SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0803/01 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. BSE-crisis: Aansprakelijkheid, schadevergoeding en maatregelen van de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0803/01 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. BSE-crisis: Aansprakelijkheid, schadevergoeding en maatregelen van de Commissie.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0803/01 van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie. BSE-crisis: Aansprakelijkheid, schadevergoeding en maatregelen van de Commissie.
Publicatieblad Nr. 350 E van 11/12/2001 blz. 0039 - 0041
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0803/01
van Hiltrud Breyer (Verts/ALE) aan de Commissie
(19 maart 2001)
Betreft: BSE-crisis: Aansprakelijkheid, schadevergoeding en maatregelen van de Commissie
1. Kan de Commissie meedelen in hoeverre zij op de hoogte is van strafvervolging van of schadeclaims tegen diervoederproducenten in of buiten de EU wegens productieprocédés waarbij de wettelijke regels niet zijn nageleefd en, mocht haar niets bekend zijn, hoe zij het feit beoordeelt dat er geen strafrechtelijke procedures tegen diervoederproducenten lopen?
2. of zij van mening is dat de aansprakelijkheid van producenten in geval van een overtreding opgeschort dient te worden,
3welke maatregelen zij in verband met de BSE-crisis denkt te nemen met het oog op wijziging van de richtlijn inzake productaansprakelijkheid,
4. of zij overweegt maatregelen te treffen voor een duidelijke etikettering van diervoeders,
5. of zij van plan is maatregelen te nemen met het oog op de opstelling van een positieve lijst van ingrediënten in diervoeders en bijgevolg te komen tot een duidelijke vermelding of het om dierlijke of plantaardige voeders gaat,
6. welke maatregelen zij neemt om alternatieven te ontwikkelen voor het gebruik van diermeel in diervoeders,
7. wanneer zij denkt een overlegronde over diermeel te organiseren naar het model van de gespreksronde van juli 1997?
Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie
(4 juli 2001)
Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, zijn in de lidstaten geen dergelijke zaken voor de strafrechter gebracht, maar wordt momenteel ten minste één klacht van een burgerlijke partij in Frankrijk in vooronderzoek behandeld.
Bij Richtlijn 85/374/EEG van de Raad van 25 juli 1985 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken(1) is in de Gemeenschap het beginsel aansprakelijkheid buiten schuld ingevoerd. Dat houdt in dat de producent van een roerend goed eventuele schade aan het lichamelijk welzijn of het eigendom van mensen moet vergoeden, onafhankelijk van de vraag of hem al dan niet onachtzaamheid kan worden verweten. Overeenkomstig de algemene regels inzake aansprakelijkheid wordt er in artikel 4 van de richtlijn echter op gewezen dat de gelaedeerde de schade, het gebrek en het oorzakelijk verband tussen het gebrek en de schade moet bewijzen. In artikel 7, waarin wordt bepaald onder welke voorwaarden de producent van aansprakelijkheid vrijgesteld is, wordt onder punt e) het geval vermeld waarin het op grond van de stand van de wetenschappelijke en technische kennis op het tijdstip waarop hij het product in het verkeer bracht, onmogelijk was het bestaan van het gebrek te ontdekken.
De originele versie van de richtlijn omvatte alle roerende goederen met uitzondering van landbouwgrondstoffen en producten van de jacht. Onder landbouwgrondstoffen werden producten van de bodem, van de veefokkerij en van de visserij verstaan, met uitzondering van producten die een eerste be- of verwerking hebben ondergaan. Diervoeders, die in principe een eerste be- of verwerking hebben ondergaan, vielen dus reeds onder Richtlijn 85/374/EEG van de Raad.
Naar aanleiding van de BSE-crisis heeft de Commissie voorgesteld de richtlijn te wijzigen en de werkingssfeer uit te breiden tot landbouwgrondstoffen en producten van de jacht. Overeenkomstig Richtlijn 1999/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 1999 tot wijziging van Richtlijn 85/374/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de aansprakelijkheid voor producten met gebreken(2) moeten de lidstaten een strikte aansprakelijkheid toepassen op landbouwgrondstoffen. De Commissie vestigt de aandacht van de geachte afgevaardigde op haar verslag over de toepassing van Richtlijn 85/374/EEG, dat zij op 31 januari 2001 heeft goedgekeurd(3).
Op 7 januari 2000 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd om nieuwe etiketteringsregels in te voeren(4). Dit voorstel is ingediend bij het Parlement en de Raad. De Commissie stelt voor dat alle ingrediënten van samengestelde diervoeders op het etiket moeten worden vermeld, zodat de veehouders een onderbouwde keuze kunnen maken. Dit voorstel wordt nog door de Raad en het Parlement besproken in het kader van de medebeslissingsprocedure.
De Commissie overweegt hierover een haalbaarheidsstudie te laten uitvoeren, in het bijzonder over het vaststellen van regels voor het opstellen en bijwerken van een positieve lijst.
Naar aanleiding van het besluit van de Raad om het verbod op het gebruik van verwerkte dierlijke eiwitten in diervoeders uit te breiden tot niet-herkauwers om de consument meer voedselveiligheidsgaranties te bieden, en het verzoek van de Raad om een analyse van de vraag naar en het aanbod aan plantaardige eiwitten, heeft de Commissie bij het Parlement en de Raad twee documenten ingediend, waarnaar wij de geachte afgevaardigde verwijzen:
- een werkdocument(5) over Vraag en aanbod van eiwitrijke gewassen in de EU als gevolg van de BSE-crisis;
- een mededeling(6) aan het Parlement en de Raad over Opties om de teelt van eiwithoudende gewassen in de EU te bevorderen, die op het werkdocument is gebaseerd.
In 2001 is geen vervolg gepland op de conferentie over dierlijke eiwitten van juli 1997.
(1) PB L 210 van 7.8.1985.
(2) PB L 141 van 4.6.1999.
(3) COM(2000) 893 def.
(4) COM(1999) 744 def.
(5) SEC(2001) 431.
(6) COM(2001) 148 def.