SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Veterinaire diensten en laboratoria, programma's voor uitroeiing van en toezicht op veeziekten en uitgaven op veterinair gebied in Griekenland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Veterinaire diensten en laboratoria, programma's voor uitroeiing van en toezicht op veeziekten en uitgaven op veterinair gebied in Griekenland.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Veterinaire diensten en laboratoria, programma's voor uitroeiing van en toezicht op veeziekten en uitgaven op veterinair gebied in Griekenland.
Publicatieblad Nr. 364 E van 20/12/2001 blz. 0022 - 0024
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0895/01
van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie
(28 maart 2001)
Betreft: Veterinaire diensten en laboratoria, programma's voor uitroeiing van en toezicht op veeziekten en uitgaven op veterinair gebied in Griekenland
In 2000 hebben zich in Griekenland (departementen Evros en Xanthi) gevallen van mond- en klauwzeer voorgedaan en zijn 5 330 runderen, 3 500 geiten en schapen en 450 varkens gedood. Na controles heeft de Commissie op grond van de beschikkingen 90/424/EEG(1) en 94/370/EEG(2) over bepaalde uitgaven op veterinair gebied, en na onderzoek naar de veterinaire activiteiten in bepaalde sectoren en het programma voor de uitroeiing van en het toezicht op veeziekten vastgesteld dat in Griekenland het systeem voor de bestrijding van verschillende ziekten (brucellose bij runderen, schapen en geiten, tuberculose bij runderen en vibriose bij schapen) niet doeltreffend is en dat de programma's hiervoor vanuit veterinair opzicht maar ook inzake financieel beheer ontoereikend zijn. Kan de Commissie op grond hiervan de volgende vragen beantwoorden:
1. In welke mate voldoen de veterinaire diensten en laboratoria in Griekenland aan de geldende communautaire richtlijnen en verordeningen betreffende de uitroeiing van en het toezicht op veeziekten?
2. In welke mate zijn de andere lidstaten en de buurlanden van Griekenland (Turkije, Bulgarije, e.a.) alert voor mond- en klauwzeer en welke maatregelen zal de Commissie nemen om deze ziekte doeltreffend te bestrijden?
3. Welke maatregelen moeten op grond van de beschikkingen 2000/640/EG(3) en 2000/774/EG(4) tot goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de preventie van zoönosen die Griekenland voor het jaar 2001 heeft ingediend, worden genomen om te vermijden dat de financiële bijdrage van de Gemeenschap niet verloren gaat als blijkt dat de uitvoering van de programma's ter bestrijding van mond- en klauwzeer in Griekenland voor het jaar 2000 2,4 miljard drachmen bedroeg?
(1) PB L 224 van 18.8.1990, blz. 19.
(2) PB L 168 van 2.7.1994, blz. 31.
(3) PB L 269 van 21.10.2000, blz. 56.
(4) PB L 308 van 8.12.2000, blz. 39.
Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie
(4 juli 2001)
1. In het kader van Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap(1) dienen de lidstaten de Europese Commissie en de andere lidstaten op de hoogte te brengen van het uitbreken van een aantal dierziekten die schade toebrengen aan de dierlijke productie en tot handelsbeperkingen leiden. In de periode 1996-2000 heeft Griekeland de volgende ziektehaarden gemeld:
>RUIMTE VOOR DE TABEL>
Met betrekking tot inspectiebezoeken van het Voedsel- en veterinair bureau (zie website: http://europa.eu.int/comm/food/index_en.html) zijn er enige aanbevelingen gedaan aan de Griekse autoriteiten. Griekenland heeft toegezegd de Commissie de komende maanden over de uitvoering daarvan op de hoogte te stellen.
Bij de maatregelen van Griekenland ter bestrijding en uitroeiing van mond- en klauwzeer, blauwtong en schappenpokken is rekening gehouden met de bepalingen van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad van 18 november 1985 tot vaststelling van gemeenschappelijke maatregelen ter bestrijding van mond- en klauwzeer(2) en van Richtlijn 92/119/EEG van de Raad van 17 december 1992 tot vaststelling van algemene communautaire maatregelen voor de bestrijding van bepaalde dierziekten en van specifieke maatregelen ten aanzien van de vesiculaire varkensziekte(3).
2. Alle lidstaten hebben in overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn 85/511/EEG van de Raad rampenplannen voor de bestrijding van mond- en klauwzeer opgesteld.
Wat betreft de situatie in verband met mond- en klauwzeer in Bulgarije wordt erop gewezen dat Bulgarije in 1991 het non-vaccinatiebeleid van de EU heeft ingevoerd. De laatste uitbraak van mond- en klauwzeer deed zich in 1996 voor. De ziekte werd snel uitgeroeid en de toegepaste maatregelen waren in overeenstemming met het Bulgaarse rampenplan.
De afgelopen jaren is melding gemaakt van de uitbraak van mond- en klauwzeer in verscheidene delen van Turkije. Om de bestrijding van mond- en klauwzeer in Turkije te helpen ondersteunen aanvaardde de Europese Commissie Beschikking 98/64/EG van 9 december 1998 houdende vaststelling van een financiële bijdrage van de Gemeenschap voor de verbetering van het programma inzake de bestrijding van mond- en klauwzeer in Turkije(4). Sindsdien is hulp geboden door de levering van MKZ-vaccin voor gebruik in Turks-Thracië.
3. In 2000 diende Griekenland een aantal programma's voor de bestrijding van dierziekten in met het oog op communautaire medefinanciering. Bij Beschikking 2000/640/EG(5) van 13 oktober 2000 betreffende de lijst van programma's voor de uitroeiing en bewaking van dierziekten en betreffende de lijst van controleprogramma's ter voorkoming van zoönoses, waarvoor in 2001 een financiële bijdrage van de Gemeenschap kan worden verleend, werd besloten dat Griekenland in aanmerking komt voor een financiële bijdrage in 2001 wat betreft runderbrucellose, rundertuberculose, schapen- en geitenbrucellose en scrapie. Overeenkomstig Beschikking 2000/774/EG van 30 november 2000 tot goedkeuring van de programma's voor de uitroeiing en de bewaking van dierziekten en voor de preventie van zoönoses die de lidstaten voor het jaar 2001 hebben ingediend(6) kan de financiële bijdrage van de Gemeenschap slechts worden verleend voorzover de voorgenomen maatregelen efficiënt worden uitgevoerd en de autoriteiten alle nodige inlichtingen binnen de vastgestelde termijnen verstrekken. Voorts komen krachtens Verordening (EG) nr. 1258/1999 alleen in overeenstemming met het Gemeenschapsrecht gedane uitgaven in aanmerking die voldoen aan de voorwaarden voor communautaire financiering. Om de uitroeiing van dierziekten te verbeteren en te vermijden dat tijdens de uitvoering van goedgekeurde programma's communautaire middelen verloren gaan heeft de Commissie in het kader van
het Witboek over voedselveiligheid(7) in 2000 een speciale task force in het leven geroepen. Een subgroep van deze task force heeft zich reeds over de brucellosesituatie in Griekenland gebogen en aanbevelingen gedaan in verband met deze kwestie. In het kader van het normale controlesysteem zal toezicht worden gehouden op de uitvoering van de aanbevelingen.
(1) PB L 378 van 31.12.1982.
(2) PB L 315 van 26.11.1985.
(3) PB L 62 van 15.3.1993.
(4) PB L 16 van 21.1.1998.
(5) PB L 269 van 21.10.2000.
(6) PB L 308 van 8.12.2000.
(7) COM(1999) 719 def.