Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1516/00 van Heidi Hautala (Verts/ALE) aan de Commissie. Het beginsel van openbaarheid bij de verdeling van steun uit de structuurfondsen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1516/00 van Heidi Hautala (Verts/ALE) aan de Commissie. Het beginsel van openbaarheid bij de verdeling van steun uit de structuurfondsen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1516/00

van Heidi Hautala (Verts/ALE) aan de Commissie

(12 mei 2000)

Betreft: Het beginsel van openbaarheid bij de verdeling van steun uit de structuurfondsen

Uit een Fins proefschrift, dat in januari 2000 aan de Universiteit van Jyväskylä is verdedigd, blijkt dat de verdeling van steun die is toegekend uit de structuurfondsen van de Europese Unie op provinciaal niveau op ondemocratische wijze en in strijd met het principe van openbaarheid geschiedt. Het onderzoek toont aan dat over de verdeling van de middelen wordt besloten door een kleine elite, die vooral voor zichzelf zorgt. Tevens bemoeilijkt de strikte interpretatie van bedrijfsgeheimen door het Finse Ministerie van handel en industrie de verwezenlijking van het beginsel van openbaarheid.

Hoe wil de Commissie de toepassing van het beginsel van openbaarheid bij de verdeling van structuurfondsmiddelen bevorderen? Gaat de Commissie maatregelen nemen tegen de gebrekkige controle op de verdeling van de middelen, zodat het systeem doorzichtig en democratisch wordt?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(20 juni 2000)

In artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1), wordt bepaald dat de Commissie volgens doorzichtige procedures indicatieve verdelingen van de vastleggingskredieten over de lidstaten vaststelt voor de programmering van doelstelling 1, 2 en 3 van de Structuurfondsen. In hetzelfde artikel wordt aangegeven op basis van welke criteria deze verdelingen moeten worden gerealiseerd voor elke doelstelling.

Een verklaring van de Commissie betreffende artikel 7 is als bijlage opgenomen bij de notulen van de Raad voor Algemene Zaken gevoegd waarin bovengenoemde verordening, na instemmend advies van het Parlement, is goedgekeurd. In deze verklaring wordt gedetailleerd beschreven welke methode de Commissie hanteert om de aan elk van de drie doelstellingen toegekende vastleggingskredieten over de lidstaten te verdelen.

Bovengenoemde verordening verleent de Commissie geen bevoegdheid om de toegekende kredieten te verdelen over de regio's of zones die binnen een lidstaat onder doelstelling 1 of 2 vallen.

Bij de bespreking van enkelvoudige programmeringsdocumenten of operationele programma's dient de Commissie er evenwel op toe te zien dat de kredieten vooral worden toegewezen aan regio's of zones waar de situatie economisch het moeilijkst is.

Bovendien heeft de Commissie ter indicatie aan alle lidstaten voorstellen toegezonden voor de verdeling van de kredieten van doelstelling 1 en 2 over de betrokken regio's of zones. Deze voorstellen zijn gebaseerd op de methoden die de Commissie heeft gehanteerd om de kredieten voor elk van deze twee doelstellingen over de lidstaten te verdelen.

De Commissie zendt de voorstellen met betrekking tot Finland rechtstreeks aan het geachte parlementlid en aan het secretariaat-generaal van het Parlement.

(1) PB L 161 van 26.6.1999.