Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1342/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. FIA-dossier en DG Concurrentie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1342/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. FIA-dossier en DG Concurrentie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1342/00

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(4 mei 2000)

Betreft: FIA-dossier en DG Concurrentie

In februari jl. kregen de leden van het Europees Parlement van de internationale automobielfederatie FIA een dossier toegestuurd over de allesbehalve transparante relatie tussen het directoraat-generaal Concurrentie en de FIA. Bij het dossier ging ook een kopie van een brief van 1 februari 2000 aan de bevoegde Commissaris, waarin deze officieel om zijn standpunt werd verzocht over vier punten.

Om meer transparantie te waarborgen in de betrekkingen tussen sommige diensten waarover veel geroddeld wordt en de diverse sectoren, en om het publiek correct te informeren, zou ik de Commissie willen vragen:

1. is zij op het verzoek van de FIA ingegaan;

2. zo ja, kan zij de inhoud van haar antwoord bekendmaken;

3. zo niet, waarom heeft zij geen gevolg gegeven aan de klacht;

4. wanneer zal zij de nodige besluiten nemen om transparantie en correctheid te waarborgen, iets waar van alle zijden op was aangedrongen bij het ontslag van de vorige Commissie?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(8 juni 2000)

De vragen van het geachte parlementslid hebben betrekking op een onderzoek dat nog loopt.

Wat parlementaire vragen over lopende zaken betreft, verwijst de Commissie het geachte parlementslid naar de brief van 28 januari 1999 van het voormalige Commissielid dat belast was met concurrentie aan de voormalige voorzitter van de Commissie economische en monetaire zaken en industriebeleid van het Parlement. In deze brief heeft het Commissielid uiteengezet dat alleen beperkte, algemene en niet-vertrouwelijke informatie kan worden verstrekt over nog lopende zaken.

De antwoorden van de Commissie op de vragen van het geachte parlementslid luiden als volgt:

1. Ja, de Commissie heeft geantwoord op de open brief van de internationale automobielfederatie (FIA) van 1 februari 2000.

2. Het met Concurrentie belaste Commissielid heeft onmiddellijk na de bekendmaking van de brief van de FIA een verklaring afgelegd, waarin hij erop wees dat het grootste deel van de kritiek op het gedrag van de Commissie was gebaseerd op gebeurtenissen die al in december 1997 hebben plaatsgevonden en waarover het Gerecht van eerste aanleg op 6 december 1999 een beschikking heeft gegeven, nadat de FIA een schadeclaim tegen de Commissie had ingetrokken.

Hij zei ook dat de kritiek van de FIA zich, evenals in het verleden, richtte op het gedrag van één bepaalde ambtenaar. Dergelijke kritiek is in het verleden geheel ongegrond gebleken. Het Commissielid verklaarde dat de nieuwe kritiek al aanleiding was geweest voor een intern onderzoek, waaruit was gebleken dat de kritiek ook deze keer ongegrond was.

3. Zie punt 2 voor het antwoord van de Commissie op de open brief van de FIA van 1 februari 2000.

4. In dit geval heeft de Commissie al het nodige gedaan om de transparantie en een correcte afhandeling te waarborgen. Daarbij heeft zij met name het publiek over alle belangrijke ontwikkelingen in deze zaak geïnformeerd, bijvoorbeeld via de bekendmaking van 27 november 1997 waarin een overzicht werd gegeven van de aangemelde overeenkomsten, het persbericht van 29 juni 1999 over de bezwaren van de Commissie en de verklaring van de woordvoerder van 5 mei 2000 over de opschorting van de hoorzitting en de schikkingsbesprekingen met de FIA.