Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1078/01 van John Cushnahan (PPE-DE) aan de Commissie. Benarde situatie van de Turkse Koerden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1078/01 van John Cushnahan (PPE-DE) aan de Commissie. Benarde situatie van de Turkse Koerden.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1078/01 van John Cushnahan (PPE-DE) aan de Commissie. Benarde situatie van de Turkse Koerden.

Publicatieblad Nr. 340 E van 04/12/2001 blz. 0166 - 0166


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1078/01

van John Cushnahan (PPE-DE) aan de Commissie

(5 april 2001)

Betreft: Benarde situatie van de Turkse Koerden

Kan de Commissie meedelen wat zij voornemens is te ondernemen om ervoor te zorgen dat de mensenrechten van de Turkse Koerden worden geëerbiedigd, met name in verband met de Turkse wens om tot de EU toe te treden?

Antwoord van de heer Verheugen namens de Commissie

(11 juni 2001)

In het Partnerschap voor toetreding met Turkije dat op 8 maart 2001 is goedgekeurd(1) worden de prioriteiten voor Turkije vermeld bij de inspanningen om vooruitgang te boeken bij het voldoen aan alle politieke criteria van Kopenhagen. Het Partnerschap geeft aan dat Turkije op korte termijn de wettelijke en grondwettelijke garanties voor het recht van vrijheid van meningsuiting overeenkomstig artikel 10 van de Europese Conventie voor de mensenrechten dient te versterken en op middellange termijn, zonder enigerlei discriminatie en ongeacht taal, ras, huidskleur, geslacht, politieke opvattingen, levensovertuiging of religie, het volledig genot voor iedereen van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden dient te waarborgen.

De Commissie verwelkomt de goedkeuring door de Turkse regering op 19 maart 2001 van het Nationaal Programma voor de overname van het acquis. De Commissie acht dit document een belangrijke stap voorwaarts, als eerste fase in een vérstrekkend programma van politieke hervormingen in Turkije. Met betrekking tot de politieke criteria voor het lidmaatschap van de Unie dienen verder inspanningen te worden ondernomen op gebieden zoals het garanderen van culturele rechten voor alle burgers, ongeacht hun oorsprong, zoals door het geachte parlementslid wordt genoemd.

(1) PB L 85 van 24.3.2001.