Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0516/01 van Francesco Musotto (PPE-DE) aan de Commissie. Gevolgen van de Golfoorlog.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0516/01 van Francesco Musotto (PPE-DE) aan de Commissie. Gevolgen van de Golfoorlog.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0516/01 van Francesco Musotto (PPE-DE) aan de Commissie. Gevolgen van de Golfoorlog.

Publicatieblad Nr. 235 E van 21/08/2001 blz. 0219 - 0219


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0516/01

van Francesco Musotto (PPE-DE) aan de Commissie

(22 februari 2001)

Betreft: Gevolgen van de Golfoorlog

Negen jaar na de Golfoorlog stelt men vast dat:

- meer dan 1 miljoen mensen (grotendeels kinderen) het slachtoffer zijn geworden van de bombardementen en een embargo dat ook voor levensmiddelen en medicijnen geldt;

- er is 300 ton verarmd uranium verspreid dat leukemie en misvormingen bij kinderen veroorzaakt;

- de Amerikaanse en Britse bombardementen gaan nog steeds door in totale onverschilligheid en het laatste bombardement vond plaats op 10 februari jongstleden.

Kan de Commissie gezien het feit dat hoge functionarissen van de Verenigde Naties het embargo een onmenselijk tragedie hebben genoemd, zeggen hoe lang de volmaakt onschuldige burgerbevolking nog moet worden gestraft voor daden die ze niet heeft begaan?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(18 april 2001)

De Commissie is op de hoogte van de ernstige humanitaire problemen in Irak. Om deze situatie te verbeteren is een verandering of een opschorting vereist van de regeling van economische sancties zoals opgenomen in resolutie 1284 van de VN-Veiligheidsraad. De Iraakse regering blijft weigeren deze resolutie te respecteren en is daardoor volledig verantwoordelijk voor het uitstel van de opheffing van de economische sancties en voor het voortduren van de ontberingen van haar eigen volk.

Desalniettemin doet de Commissie binnen haar mandaat en met de beschikbare middelen al het mogelijke om het lijden van de Iraakse bevolking te verzachten door middel van de hulp die zij verschaft via het Bureau voor humanitaire hulp van de Gemeenschap (ECHO). Sedert de Golfoorlog in 1991 is de Gemeenschap met een bijdrage van meer dan 250 miljoen de grootste donor van humanitaire hulp aan Irak. Het is de bedoeling dat uit het budget van ECHO voor 2001 een bedrag van 12 miljoen wordt gereserveerd.

De Commissie zal haar hulp voort blijven zetten zolang dat in Irak nodig is. Zolang de sancties van kracht zijn, zal hulp noodzakelijk blijven. De kwestie van de sancties tegen Irak valt niet in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de Commissie, maar eerder onder die van de Raad. Uiteindelijk is het de VN-Veiligheidsraad die beslist over de uitvoering en/of over een wijziging van de sanctieregeling.