Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3697/00 van Torben Lund (PSE) aan de Commissie. Visvangst met drijfnetten in de Oostzee.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3697/00 van Torben Lund (PSE) aan de Commissie. Visvangst met drijfnetten in de Oostzee.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3697/00

van Torben Lund (PSE) aan de Commissie

(29 november 2000)

Betreft: Visvangst met drijfnetten in de Oostzee

Uit het antwoord van 16 oktober 2584/00(1) blijkt dat de Europese Commissie bijzonder positief denkt over alle pogingen om walvissen te beschermen en de bijvangst van bruinvissen te beperken, en dat het mij ongetwijfeld bekend is dat de EG-regels al beperkingen voor de omvang van drijfnetten bevatten en vanaf 2002 het gebruik van drijfnetten verbieden, wat het walvisbestand ten goede komt.

Kan de Europese Commissie in het verlengde van haar antwoord meedelen of de visvangst met drijfnetten ook na 20002 nog wettelijk toegelaten blijft op de Oostzee, en of het gebruik van drijfnetten algemeen erkend wordt als een belangrijke oorzaak van de dood van o.a. zeezoogdieren?

Meent de Europese Commissie op grond van de feiten dat het geïsoleerd deelbestand van 1000 à 2000 dieren in de Oostzee beschouwd kan worden als afdoende beschermd?

(1) PB C 113 E van 18.4.2001, blz. 125.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(12 januari 2001)

De onbedoelde invloed van visserijactiviteiten op zeezoogdieren is complex van aard, verschilt van plaats tot plaats, en hangt samen met het gebruikte vistuig en met de visserijpraktijk. De mate waarin onbedoeld zeezoogdieren worden gevangen varieert sterk in ruimte en tijd en hangt onder andere af van het seizoengebonden karakter van de omvang van de zeezoogdierenpopulaties, en van de intensiteit van bepaalde soorten visserij. Daarom kan eenzelfde soort vistuig op verschillende plaatsen op zeer verschillende manieren van invloed zijn op zeezoogdieren.

De Commissie baseert zich bij beslissingen over de te ondernemen actie op de beste beschikbare wetenschappelijke informatie. De Internationale raad voor het onderzoek van de zee is het wetenschappelijke forum dat advies geeft over de Oostzee, en op dit moment bestaan er aanwijzingen dat slechts zeer incidenteel bruinvissen worden gevangen, aangezien het gebied waar met drijfnetten op zalm wordt gevist en dat waar de bruinvis voorkomt, elkaar slechts voor een klein deel overlappen.

De door de Raad goedgekeurde maatregelen betreffende de geleidelijke stopzetting van de visserij met drijfnetten(1) en betreffende het verbod op drijfnetten met ingang van 2002, zijn niet van toepassing in de Oostzee, vanwege de specifieke kenmerken van de zalmvisserij in deze zee en omdat deze netten niet worden gebruikt voor de visserij op de soorten van bijlage VIII bij Verordening (EG) nr. 1239/98.

Bij de huidige stand van de wetenschappelijke informatie is er geen reden om de bestaande verordening ten aanzien van het gebruik van drijfnetten in de Oostzee te wijzigen.

De bruinvis is met de andere walvisachtigen opgenomen in bijlage IV bij de habitatrichtlijn(2). De Gemeenschap erkent derhalve dat het hier een diersoort van communautair belang betreft die strikt moet worden beschermd.

De geachte Afgevaardigde is zich er ongetwijfeld van bewust dat de lidstaten juridisch verantwoordelijk zijn voor de tenuitvoerlegging van deze milieu- en visserijvoorschiften en het toezicht op de naleving ervan.

(1) Verordening (EG) nr. 1239/98 van 8 juni 1998 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 894/97 houdende technische maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden, PB L 171 van 17.6.1998.

(2) Richtlijn 92/43/EEG van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna, PB L 206 van 22.7.1992.