Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1893/00 van Elisa Damião (PSE) aan de Raad. Openbare dienstverlening.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1893/00 van Elisa Damião (PSE) aan de Raad. Openbare dienstverlening.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1893/00

van Elisa Damião (PSE) aan de Raad

(19 juni 2000)

Betreft: Openbare dienstverlening

Onder het Portugese voorzitterschap heeft de Raad besloten de liberalisering van openbare diensten te bespoedigen, op grond van onderzoeken naar de gevolgen hiervan voor de werkgelegenheid en sociale cohesie.

Nu hebben nog niet alle lidstaten in de diverse sectoren regelgevende organen opgericht.

Ik zou willen weten of de Unie in staat is erop toe te zien:

- dat niemand van openbare dienstverlening wordt uitgesloten;

- dat er is geen sprake zal zijn van buitensporige concentraties die ten koste gaan van de consument of bepaalde lidstaten;

- dat de werkgelegenheid niet aan de belangen van investeerders zal worden opgeofferd?

Antwoord

(23 oktober 2000)

Gememoreerd zij dat artikel 16 van het VEG bepaalt dat gezien de plaats die de diensten van algemeen economisch belang in de gemeenschappelijke waarden van de Unie innemen, alsook de rol die zij vervullen bij het bevorderen van sociale en territoriale samenhang, de Gemeenschap en de lidstaten er, in het kader van hun onderscheiden bevoegdheden en binnen het toepassingsgebied van dit Verdrag, zorg voor dragen dat deze diensten functioneren op basis van beginselen en voorwaarden die hen in staat stellen hun taken te vervullen.

De Raad heeft herhaaldelijk gewezen op het belang ervoor te zorgen dat bij de liberalisering naar behoren rekening gehouden wordt met de verplichtingen inzake openbare dienstverlening in de betrokken sectoren. De Europese Raad van Santa Maria da Feira heeft onlangs nog beklemtoond dat in een dynamische interne markt rekening moet worden gehouden met de belangen en de betekenis van openbare diensten van algemeen belang.

Deze betrokkenheid wordt verder weerspiegeld in het recente, door de Commissie op 30 mei 2000 goedgekeurde voorstel tot wijziging van de postrichtlijn, waarin de noodzaak van handhaving van universele diensten beklemtoond wordt en erop gewezen wordt dat uit prognoses blijkt dat er zelfs bij een eventuele volledige openstelling van de markt in 2007 sprake zal zijn van groei in de totale activiteiten van de leveranciers van de universele dienst. Eenzelfde engagement komt naar voren in de mededeling van de Commissie van 23 mei 2000 over de recente vooruitgang bij de totstandbrenging van de interne

markt voor elektriciteit. In deze mededeling wordt namelijk gesteld dat het nodig is toe te zien en dit is een absolute voorwaarde voor volledige liberalisering op de handhaving en ontwikkeling van de openbare-dienstverleningsnormen en rekening te houden met de gevolgen voor de werkgelegenheid in deze sector.

Garanties tegen ongeoorloofde samenwerking met schadelijke effecten zijn opgenomen in de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, alsook in de daarvan afgeleide Gemeenschapswetgeving. Daarnaast waarborgt artikel 153, lid 2, dat met de eisen ter zake van consumentenbescherming rekening gehouden wordt bij het bepalen en uitvoeren van het beleid en het optreden van de Gemeenschap op andere gebieden.

Onderstreept zij dat artikel 127, lid 2, van het Verdrag waarborgt dat bij de liberalisering rekening gehouden wordt met de doelstelling van een hoog werkgelegenheidsniveau en dat de verwezenlijking van het economisch potentieel van een volledig geïntegreerde en operationele interne markt op deze gebieden een duidelijke weerslag zal hebben op het scheppen van werkgelegenheid.

De hoofddoelstelling van liberalisering, met aandacht voor de specifieke kenmerken van iedere betrokken sector, met inbegrip van relevante geografische aspecten, is te zorgen voor zowel een doeltreffende werking van de interne markt als het welzijn van de consument, alsmede duurzame economische groei te genereren waardoor een hoger niveau van werkgelegenheid kan worden bereikt. De oproep om vaart te zetten achter de liberalisering van de openbare diensten wordt ingegeven door het feit dat de vooruitgang die geboekt is met de openstelling van een aantal openbare nutsbedrijven voor concurrentie, reeds aanzienlijke economische en sociale voordelen opgeleverd heeft, zoals lagere prijzen, innovatieve diensten en, in bepaalde gevallen, nieuwe banen.