SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0681/01 van Karin Jöns (PSE) aan de Commissie. Vrije dienstverlening door Duitse luchtkarteringsondernemingen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0681/01 van Karin Jöns (PSE) aan de Commissie. Vrije dienstverlening door Duitse luchtkarteringsondernemingen.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0681/01 van Karin Jöns (PSE) aan de Commissie. Vrije dienstverlening door Duitse luchtkarteringsondernemingen.
Publicatieblad Nr. 235 E van 21/08/2001 blz. 0237 - 0238
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0681/01
van Karin Jöns (PSE) aan de Commissie
(27 februari 2001)
Betreft: Vrije dienstverlening door Duitse luchtkarteringsondernemingen
1. Is het waar dat bij aanbestedingen voor heel Europa van over 200 000 op het gebied van luchtfotokartering voor Duitse aanbieders bepaalde verplichtingen bestaan in die zin dat hun hoofdzetel moet zijn gevestigd in de lidstaat die de aanbesteding uitschrijft? Het gaat in dit geval om Italië en Griekenland.
De desbetreffende Duitse onderneming is een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (GmbH) met hoofdzetel uitsluitend in Duitsland. Deze onderneming wil naast Duitse opdrachten ook bestellingen krijgen uit andere lidstaten. Dit is noodzakelijk om te zijn opgewassen tegen de groeiende concurrentiedruk in de bedrijfstak van de luchtkartering. De kwestie is met name dat ondernemingen uit andere lidstaten die luchtfotokartering uitvoeren, de Duitse markt willen veroveren zonder dat zij aan voornoemde verplichtingen behoeven te voldoen. In het omgekeerde geval geldt echter dat Duitse ondernemingen in de lidstaten Italië en Griekenland moeten aantonen dat hun hoofdzetel is gevestigd in het desbetreffende land om aldaar te kunnen deelnemen aan een aanbesteding in de hierboven omschreven vorm.
2. Is het waar dat bij aanbestedingen voor geheel Europa van over 200 000 op het gebied van de luchtfotokartering een verplichting voor Duitse ondernemers bestaat in die zin dat zij voor luchtkarteringsvluchten in een andere lidstaat een specifieke vergunning moeten bezitten voor luchtkartering?
Hierbij is het belangrijk te weten of het is geoorloofd dat andere lidstaten, naast een algemene machtiging die het gebruik van vliegtuigen slechts toestaat op grond van een desbetreffende vergunning, voor luchtkarteringsvluchten een specifieke vergunning in de zin van een vergunning voor specifiek gebruik verlangen.
3. Overweegt de Commissie ingeval zij de vragen onder 1 en 2 bevestigend beantwoordt, de wetgeving te veranderen met de middelen die haar ter beschikking staan, zodat de onder 1 en 2 genoemde verplichtingen ten gunste van de Duitse ondernemingen worden gewijzigd of afgeschaft?
In het kader van deze nieuwe uniforme regelgeving moet met name worden gelet op het fundamentele recht van vrije dienstverlening overeenkomstig artikel 49 van het EG-Verdrag. Met name moeten Duitse ondernemingen zonder restricties luchtkarteringsvluchten kunnen uitvoeren.
Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie
(3 april 2001)
De Commissie heeft niet de beschikking over de aanbestedingen of de nationale wetgeving waarnaar het geachte parlementslid verwijst, en evenmin over andere informatie aan de hand waarvan de beweringen in de schriftelijke vraag kunnen worden bevestigd of ontzenuwd. Indien het geachte parlementslid kopieën van deze documenten of andere, meer expliciete informatie kan verstrekken, zou de Commissie dit zeer op prijs stellen. Om stappen bij de betrokken lidstaten te ondernemen en snel concrete en afdoende resultaten te behalen heeft zij namelijk een minimum aan informatie nodig. Ook is het van belang te preciseren of de beweerde discriminatie alleen Duitse ondernemingen geldt of ook ondernemingen uit andere lidstaten.
De Commissie kan evenwel nu al aangeven dat wanneer men in een aanbestedingsprocedure moet aantonen dat men in de lidstaat van de aanbestedende dienst is gevestigd, in de zin van het EG-Verdrag, dit in de regel een inbreuk op de algemene beginselen en regels van het EG-Verdrag, en meer in het bijzonder op de regels inzake het vrij verrichten van diensten, vormt.
De vraag of het al dan niet in overeenstemming met de wet is om voor het verrichten van luchtkarteringsdiensten een speciale vergunning voor het vliegen over het nationale luchtruim te eisen, is een stuk moeilijker te beantwoorden omdat hierbij aspecten van de openbare veiligheid, de openbare orde en de bescherming van de essentiële belangen van de betrokken lidstaat een rol spelen.