SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3902/00 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Betere mogelijkheden voor brandpreventie en brandbestrijding in verkeerstunnels.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3902/00 van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie. Betere mogelijkheden voor brandpreventie en brandbestrijding in verkeerstunnels.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3902/00
van Erik Meijer (GUE/NGL) aan de Commissie
(13 december 2000)
Betreft: Betere mogelijkheden voor brandpreventie en brandbestrijding in verkeerstunnels
1. Is het de Commissie bekend dat het Nederlandse Instituut voor brandweer en rampenbestrijding (Nibra) van oordeel is dat brandweerlieden branden in tunnels niet kunnen blussen omdat zij door rook niets kunnen zien, de hitte te groot is en het door ontploffingsgevaar onverantwoord is om de tunnel binnen te gaan (bericht in Rotterdams Dagblad van 20 november 2000)?
2. In hoeverre acht de Commissie de gedeeltelijke tunneltrajecten, zoals die thans worden gebouwd voor de hogesnelheidslijn Keulen-Frankfurt door het Taunusgebergte en het Westerwald in Duitsland en worden ontworpen voor de hogesnelheidslijn Amsterdam-Brussel onder het veenweidegebied ten oosten van de Nederlandse stad Leiden, geschikt voor gebruik van met hoge snelheid rijdende treinen?
3. Met welke vermenigvuldigingsfactor wordt het risico voor mensenlevens verhoogd in het geval dat treinen met hoge snelheid in een tunnel ontsporen of in brand geraken?
4. Vindt de Commissie het toelaatbaar dat het vervoer van gevaarlijke stoffen, dat in het verleden stelselmatig werd verwezen'naar routes zonder tunnels, thans in toenemende mate gaat plaatsvinden via weg- en railtunnels? Is het verantwoord om het vervoer van gevaarlijke stoffen ter wille van de veiligheid weg te halen van de weg en het water om het voortaan per spoor door tunnels te laten plaatsvinden?
5. Voldoen alle nieuw opgeleverde, in aanbouw genomen en ontworpen tunnels aan de kwaliteitseisen van de Kanaaltunnel tussen Frankrijk en Engeland, waar naast twee gescheiden verkeerstunnels een derde tunnel voorziet in een vluchtweg voor inzittenden van treinen uit een brandende tunnel?
6. Wat denkt de Commissie te ondernemen om de veiligheid te vergroten door bijvoorbeeld een zeer ruime tunneldoorsnee als maatstaf verplicht te stelen, grote sprinklerinstallaties te laten inbouwen om watergordijnen te produceren, vluchttunnels parallel aan bestaande en nieuwe tunnels verplicht te stellen, de lengte van nieuwe tunnels zoveel mogelijk te beperken of de bouw van tunnels in het algemeen af te remmen?
Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie
(1 maart 2001)
Het is juist dat tunnels in geval van een grote brand een aanzienlijk hoger risico inhouden in vergelijking met open wegen. De tijdsspanne waarbinnen de hulpdiensten ter plaatse moeten zijn is heel kort, namelijk zo'n tien minuten.
De Commissie beschikt echter niet over de precieze informatie die door het geachte parlementslid wordt gevraagd inzake de toename van de risico's. De gegevens waarover ze thans beschikt, tonen aan dat het aantal doden voor alle soorten ongevallen momenteel tussen nul en twintig ligt per miljard kilometer.
Als dergelijke bouwwerken over de allernieuwste uitrusting beschikken en aan de recentste bouwvoorschriften beantwoorden, is de Commissie van mening dat veiligheid geen reden is om af te zien van de bouw van nieuwe tunnels of overdekte wegen.
Naar aanleiding van de ongevallen die in 1999 en 2000 zijn gebeurd, werkt de Commissie aan een precieze inventaris inzake wetgevingen en voorschriften die in de spoorweg- en wegtunnels in de lidstaten van toepassing zijn, alsook aan een inventaris van de regelgeving die werd vastgesteld in het kader van de bevoegde internationale instanties.
Door deze inventaris kunnen de voordelen worden geëvalueerd van het aannemen van een geharmoniseerde regelgeving op Europees niveau, zowel voor spoorwegtunnels als voor tunnels voor het wegvervoer.
De Commissie zal ook heel waakzaam zijn wat betreft de veiligheidsmaatregelen voor infrastructuurwerken in tunnels die door de Gemeenschap financieel worden gesteund, met name via het budget voor trans-Europese netwerken.
Wat het vervoer van gevaarlijke goederen betreft, heeft de Commissie de studies gesteund die werden uitgevoerd door de Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) om een methodologie vast te stellen die het mogelijk maakt de risico's van de verschillende trajecten en de alternatieven te vergelijken. Deze methodologie zou kunnen aantonen dat trajecten met tunnels in veel gevallen niet meer risico's inhouden dan andere mogelijke trajecten.