SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0444/01 van Cecilia Malmström (ELDR) aan de Raad. Mensenrechten in China.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0444/01 van Cecilia Malmström (ELDR) aan de Raad. Mensenrechten in China.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0444/01 van Cecilia Malmström (ELDR) aan de Raad. Mensenrechten in China.
Publicatieblad Nr. 340 E van 04/12/2001 blz. 0029 - 0030
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0444/01
van Cecilia Malmström (ELDR) aan de Raad
(14 februari 2001)
Betreft: Mensenrechten in China
Sinds de invasie van Tibet in 1949 heeft het communistische regime in China zich schuldig gemaakt aan uitgebreide schendingen van de mensenrechten. Als onderdeel van de onderdrukking van de eigen mening van de mensen en de bezetting van Tibet is meer dan een miljoen personen terechtgesteld. In de laatste jaren zijn de schendingen verergerd, en de situatie in Tibet doet thans denken aan de tijd van de culturele revolutie in de jaren zestig en zeventig.
Parallel aan de onderdrukking in Tibet heeft het Chinese regime de vervolging van aanhangers van Falun Gong verhevigd. De regering beziet met argwaan deze beweging, die in enkele jaren zo is gegroeid dat zij groter is dan de communistische partij, maar die geen politieke ambities heeft. Onschuldigen worden in de gevangenis geworpen, anderen worden vervolgd en een groot aantal mensen heeft het leven gelaten bij de Chinese razzia's tegen Falun Gong.
De betrekkingen van de EU met China zijn een aantal jaren lang op een kritische dialoog gebaseerd geweest. Desondanks blijft China stelselmatig schendingen begaan van de meest fundamentele rechten van de mens. Er wordt geen enkele oppositie toegestaan en mensen die trachten alternatieven voor de communistische dictatuur aan te wijzen, worden hard bestraft. Er is geen enkel teken dat erop duidt dat de situatie op het gebied van democratie en vrijheid van meningsuiting zal verbeteren. De EU en de lidstaten onderhouden contacten met China op een aantal niveaus. Helaas heeft de kwestie van de mensenrechten echter geen enkele vooraanstaande plaats gekregen in de gevoerde discussies. In de Commissie voor de rechten van de mens van de VN in Genève hebben de EU-landen in het verleden besloten geen steun te geven aan een resolutie tegen de onderdrukking in China.
Is de Raad, gezien de de ontwikkeling in het betrokken land, niet van mening dat de EU haar beleid moet heroverwegen voor wat de kritische dialoog met China betreft en daarmee het initiatief moet nemen tot een resolutie waarin dit jaar bij de Commissie voor de rechten van de mens de Chinese schendingen van de mensenrechten worden veroordeeld?
Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen P-0444/01 en P-0481/01
(10 juli 2001)
De beperkingen van de vrijheid van godsdienst en overtuiging in China zijn een steeds terugkerend punt op de agenda van de dialoog tussen de EU en China over de mensenrechten. De kwestie is door de Raad in zijn conclusies van 22/23 januari 2001 genoemd als één van de specifieke gebieden waarop de dialoog volgens de EU in vooruitgang moet resulteren.
De EU heeft verscheidene malen tegenover de Chinese autoriteiten haar grote bezorgdheid uitgesproken over de maatregelen tegen aanhangers van religieuze en spirituele bewegingen, met name van Falun Gong. Deze kwestie was eveneens aan de orde tijdens de laatste reeks vergaderingen waarin op 22 en 23 februari te Stockholm werd beraadslaagd over de dialoog betreffende de mensenrechten. Van Chinese zijde was nota genomen van de bezorgdheid van de EU en was ermee ingestemd om deze kwestie verder te bespreken tijdens de ronde van de mensenrechtendialoog die inmiddels op 22 en 23 februari in Stockholm heeft plaatsgevonden. Op 2 februari heeft de Trojka nl. in Beijing een demarche ondernomen ter voorbereiding van de komende ronde van de mensenrechtendialoog tussen de EU en China. Van EU-zijde is een lijst van individuele gevallen overhandigd met verzoeken om clementie en in dat verband zijn mondeling de namen van de Falun Gong-aanhangers Li Xiaobing, Li Xiaomei en Yu Changxin genoemd.
De informatie over het lot van de gedetineerde Falun Gong-aanhangers is gebrekkig. Het in Hongkong gevestigde informatiecentrum voor mensenrechten en democratie telde tussen juli 1999 en medio januari 2001 voor het gehele land 98 sterfgevallen. Sedert oktober 2000 zijn er 46 gevallen geweest, hetgeen wijst op een toename van de mishandeling van aanhangers in de afgelopen maanden. Volgens het informatiecentrum voor mensenrechten en democratie zijn circa 450 personen veroordeeld door de rechtbanken, zijn verscheidene honderden personen in psychiatrische instellingen opgenomen en krijgen 10 000 personen thans heropvoeding door middel van dwangarbeid.
Het standpunt van de EU is dat zij geen discussie wil aangaan over de aard van de beweging, maar dat beperkingen van de vrijheid van godsdienst en overtuiging en de vrijheid van vereniging moeten worden ingetrokken en dat de mensenrechten van allen, ook van Falun Gong-aanhangers, moeten worden geëerbiedigd.
In zijn conclusies van 19 maart 2001 heeft de Raad verklaard dat hij zich vooral zorgen maakt over het gebrek aan respect voor de fundamentele vrijheden in China, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting, van godsdienst en van vereniging, en over de voortdurende schendingen van de mensenrechten van inzonderheid de volgelingen van de Falun Gong. In diezelfde conclusies beschrijft de Raad de benadering waarvoor hij heeft gekozen ten aanzien van het besluit van de VS om tijdens de 57e zitting van de VN-Commissie voor de rechten van de mens een ontwerp-resolutie over de mensenrechten in China in te dienen.