Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/00 van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie. Europese automobielmarkt.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/00 van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie. Europese automobielmarkt.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2541/00

van Theresa Villiers (PPE-DE) aan de Commissie

(28 juli 2000)

Betreft: Europese automobielmarkt

Kan de Commissie aangeven wanneer zij haar verslag over het functioneren van de Europese automobielmarkt publiceert?

Kan de Commissie een lijst geven van documenten of mededelingen die tot dusverre zijn verschenen over de herziening van de mededingingsregels die in de Europese automobielmarkt van toepassing zijn?

Is de Commissie van mening dat de vrijstelling van concurrentieregels die de automobielindustrie wordt gegund, met name die welke betrekking hebben op de dealers, prijsverhogend werkt of op enigerlei wijze bijdraagt aan de prijsverschillen tussen:

- het V.K. en het Europese continent,

- de EU en rest van de wereld?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(22 september 2000)

De Commissie bereidt thans een evaluatieverslag voor van Verordening (EG) nr. 1475/95 van 28 juni 1995 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het Verdrag op groepen afzet- en klantenserviceovereenkomsten inzake motorvoertuigen(1), de vigerende groepsvrijstellingsverordening in de automobieldistributie, waarin bijzondere aandacht wordt besteed aan de prijsverschillen tussen de lidstaten en de kwaliteit van de dienstverlening aan de eindgebruikers. Dit evaluatieverslag zal tegen het eind van dit jaar worden gepubliceerd.

De Commissie heeft tot dusver geen enkel document of mededeling over de evaluatie van de huidige groepsvrijstelling uitgegeven en zal dit niet doen voor de goedkeuring en de publicatie van haar evaluatieverslag.

Vele factoren dragen bij tot de prijsverschillen tussen het Verenigd Koninkrijk en de andere lidstaten, onder meer de sterkte van het Britse Pond, en de bijkomende kosten voor de specificatie rechtse besturing van de auto's die in het Verenigd Koninkrijk worden verkocht. Hoge belastingen in sommige lidstaten (zoals Denemarken, Nederland en Finland) zetten de autofabrikanten ertoe aan om hun auto's tegen lagere prijzen te verkopen in deze lidstaten. Die factor kan eveneens hoge prijsverschillen teweegbrengen tussen die lidstaten en het Verenigd Koninkrijk waar geen specifieke belasting wordt geheven over de aanschaf van een auto.

Het evaluatieverslag van de vigerende groepsvrijstelling in de automobieldistributie zal onder meer betrekking hebben op de kwestie van de prijsverschillen en de rol van het huidige distributiesysteem daarin.

Prijsverschillen vormen als dusdanig geen schending van de Europese mededingingsvoorschriften. Het is de taak van de Commissie om ervoor te zorgen dat parallelle handel, een belangrijke factor bij het afbouwen van prijsverschillen, niet wordt belemmerd door concurrentiebeperkende praktijken van autofabrikanten die onverenigbaar kunnen zijn met de communautaire mededingingsvoorschriften. Het Gerecht van eerste aanleg bevestigde in zijn arrest van 6 juli 2000 in de Volkswagen-zaak de beschikking van de Commissie waarin werd vastgesteld dat dergelijke praktijken zeer ernstige inbreuken zijn en een geldboete werd opgelegd. Ambtshalve zijn er verschillende procedures ingeleid tegen andere autofabrikanten. Sommige van die procedures zullen tegen het eind van het jaar worden afgerond.

De Britse Competition Commission heeft recentelijk een uitgebreid onderzoek verricht met betrekking tot de toestand van de Britse markt. De minister van handel en industrie heeft in april 2000 een verslag gepubliceerd en maatregelen aangekondigd die de mededinging in het aanbod en de verkoop van auto's moeten verhogen. Deze maatregelen zullen in de nabije toekomst van kracht worden.

Wat de prijsverschillen tussen de Gemeenschap en de rest van de wereld betreft zal de Commissie overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1475/95 een evaluatieverslag opstellen van de vrijstelling die is verleend met betrekking tot de automobieldistributie in de Gemeenschap. Het onderzoek zal derhalve geen betrekking hebben op de prijsverschillen tussen de Gemeenschap en de rest van de wereld.

(1) PB L 145 van 29.6.1995.