Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0710/01 van Pietro-Paolo Mennea (ELDR) aan de Commissie. Verontreiniging van het grondwater in de gemeente San Ferdinando.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0710/01 van Pietro-Paolo Mennea (ELDR) aan de Commissie. Verontreiniging van het grondwater in de gemeente San Ferdinando.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0710/01 van Pietro-Paolo Mennea (ELDR) aan de Commissie. Verontreiniging van het grondwater in de gemeente San Ferdinando.

Publicatieblad Nr. 318 E van 13/11/2001 blz. 0105 - 0106


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0710/01

van Pietro-Paolo Mennea (ELDR) aan de Commissie

(8 maart 2001)

Betreft: Verontreiniging van het grondwater in de gemeente San Ferdinando

In de gemeente San Fernando di Puglia (provincie Foggia, Italië) is het grondwater zeer ernstig verontreinigd als gevolg van het feit dat via illegale afvoerkanalen in bepaalde zones vervuild en uiterst schadelijke bacteriën bevattend water wordt geloosd. Een en ander blijkt duidelijk uit de resultaten van de biologische analyses van een gespecialiseerd onderzoekcentrum. De zones waar het probleem het nijpendst is, zijn die rond de gehuchten Contrada Fontana en Contrada Carro Chiuso.

- Bij arrest 76/99 van de voormalige rechtbank van Trinitapoli werden de gemeente San Ferdinando en de ANAS (Azienda nazionale autonoma delle strade - de Italiaanse Rijkswaterstaat) veroordeeld tot het vergoeden van de door bovengenoemde vormen van verontreiniging aangerichte schade.

- In het betrokken gebied bevinden zich hoogwaardige land- en tuinbouwbedrijven die groenten en fruit verkopen in Italië en exporteren naar andere Europese landen.

- Het aantal gevallen van kanker, leukemie en leveraandoeningen is gestegen als gevolg van de aanwezigheid van een stortplaats voor stedelijk afval die momenteel illegaal als verbrandingsinstallatie wordt gebruikt.

Kan de Commissie maatregelen nemen om een einde te maken aan deze ernstige aantasting van het milieu en om vast te stellen wie verantwoordelijk zijn voor de bovengenoemde wetsovertredingen?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(11 mei 2001)

De bevoegdheden van de Commissie zijn beperkt tot die welke haar bij het EG-Verdrag zijn verleend. Met name dient de Commissie erop toe te zien dat het Gemeenschapsrecht naar behoren wordt toegepast in alle lidstaten. In artikel 211 (ex-artikel 155) van het EG-Verdrag is het volgende bepaald: Teneinde de werking en de ontwikkeling van de Gemeenschappelijke markt te verzekeren () ziet de Commissie toe op de toepassing zowel van de bepalingen van dit Verdrag als van de bepalingen welke de instellingen krachtens dit Verdrag vaststellen.

Op grond van artikel 226 (ex-artikel 169) van het EG-Verdrag brengt de Commissie, indien zij overeenkomstig haar discretionaire bevoegdheden(1) van oordeel is dat een lidstaat een van de krachtens dit Verdrag op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen, () dienaangaande een met redenen omkleed advies uit, na deze staat in de gelegenheid te hebben gesteld zijn opmerkingen te maken. Indien de betrokken staat dit advies niet binnen de door de Commissie vastgestelde termijn opvolgt, kan de Commissie de zaak aanhangig maken bij het Hof van Justitie.

In uitspraken van het Hof van Justitie wordt uitsluitend vastgesteld of er sprake is van een inbreuk. Het Hof van Justitie kan een lidstaat echter niet veroordelen tot betaling van schadevergoeding aan een persoon die schade heeft geleden als gevolg van een inbreuk op het Gemeenschapsrecht, en het kan evenmin administratieve instanties opdragen bepaalde maatregelen te nemen. Alleen de nationale rechter kan administratieve instanties maatregelen voorschrijven en een nationaal besluit nietig verklaren.

In het onderhavige geval zijn Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater(2), en Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen(3), als gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EG van de Raad van 18 maart 1991(4), mogelijk van toepassing. In Richtlijn 91/271/EEG is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat stedelijk afvalwater dat in opvangsystemen terechtkomt vóór lozing als volgt aan een secundaire behandeling of een gelijkwaardig proces wordt onderworpen; hierbij geldt dat dit voor lozingen van agglomeraties met meer dan 15 000 inwonerequivalent (i.e.) uiterlijk op 31 december 2000 moet zijn gerealiseerd. Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen, als gewijzigd, heeft ten doel de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen tegen schadelijke effecten van inzameling, transport, behandeling, opslag en storting van afval.

Op basis van de door het geachte parlementslid verstrekte gegevens kan op dit moment in dit specifieke geval geen inbreuk op de twee genoemde richtlijnen worden vastgesteld, aangezien er

geen gronden zijn voor een klacht over de toepassing van het Gemeenschapsrecht. Als het geachte parlementslid nadere gegevens verstrekt aan de hand waarvan de Commissie een en ander kan toetsen aan de toepasselijke communautaire milieuwetgeving, kan de Commissie een onderzoek naar deze problemen instellen.

(1) De prioriteiten en criteria inzake de discretionaire bevoegdheid van de Commissie zijn opgesomd in het veertiende jaarlijkse verslag over de controle op toepassing van het Gemeenschapsrecht van 1996, in PB C 332 van 3.11.1997.

(2) PB L 135 van 30.5.1991.

(3) PB L 194 van 25.7.1975.

(4) PB L 78 van 26.3.1991.