SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2571/00 van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie. Laattijdige betalingen bij de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2571/00 van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie. Laattijdige betalingen bij de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2571/00
van Robert Goebbels (PSE) aan de Commissie
(1 augustus 2000)
Betreft: Laattijdige betalingen bij de Commissie
Het Europees Parlement heeft onlangs definitief het licht op groen gezet voor een nieuwe richtlijn inzake laattijdige betalingen. In de richtlijn wordt een verplichte betalingstermijn van maximum 30 dagen vastgesteld. Na deze termijn wordt achterstalligheidsrente aangerekend.
Vindt de Commissie het niet nodig dat zij de beginselen die zij heeft voorgesteld en aan de lidstaten oplegt meteen zelf toepast?
Vele particuliere ondernemingen beklagen zich erover dat zij soms maanden moeten wachten op de betaling van leveringen aan de instellingen van de Europese Unie en meer bepaald aan de Commissie.
De vertragingen bij de Commissie zijn vooral te wijten aan de veelvuldige controles en de bureaucratische rompslomp die daarmee samenhangt. Dat geldt bijvoorbeeld voor alle communautaire programma's (Phare, Tacis, JOP, ECIP, JEV, enz). De bedrijven die eraan deelnemen worden herhaaldelijk aan allerlei controles onderworpen zonder dat de Commissie de weliswaar officieel ondertekende financieringsovereenkomsten honoreert.
Er is duidelijk sprake van een controleerobsessie, gepaard met een manifeste wil van vele hogere ambtenaren om aan hun verantwoordelijkheid te ontvluchten en de administratieve paraplu open te trekken door zich in te dekken met een groot aantal verzoeken om inlichtingen en aanvullende bewijsstukken, externe audits en de rest van de waaier van bureaucratische spitsvondigheden.
Het hele klimaat is zo verpest dat het een ware nachtmerrie is geworden voor de particuliere bedrijven die met de diensten van de Commissie moeten samenwerken.
Wordt het niet tijd dat de Commissie de grote principes die zij de particuliere sector wil opleggen zelf gaat toepassen, met name op het gebied van de vereenvoudiging van de administratie, de strijd tegen de laattijdige betalingen en de snelle afwikkeling van alle dossiers?
Antwoord van mevrouw Schreyer namens de Commissie
(31 oktober 2000)
In Richtlijn 2000/35/EG van het Parlement en de Raad van 29 juni 2000 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties(1) wordt bepaald dat interest verschuldigd is met ingang van de dag volgend op de datum voor betaling of op het verstrijken van de termijn voor betaling welke zijn vastgesteld in de overeenkomst. Indien er in de overeenkomst geen datum of termijn voor betaling is vastgesteld, is 30 dagen na de ontvangst door de schuldenaar van de factuur of een gelijkwaardig verzoek tot betaling, automatisch zonder aanmaning interest verschuldigd.
In de richtlijn wordt voorts bepaald dat de schuldeiser recht heeft op interest voor betalingsachterstand voor zover hij zijn contractuele en wettelijke verplichtingen heeft vervuld en hij het verschuldigde bedrag niet op tijd heeft ontvangen, tenzij de schuldenaar niet voor de vertraging verantwoordelijk is.
De Commissie past deze regels reeds op haar eigen transacties toe sinds medio 1997, toen zij heeft besloten in haar overeenkomsten een beding op te nemen waarbij voor de uitvoering van betalingen formeel een termijn van ten hoogste 60 dagen wordt vastgesteld en wordt voorzien in de mogelijkheid om op verzoek van de schuldeiser interest voor betalingsachterstand te betalen na het verstrijken van deze termijn.
De Commissie is zich echter bewust van het probleem van de termijnen waarbinnen haar eigen betalingen worden verricht. In juli 2000 heeft zij namelijk een aantal richtsnoeren voor haar diensten vastgesteld die passen in het kader van de doelstellingen die de Commissie zich in het Witboek over de hervorming(2) heeft gesteld. De noodzaak sneller te betalen, is onderkend als een van de middelen om binnen de instelling dienstverlening als cultuur te bevorderen.
Een aantal van deze richtsnoeren hebben ten doel de controle van de prestaties van contractanten te vereenvoudigen. Zo moet er een termijn voor de goedkeuring van een verslag worden vastgesteld en moeten de technische bijlagen bij de overeenkomsten, waarin de door de contractant in de verschillende projectstadia te leveren prestaties worden beschreven, nauwkeurig en op een door beide partijen verifieerbare wijze worden vastgesteld; voorts moeten de financiële bepalingen worden vereenvoudigd en zijn er bij betalingsaanvragen minder bewijsstukken nodig doordat in overeenkomsten waarbij het geheel of gedeeltelijk gaat om de vergoeding van kosten, forfaitaire bedragen worden vastgesteld voor sommige categorieën uitgaven zoals reiskosten.
De Commissie moet echter nagaan of de door haar verrichte betalingen volledig gerechtvaardigd zijn. Daarom moet zij alle betalingsaanvragen controleren die zij ontvangt.
(1) PB L 200 van 8.8.2000.
(2) COM(2000) 200 def.