SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3204/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Raad. Burgerlijke vrijheden in Saoedi-Arabië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3204/00 van Chris Davies (ELDR) aan de Raad. Burgerlijke vrijheden in Saoedi-Arabië.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3204/00
van Chris Davies (ELDR) aan de Raad
(16 oktober 2000)
Betreft: Burgerlijke vrijheden in Saoedi-Arabië
Kan de Raad naar aanleiding van rapporten over mensenrechtschendingen in Saoedi-Arabië meedelen hoe hij gedurende multilaterale gesprekken met dit land de kwestie van de burgerlijke vrijheden heeft aangepakt?
Antwoord
(8 maart 2001)
De EU moedigt Saudi-Arabië, evenals de andere leden van de Samenwerkingsraad van de Golf (GCC) aan, stappen te ondernemen om de situatie van de burgerlijke vrijheden en de mensenrechten in hun landen te verbeteren en met de VN en de internationale mensenrechtenorganisaties samen te werken. In de tweemaal per jaar plaatsvindende ministeriële vergaderingen met de GCC, maar ook in andere vergaderingen, wordt de kwestie van de mensenrechten altijd door de EU aan de orde gesteld. In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeenschap en de GCC(1) heeft de EU tot nog toe zonder succes voorgesteld op alle niveaus een dialoog over de mensenrechten in te stellen.
Er bestaat sedert 1991 een onderhandelingsmandaat met het oog op de sluiting van een vrijhandelsovereenkomst tussen de Gemeenschap en de GCC. Dit mandaat wordt momenteel bijgewerkt en een desbetreffend voorstel van de Commissie wordt in de loop van de volgende weken ingewacht. In overeenstemming met het mensenrechtenbeleid van de EU ten aanzien van de overeenkomsten met derde landen, zouden de mensenrechten een wezenlijk onderdeel vormen van een dergelijke overeenkomst.
(1) PB L 54 van 25.2.1989, blz. 1.