Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3845/00 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Raad. Europese snellereactiestrijdkracht.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3845/00 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Raad. Europese snellereactiestrijdkracht.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3845/00

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Raad

(7 december 2000)

Betreft: Europese snellereactiestrijdkracht

Klopt het dat sommige lidstaten van de EU te kennen hebben gegeven dat de nieuwe Europese snellereactiestrijdkracht gekoppeld moet worden aan de NAVO in de vorm van schriftelijke verplichtingen, maar dat deze toezegging inmiddels is afgezwakt tot een mechanisme om de kwestie te bestuderen?

Antwoord

(30 mei 2001)

1. Wat de regelingen tussen de EU en de NAVO betreft, is het Franse voorzitterschap tijdens de Europese Raad van Feira van 19 en 20 juni 2000 verzocht om aan de Europese Raad van Nice verslag uit te brengen over met name de uitvoering van de in Feira genomen besluiten over de ontwikkeling van regelingen voor overleg en samenwerking met de NAVO inzake militair crisisbeheer op grond van de werkzaamheden van de relevante EU/NAVO ad hoc groepen.

2. In het verslag van het Franse voorzitterschap over het Europees veiligheids- en defensiebeleid, dat door de Europese Raad van Nice is goedgekeurd, staat dat de Europese Unie, op basis van de door de Europese Raad van Feira genomen besluiten, onder het Franse voorzitterschap in nauw overleg met de NAVO de totstandbrenging van een permanente en doeltreffende relatie tussen beide organisaties verder heeft voorbereid. De bij het verslag van het voorzitterschap gevoegde documenten over de permanente regelingen inzake overleg en samenwerking tussen de EU en de NAVO, alsmede over de uitvoering van punt 10 van het communiqué van Washington vormen de bijdrage van de EU aan de besprekingen over de toekomstige regelingen tussen de twee organisaties.

3. Het slotcommuniqué van de vergadering van de Noord-Atlantische Raad op ministerieel niveau, gehouden op 14 en 15 december 2000 op het NAVO-hoofdkwartier, vermeldt dat de NAVO-leden nota nemen van de voorstellen van de Europese Raad van Nice over de permanente regelingen voor volledige transparantie, consultatie en samenwerking tussen de NAVO en de EU, en dat zij deze toejuichen.

4. De Raad van 22 januari 2001 verklaarde zich ingenomen met de positieve reactie van de NAVO-vergadering op ministerieel niveau van 14 en 15 december 2000 op de permanente regelingen voor het overleg en de samenwerking tussen de EU en de NAVO, die vervat zijn in het op de Europese Raad van Nice goedgekeurde verslag van het voorzitterschap over het Europees veiligheids- en defensiebeleid. Ingevolge de bepalingen over de vergaderfrequentie in het communiqué van de vergadering van de Noord-Atlantische Raad op ministerieel niveau, bevestigde de Raad dat er per EU-voorzitterschap minstens drie vergaderingen tussen de Noord-Atlantische Raad en het Politiek en Veiligheidscomité, en minstens één EU/NAVO-vergadering op ministerieel niveau zullen worden belegd. Beide organisaties kunnen, indien nodig, verzoeken om extra vergaderingen te organiseren. De Raad nam met voldoening kennis van de totale overeenstemming tussen de EU en de NAVO over deze kwestie.

5. Het voorzitterschap heeft de secretaris-generaal van de NAVO in kennis gesteld van de conclusies van de Raad van 22 januari 2001 over de betrekkingen tussen de EU en de NAVO. Op basis daarvan concludeert zij dat de EU en de NAVO het eens zijn over de permanente regelingen inzake overleg en samenwerking.