Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4127/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Herstel van het concurrentievermogen van bepaalde berggebieden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4127/00 van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie. Herstel van het concurrentievermogen van bepaalde berggebieden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4127/00

van Cristiana Muscardini (UEN) aan de Commissie

(11 januari 2001)

Betreft: Herstel van het concurrentievermogen van bepaalde berggebieden

Artikel 88, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt: De Commissie wordt van elk voornemen tot invoering of wijziging van steunmaatregelen tijdig op de hoogte gebracht, om

haar opmerkingen te kunnen maken. Dit om vast te stellen of een project volgens artikel 87 verenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Volgens artikel 87, lid 3 sub c) kunnen als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Bepaalde berggebieden nu hebben ter stimulering van het hotelbedrijf of voor de modernisering van skiliften een steun ontvangen die veel omvangrijker is (steunpercentages van 70-80 %) dan in het Verdrag van Amsterdam is voorzien. Het is dan ook duidelijk dat de voorwaarden voor het handelsverkeer (het aanbod van toeristische voorzieningen) hierbij zijn veranderd ten opzichte van andere berggebieden die steun ontvangen ter hoogte van 7,5 % voor grote bedrijven of 15 % voor KMO's. Als gevolg van deze veranderde voorwaarden is het concurrentievermogen van gebieden die zich aan de regels voor staatssteun houden sterk verzwakt vergelijken bij gebieden die dit niet doen.

Is de Commissie op de hoogte van situaties die vergelijkbaar zijn met de bovengenoemde en wat vindt zij daarvan? Is zij niet van mening dat gebieden die ten aanzien van steunverlening verdragconform zijn, minder concurrerend zijn geworden dan gebieden of regio's die onvoorziene en onwettige steun hebben ontvangen? Zo ja, welke maatregelen stelt zij voor om de eerlijke concurrentie te herstellen en welke initiatieven zal zij nemen om de benadeelde gebieden in staat te stellen hun verloren concurrentievermogen terug te krijgen?

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(6 maart 2001)

De Commissie heeft momenteel meerdere klachten in onderzoek die betrekking hebben op aan kabelbaanondernemingen verleende staatssteun. Zo heeft een klacht over de door de provincie Bolzano toegekende steun op 4 augustus 2000 geleid tot het inleiden van de procedure van artikel 88, lid 2 (ex artikel 93) van het EG-Verdrag(1).

De Commissie niet op de hoogte van andere steunmaatregelen ten behoeve van hotelorganisaties of kabelbaaninfrastructuur die de communautaire regels inzake staatssteun niet zouden eerbiedigen.

Niettemin zou zij het geachte parlementslid erkentelijk zijn indien dit zo vriendelijk zou zijn haar alle informatie te doen toekomen die het haar mogelijk maakt onverwijld bij de betreffende lidstaat of lidstaten stappen te ondernemen op grond van hoofdstuk III (procedure betreffende onrechtmatige steun) van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 88 van het EG-Verdrag(2).

De op staatssteun toepasselijke communautaire regels stellen precieze steunplafonds: de plafonds voor regionale steunmaatregelen verschillen naar gelang de regio's vallen onder artikel 87 (ex artikel 92), lid 3, onder a) of onder c), en naar gelang de regio's normaal, ultraperifeer of dunbevolkt zijn (vgl. richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen); de steunplafonds voor het midden- en kleinbedrijf bedragen respectievelijk 15 % en 7,5 %. De eerbiediging van deze regels waarborgt het behoud van mededinging tussen ondernemingen uit verschillende regio's of gebieden.

Indien de Commissie vaststelt dat staatssteun onverenigbaar is met het EG-Verdrag, of onwettig is, of dat de vastgestelde plafonds niet eerbiedigd worden, kan zij teneinde de mededingingsvoorwaarden te herstellen besluiten dat een lidstaat alle nodige maatregelen dient te nemen om de steun van de begunstigde terug te vorderen.

(1) PB C 27 van 27.1.2001.

(2) PB L 83 van 27.3.1999.