Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0560/01 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Betrouwbaarheidsverklaring voor het DG Uitbreiding.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0560/01 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Betrouwbaarheidsverklaring voor het DG Uitbreiding.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0560/01 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Betrouwbaarheidsverklaring voor het DG Uitbreiding.

Publicatieblad Nr. 261 E van 18/09/2001 blz. 0145 - 0145


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0560/01

van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie

(27 februari 2001)

Betreft: Betrouwbaarheidsverklaring voor het DG Uitbreiding

Tijdens de vergadering van de Commissie begrotingscontrole van 7 februari 2001 verklaarde Europees Commissaris Fischler dat het exacte foutenpercentage bij de financiële verrichtingen in het Directoraat-generaal Landbouw in 1999 3,06 % bedroeg.

Kan de Commissaris die bevoegd is voor de uitbreiding in de geest van samenwerking en transparantie tussen de Europese instellingen een soortgelijk percentage geven voor de financiële verrichtingen in het DG Uitbreiding en zo niet, waarom niet?

Gecombineerd Antwoord van mevrouw Schreyer namens de Commissie op de schritftelijke vragen P-0553/01, E-0554/01, E-0555/01, E-0556/01, E-0557/01, E-0558/01, E-0559/01, E-0560/01, E-0561/01, E-0562/01, E-0563/01, E-0564/01, E-0565/01, E-0566/01, E-0567/01, E-0568/01, E-0569/01 en E-0570/01

(11 april 2001)

De Commissie wijst het geachte parlementslid er op dat de Rekenkamer in het kader van haar betrouwbaarheidsverklaring voor de algemene begroting geen foutenpercentage verstrekt, aangezien zij het als een al te eenvoudige voorstelling beschouwt om het succes van het financiële beleid van de Commissie aan deze ene indicator af te meten.

Drie jaar geleden besloot de Kamer derhalve de openbaarmaking van een algemeen foutenpercentage te staken en een eigen methodologie voor het opstellen van een betrouwbaarheidsverklaring te ontwikkelen teneinde de kwijtingverlenende autoriteit van gedetailleerdere informatie te voorzien.

Verder heeft de Rekenkamer bij herhaling te kennen gegeven dat het geheel misleidend zou zijn als zij foutenpercentages op een lager niveau (zoals per sector of directoraat-generaal) zou moeten afleiden uit een algemeen foutenpercentage. Het beperkte aantal transacties dat de Kamer controleert, is onvoldoende om een geldig foutenpercentage vast te stellen op dit lagere niveau.

Bijgevolg kan de Commissie het geachte parlementslid de gevraagde informatie niet verschaffen.