenten van de Gemeenschap, andere derde landen niet kunnen profiteren van de tariefconcessies die de Gemeenschap in het kader van de vrijhandelsovereenkomst aan Mexico heeft verleend.
Het autonome tariefcontingent van 4 000 ton tonijnfilet tegen een tarief van 6 % dat onlangs goedgekeurd is door de Raad, kan dus ook door Mexico worden gebruikt. De Gemeenschap zal zich ook dienen te houden aan de verplichting die in het kader van de handelsovereenkomst tussen de Gemeenschap en Mexico is aangegaan, en derhalve besprekingen moeten entameren tussen nu en 1 september 2001, zodat kan worden onderzocht op welke wijze een tariefcontingent voor dit soort producten kan worden geopend in het kader van een preferentiële regeling.
Overigens zij het geachte parlementslid eraan herinnerd dat de handelsconcessies waarover reeds overeenstemming met Mexico is bereikt met betrekking tot de visserijsector, alsmede eventuele toekomstige concessies, behoren bij een overeenkomst die zal leiden tot een aanzienlijke toename van de bilaterale handel in alle sectoren, waarvan zowel Mexico als de Gemeenschap zullen profiteren, dus ook Spaanse bedrijven.