Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1615/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Harmonisatie van de rechten van literaire vertalers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1615/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Harmonisatie van de rechten van literaire vertalers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1615/00

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(29 mei 2000)

Betreft: Harmonisatie van de rechten van literaire vertalers

De Italiaanse nationale schrijversbond, die is aangesloten bij het EWC (European Writers' Congress), heeft zijn ongenoegen kenbaar gemaakt over de bijzondere situatie van literaire vertalers, die contractueel verplicht zijn al hun rechten voor twintig jaar over te dragen aan hun uitgevers, in ruil voor een forfaitair bedrag per titel, dat overeenkomt met ongeveer de helft van de bedragen die in Europa gebruikelijk zijn. Ook komen literaire vertalers in Italië ook al voorziet de Italiaanse wet op het auteursrecht uit 1941 o.a. in een dergelijke regeling niet in aanmerking voor een financiële vergoeding voor de diverse manieren waarop van hun vertaling gebruik kan worden gemaakt, hetgeen in strijd is met een aanbeveling van de Raad van Europa van december 1993, volgens welke une rémunération qui tienne compte de la carrière commerciale ultérieure de l'ouvrage traduit noodzakelijk wordt geacht. De uitgevers maken evenwel stelselmatig gebruik van alle uitzonderingen waarin de wet voorziet om vertaalcontracten (in de zin van auteurscontracten zoals bedoeld in artikel 4 van de bovengenoemde wet) om te zetten in contracten voor de levering van werken, hetgeen volledig in het nadeel van de zwakste partij uitvalt. Deze oneerlijke praktijk behoort in Europa al lang tot het duistere verleden. Het laatste land dat zich aan de in Europa gangbare situatie heeft aangepast is Spanje. In Italië bestaat deze voor literaire vertalers discriminerende praktijk echter nog steeds.

Kan de Commissie in dit verband mededelen:

1. Welk standpunt zij te dien aanzien inneemt?

2. Of zij ook niet van mening is dat Italië in strijd handelt met de beginselen die zijn vervat in de richtlijn betreffende het auteursrecht in de informatiemaatschappij?

3. Welke stappen zij denkt te ondernemen om harmonisatie van de Italiaanse situatie met de Europese wetgeving te bevorderen, zodat er eindelijk een oplossing komt voor deze abnormale toestand en de literaire vertalers in Italië eindelijk recht wordt gedaan?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(5 juli 2000)

De Commissie dankt de geachte afgevaardigde voor de informatie over de vergoeding aan literaire vertalers in Italië.

Om te beginnen wil de Commissie eraan herinneren dat literaire vertalers in de zin van de Internationale Conventie van Bern en de communautaire richtlijnen beschouwd worden als auteurs en zich dus kunnen beroepen op de rechten en verplichtingen die voor deze categorie rechthebbenden gelden.

Vervolgens zij opgemerkt dat het acquis communautaire inzake auteursrechten en naburige rechten nog geen harmonisatie behelst van de in de lidstaten geldende contractuele regels en de op de rechthebbenden van toepassing zijnde voorwaarden voor de financiële vergoeding. Het staat de lidstaten dus vrij hun eigen voorschriften in dezen te hanteren.

Het acquis communautaire kan echter wel bepaalde aanwijzingen geven omtrent de te volgen handelwijze. Zo bepaalt artikel 4 van Richtlijn 92/100/EEG van de Raad van 19 november 1992 betreffende het verhuurrecht, het uitleenrecht en bepaalde naburige rechten op het gebied van intellectuele eigendom(1) dat in geval van uitleen of verhuur van werken aan de auteurs een billijke vergoeding moet worden betaald. Wanneer het acquis communautaire een dergelijke vergoeding harmoniseert, wordt niet aangegeven hoe deze vergoeding moet worden uitgekeerd. Niettemin blijkt uit deze richtlijn dat zelfs wanneer in een vaste vergoeding voor de auteur is voorzien, daarbij rekening moet worden gehouden met de commerciële exploitatie van het werk en dat die in geval van een commercieel succes eventueel moet worden verhoogd.

Wat ten slotte het voorstel voor een richtlijn betreffende het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij(2) aanbelangt, dit is niet bedoeld om de contractuele regels zoals die in de wetgevingen van de lidstaten zijn vastgelegd, te harmoniseren.

De Commissie verzoekt de geachte afgevaardigde haar meer informatie over deze kwestie te verstrekken zodat zij kan beoordelen of de huidige situatie in Italië zou kunnen leiden tot verstoringen in de interne markt en eventuele concurrentievervalsing in de behandeling van auteurs op communautair niveau.

(1) PB L 346 van 27.11.1992.

(2) PB C 108 van 7.4.1998.