Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/01 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie. Crisis in Turkije.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/01 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie. Crisis in Turkije.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/01 van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie. Crisis in Turkije.

Publicatieblad Nr. 340 E van 04/12/2001 blz. 0090 - 0091


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0774/01

van Juan Naranjo Escobar (PPE-DE) aan de Commissie

(13 maart 2001)

Betreft: Crisis in Turkije

Door de ernstige crisis die Turkije momenteel doormaakt na de politieke confrontatie tussen de president van Turkije en zijn minister-president, heeft de regering zich gedwongen gezien de Turkse munteenheid te laten schommelen, waarna deze vervolgens een vrije val ten opzichte van de dollar heeft gemaakt en tot 43 % van zijn waarde heeft verloren. De devaluatie van de munteenheid werd gesteund door het IMF, hoewel het IMF in december jl. nog 7 500 miljoen dollar in de Turkse economie heeft gepompt, de laatste van een reeks van internationale kredieten. Het sneeuwbaleffect dat de Turkse crisis onmiddellijk heeft gehad op de markten van de nieuwe economieën van Oost-Europa tot in de landen van Azië en ook in Latijns-Amerika, toont eens te meer aan dat de financiële globalisering een feit is en dat het onmiddellijk gevolgen heeft wanneer zich een ernstig incident voordoet in een van de landen van de G7, maar ook wanneer dat gebeurt in grotere nieuwe economieën zoals die van Turkije.

Nadat in december 1997 in Luxemburg de poorten voor Ankara werden gesloten, heeft de EU haar standpunt twee jaar later in Helsinki in die zin herzien dat Turkije samen met 12 andere landen in Oost-Europa en het Middellandse-Zeegebied op een wachtlijst voor het toetredingsproces is gezet. Kan de Commissie, gezien de ernstige problemen die Turkije thans heeft om monetaire stabiliteit te bereiken en te voldoen aan de convergentiecriteria, mededelen wat het huidige standpunt van de Commissie is? In welke fase bevinden de hervormingen zich die Turkije heeft ondernomen met betrekking tot de inachtneming van de mensenrechten en de culturele identiteit van de Koerdische minderheid, de twee voorwaarden voor het begin van het toetredingsproces?

Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie

(1 juni 2001)

De Commissie ziet nauwlettend toe op de economische ontwikkelingen in Turkije. Zij verwacht dat binnenkort een degelijk en geloofwaardig economisch programma zal worden afgerond in nauwe samenwerking met het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Het welslagen van het programma hangt af van de strakke tenuitvoerlegging daarvan, gecombineerd met de steun van de internationale gemeenschap en de particuliere sector. De aangekondigde hervormingsmaatregelen zouden bij een juiste tenuitvoerlegging de implementatie van de prioriteiten voor economische hervorming die in het partnerschap voor toetreding zijn vastgelegd(1), nog bespoedigen.

Zoals het lid van de Commissie bevoegd voor de uitbreiding op 26 maart 2001 verklaarde neemt de Commissie met genoegen kennis van de goedkeuring op 19 maart 2001 door de Turkse regering van het Nationaal programma voor de overname van het acquis (NPOA). Dit stuk is een belangrijke mijlpaal bij de voorbereiding van Turkije op het lidmaatschap van de Unie en vormt de eerste etappe in een ingrijpend programma van politieke hervormingen. Het geeft de visie van Turkije op het partnerschap voor toetreding tot de Unie weer. Met betrekking tot de politieke criteria voor het lidmaatschap van de Unie lijkt een eerste analyse erop te duiden dat er nog wel inspanningen noodzakelijk zijn op gebieden zoals het waarborgen van de culturele rechten voor alle burgers, ongeacht hun oorsprong en afkomst, zoals door het geachte parlementslid was vermeld.

(1) PB L 85 van 24.3.2001.