Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0716/01 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Uitsluiting van visvangst en bijbehorend onderzoek uit het Zesde O&O-programma.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0716/01 van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie. Uitsluiting van visvangst en bijbehorend onderzoek uit het Zesde O&O-programma.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0716/01

van Daniel Varela Suanzes-Carpegna (PPE-DE) aan de Commissie

(8 maart 2001)

Betreft: Uitsluiting van visvangst en bijbehorend onderzoek uit het Zesde O&O-programma

De visvangst en het onderzoek van de zee zijn sectoren die veel middelen nodig hebben om ze te investeren in technologisch onderzoek en ontwikkeling, vooral om het wetenschappelijk onderzoek in de visvangst en aquacultuur uit te breiden, gezien de schaarse visgronden en de noodzaak om naar nieuwe vangstmogelijkheden te zoeken in een sector waar veel arbeidsplaatsen in de maritieme randgebieden van de Europese Unie van afhangen, terwijl die gebieden zelf sterk afhankelijk zijn van de sector, die in de toekomst een centrale functie in de voedselbevoorrading te vervullen heeft.

Hoewel de visvangst en het onderzoek van de zee voorkomen in het Vijfde kaderprogramma voor O&O, heeft de Europese Commissie ze volgens mijn inlichtingen geheel of gedeeltelijk geschrapt uit het Zesde kaderprogramma technologisch onderzoek en ontwikkeling (2002-2006), waarvan de definitieve versie het college van Europese commissarissen binnenkort ter goedkeuring voorgelegd wordt.

Kan de Europese Commissie die schrapping bevestigen, en zo ja, de redenen daarvoor aangeven?

Mocht uiteindelijk de sector niet of maar gedeeltelijk geschrapt worden, kan de Europese Commissie dan meedelen in hoever hij opgenomen staat in het Zesde kaderprogramma O&O 2002-2006 en de overeenkomstige begrotingsramingen?

Kan de Europese Commissie een gedetailleerd overzicht van de projecten, investeringen en financiering in de visvangst en het onderzoek van de zee volgens het Vijfde kaderprogramma O&O (1998-2002) geven, per lidstaat en tot op vandaag?

Antwoord van de heer Busquin namens de Commissie

(3 mei 2001)

De visvangst en de mariene wetenschappen zijn niet geschrapt uit het voorstel voor het zesde kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling 2002-2006.

Het onderzoek op het gebied van de visvangst kan rekenen op specifieke steun in het kader van de activiteiten die behoren tot de activiteit Anticiperen op de wetenschappelijke en technologische behoeften van de Unie, voor zover deze activiteit nodig is voor de tenuitvoerlegging van het communautaire beleid.

Deze activiteiten zullen worden uitgevoerd op basis van jaarlijkse besluiten wat de specifiek gekozen onderwerpen betreft en de middelen die hiervoor ter beschikking worden gesteld. De keuzes worden bepaald afhankelijk van de behoeften aan de hand van een beoordeling van een interne groep van gebruikers op basis van het advies van een onafhankelijke raadgevende structuur, bestaande uit vooraanstaande wetenschappelijke deskundigen en topmensen uit de industrie.

De aard zelf van de voorgestelde procedure voor de tenuitvoerlegging van dit deel van het kaderprogramma heeft tot gevolg dat de bedragen, die worden toegekend aan onderzoek op verschillende gebieden, niet vooraf kunnen worden bepaald.

Bepaalde aspecten van het onderzoek op het gebied van de visvangst en de aquacultuur hebben bovendien betrekking op activiteiten die worden uitgevoerd op het prioritair gebied Voedselveiligheid en gezondheidrisico's.

De prioriteit Duurzame ontwikkeling en verandering in het aardsysteem voorziet in onderzoeksactiviteiten op het gebied van de mariene wetenschappen en oceanografisch onderzoek.

Het is ook hier niet mogelijk om de totale financiële omvang van het onderzoek op het gebied van de visvangst en de mariene wetenschappen vooraf exact te bepalen. Deze omvang hangt gedeeltelijk af van de kwaliteit van de ingediende voorstellen.

Een lijst met de gekozen onderzoeksprojecten op het gebied van de visvangst en de mariene wetenschappen in het huidige kaderprogramma 1998-2002 en verdelingstabellen per lidstaat worden rechtstreeks toegezonden aan het geachte parlementslid en het secretariaat-generaal van het Parlement.