Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1035/00 van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie. WTO.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1035/00 van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie. WTO.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1035/00

van Ulla Sandbæk (EDD) aan de Commissie

(4 april 2000)

Betreft: WTO

Enkele ontwikkelingslanden hebben grote moeite om hun verbintenissen uit de Uruguayronde na te komen. Verbintenissen bijvoorbeeld inzake het bepalen van de douanewaarde en de intellectuele eigendom vergen immers snelle toepassingssystemen die de geïndustrialiseerde landen al jarenlang ontwikkelen en aanzienlijke kosten met zich brengen.

Zal de EU positief reageren op verzoeken om de termijn voor de naleving van deze overeenkomsten te verlengen?

Antwoord van de heer Lamy namens de Commissie

(17 mei 2000)

De Overeenkomst inzake de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (TRIPs) heeft minimumrechten vastgesteld voor de houders van rechten, inclusief op het gebied van de handhavingsmechanismen, gebied waarbij overheidsinstanties rechtstreeks zijn betrokken.

Er zijn overgangsperioden overeengekomen teneinde alle leden van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in staat te stellen te zorgen voor de nodige met de TRIPs verenigbare regelgeving. 1 januari 2000 was de datum waarop de ontwikkelingslanden die lid van de WTO zijn en de leden aan welke een overgangsperiode was toegestaan, moesten voldoen aan hun verplichtingen voortvloeiende uit de TRIPs-Overeenkomst. De minstontwikkelde landen die lid van de WTO zijn, kunnen profiteren van een overgangsperiode tot 1 januari 2006.

Op het specifieke gebied van de douane zijn zowel de ontwikkelde als de ontwikkelingslanden doende de douaneprocedures te vereenvoudigen en te moderniseren om de grenscontrole en grensregelgeving inzake handhaving te verbeteren. De grensregelgevingsmaatregelen van de TRIPs-Overeenkomst introduceren moderne handelbevorderende douanetechnieken en stellen de douane in staat hun middelen te concentreren op betere opsporing van verboden goederen of goederen waarop beperkingen rusten, zoals goederen die inbreuk maken op intellectuele eigendomsrechten (IPR).

Ter vergemakkelijking van de tenuitvoerlegging door de ontwikkelingslanden en de minstontwikkelde landen van de TRIPs-Overeenkomst, inclusief grensregelgevingsmaatregelen inzake handhaving, verlenen de ontwikkelde landen technische en financiële samenwerking. Dit omvat mede bijstand bij de opstelling van intellectuele eigendomsrechten en wet- en regelgeving inzake handhaving. Ook omvat het steun ter versterking van nationale bureaus, inclusief de opleiding van personeel. De ontwikkelingslanden werden in de gelegenheid gesteld in deze om bijstand te verzoeken in het kader van het gezamenlijk initiatief tot technische samenwerking van de WTO en de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO).

Het standpunt van de Commissie is dat de overgangsperioden voor ontwikkelingslanden niet moeten worden verlengd, aangezien zij een essentieel onderdeel van de Uruguay Ronde-onderhandelingen vormden, maar dat bijstand en internationale samenwerking in het kader van een geheel van handelsbevordering moeten worden verhoogd.

Anders dan voor de situatie ten aanzien van de TRIPs-Overeenkomst geldt, waren er evenwel voor de douanewaardebepaling vele verzoeken om over meer tijd voor de tenuitvoerlegging te kunnen beschikken. Anders dan voor de TRIPs-Overeenkomst geldt, wordt in de Overeenkomst inzake de bepaling van de douanewaarde, die weliswaar pas vanaf 2000 van toepassing is, expliciet erkend dat sommige landen extra tijd nodig kunnen hebben. De Gemeenschap toonde zich soepel bij het toekennen van extra tijd voor de tenuitvoerlegging en bevindt zich in de voorste gelederen van de WTO-leden die bereid zijn technische bijstand te bieden om ontwikkelingslanden in de aanvullende overgangsperiode de overeenkomst te helpen uitvoeren. De Gemeenschap stelt zich eveneens soepel en welwillend op ten aanzien van andere terreinen waarop afzonderlijke landen uitvoeringsproblemen kunnen hebben, zoals op dat van de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van investeringsmaatregelen (TRIMs) en dat van de

Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen en heeft, tezamen met de Verenigde Staten, Japan en Canada, voorstellen gedaan voor de toekenning van verlengingen per geval, wanneer landen een uitvoeringsplan indienen dat de Gemeenschap, waar nodig, via de verlening van bijstand zal steunen.