Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1348/00 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Institutionele hervorming.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1348/00 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Institutionele hervorming.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1348/00

van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie

(4 mei 2000)

Betreft: Institutionele hervorming

Het verslag over de hervorming van de Europese Commissie vormt een eerste belangrijke stap in het streven verbetering te brengen in de incompetentie en corruptie die onder een minderheid van het

personeel van de Commissie heersen en ik kan de Commissie alleen maar feliciteren met haar moed om het hoofd te bieden aan de machtige vakbonden van de fonctionnairs. Maar zou het geen goed idee zijn als de personen aan de top van de structuur van de Commissie (d.w.z. de Commissarissen zelf) een goed voorbeeld voor hun personeel zouden stellen door bijvoorbeeld dezelfde strikte prestatiedoeleinden te accepteren als hun werknemers en zichzelf aan een jaarlijkse evaluatie te onderwerpen?

Wat denkt de Commissie bijvoorbeeld van mijn voorstel dat iedere Commissaris eenmaal per jaar met het Parlement een ontmoeting heeft, die gewijd is aan een diepgaande en openhartige wederzijdse analyse van hun eigen prestaties en die van hun DG's?

Kan de Commissie verder mededelen of de Commissarissen ermee instemmen dat, om der wille van de gelijkheid, zij zelf aan dezelfde tuchtprocedures worden onderworpen als hun personeel, waarbij in de meest extreme gevallen aan onder de maat blijvende Commissarissen een andere taak kan worden toegewezen, net zoals dat het geval is voor hun personeel?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(26 juni 2000)

De rechtsgrondslag voor de personeelsbeoordeling is artikel 43 van het Statuut, waarin bepaald is dat voor iedere ambtenaar ten minste om de twee jaar een periodiek beoordelingsrapport wordt opgesteld. Dit geldt voor ambtenaren en andere personeelsleden van de Gemeenschappen, met uitzondering van de ambtenaren in de rangen A1 en A2. Voor deze laatste rangen wordt in het in maart gepubliceerde witboek betreffende de administratieve hervorming van de Commissie voorgesteld een apart beoordelingssysteem in te voeren (COM(2000) 200, Hoofdstuk IV.2, blz. 11).

In tegenstelling tot het personeel dat onder artikel 43 valt, dragen de leden van de Commissie een politieke verantwoordelijkheid die is vastgelegd in het Verdrag en die niet binnen de werkingssfeer van het Statuut valt.

Alle commissarissen wonen bereidwillig en regelmatig veel vaker dan eenmaal per jaar vergaderingen van commissies van het Europees Parlement bij om de doelstellingen en de resultaten van hun activiteiten op het gebied waarvoor ze politiek verantwoordelijk zijn te bespreken en er verantwoording over af te leggen.

Zoals het geachte parlementslid wellicht weet, zijn momenteel onderhandelingen aan de gang over een nieuwe interinstitutionele overeenkomst inzake wederzijdse betrekkingen, en zullen de politieke betrekkingen tussen het Parlement en de Commissie worden opgenomen in een overeengekomen kader.

Op grond van artikel 160 (ex artikel 130c) van het EG-Verdrag kunnen Commissieleden die niet meer aan de eisen voor de uitoefening van hun ambt voldoen of op ernstige wijze zijn tekortgeschoten, van hun ambt ontheven worden verklaard. Bovendien heeft elk lid van de huidige Commissie er zich tegenover de voorzitter toe verbonden ontslag te nemen indien deze daarom zou verzoeken.