Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0415/01 van Niels Busk (ELDR) aan de Commissie. Voedselveiligheid bij de Wereldhandelsorganisatie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0415/01 van Niels Busk (ELDR) aan de Commissie. Voedselveiligheid bij de Wereldhandelsorganisatie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0415/01 van Niels Busk (ELDR) aan de Commissie. Voedselveiligheid bij de Wereldhandelsorganisatie.

Publicatieblad Nr. 261 E van 18/09/2001 blz. 0111 - 0112


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0415/01

van Niels Busk (ELDR) aan de Commissie

(8 februari 2001)

Betreft: Voedselveiligheid bij de Wereldhandelsorganisatie

Meent de Europese Commissie dat de veiligheid van vlees en vleesproducten die uit derde landen ingevoerd worden voor de verbruiker dezelfde is als die van producten die in de Europese Unie geproduceerd zijn?

Hoe denkt ze ervoor te zorgen dat voor ingevoerde producten dezelfde eisen gelden als voor producten die in de Europese Unie geproduceerd worden, en zijn de eisen in overeenstemming met de regels van de Wereldhandelsorganisatie?

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(2 april 2001)

De fundamentele gezondheidseisen die de Gemeenschap stelt aan de productie van vlees en vleesproducten, gelden ook bij invoer van producten uit derde landen. Daarnaast zijn in de communautaire regelingen bepalingen opgenomen voor de handhaving van deze eisen, onder meer via certificaten, inspecties en controles aan de grenzen. Het algemene en steeds geldende uitgangspunt bij invoer van producten uit derde landen, is dat de regels inzake hygiëne en de controle op residuen in de derde landen ten minste gelijkwaardig moeten zijn aan de regels die zijn vastgesteld voor producenten binnen de EU. Voor het verkrijgen van toestemming voor de invoer van vlees en vleesproducten in de Gemeenschap moeten de autoriteiten van het derde land de garantie geven dat de producten aan onze invoervoorschriften voldoen. Invoer wordt toegestaan op basis van een lijst van derde landen die naar de Gemeenschap mogen uitvoeren, geaccepteerde regels inzake certificering, en lijsten van inrichtingen die zijn erkend voor uitvoer naar de Gemeenschap. De inspecties van het Voedsel- en Veterinair Bureau van de Commissie in de exporterende landen om na te gaan of aan de eisen van het communautaire beschermingsniveau wordt voldaan, zijn een integrerend onderdeel van dit systeem.

De overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS) van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) staat de WTO-leden toe maatregelen te nemen ter bescherming van het leven en de gezondheid van mensen en dieren. Deze maatregelen moeten gebaseerd zijn op internationale normen en indien dit niet geval is, moet het betrokken land bereid zijn ze te verantwoorden aan de hand van een wetenschappelijke risicoanalyse. Bij de vaststelling van invoerbepalingen streeft de Commissie ernaar internationale normen als uitgangspunt te nemen, maar zij vraagt hierover ook advies aan haar wetenschappelijke comités. Alle maatregelen die onder de SPS-overeenkomst vallen, worden bij de SPS-commissie gemeld en de opmerkingen van deze commissie worden ter harte genomen. Gezien het feit dat de procedures van de SPS-overeenkomst trouw zijn gevolgd, gaat de Commissie ervan uit dat de door haar genomen maatregelen in overeenstemming zijn met de WTO-voorschriften.