Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1138/01 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Bescherming van de kabeljauwstand in de Noordzee.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1138/01 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Bescherming van de kabeljauwstand in de Noordzee.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1138/01 van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie. Bescherming van de kabeljauwstand in de Noordzee.

Publicatieblad Nr. 318 E van 13/11/2001 blz. 0212 - 0212


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1138/01

van Charles Tannock (PPE-DE) aan de Commissie

(10 april 2001)

Betreft: Bescherming van de kabeljauwstand in de Noordzee

Is het waar dat de Commissie enerzijds 40 000 vierkante mijl aan visgronden heeft gesloten voor de kabeljauw- en schelvisvangst in een poging tot instandhouding van het steeds verder teruglopende bestand aan deze vissoorten in de Noord-Europese wateren, maar anderzijds de voornamelijk Deense industriële vissersvloot toestemming heeft gegeven in het hetzelfde gebied honderdduizenden tonnen kleine vis te vangen voor verwerking tot vismeel voor de landbouw, waarmee zij een lachertje maakt van haar beschermingsbeleid, niet alleen omdat kabeljauw en schelvis gemakkelijk kunnen worden meegenomen in netten met een maaswijdte van 16 mm, maar ook omdat de kleine vis een essentieel onderdeel vormt in de mariene voedselketen waarop de grotere vis uiteindelijk is aangewezen?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(29 mei 2001)

In het kader van de onlangs ingevoerde noodmaatregelen ter bescherming van de kabeljauwstand in de Noordzee is bepaald dat vanaf 1 maart en ten zuiden van 59° N op zandspiering mag worden gevist. Deze voorwaarden stellen een goed ontwikkelde visserijtak is staat te blijven vissen. Deze visserijtak heeft, naar uit eerder onderzoek is gebleken, weinig bijvangst van kabeljauw of andere demersale soorten. Om te waarborgen dat dit zo blijft, is in de verordening bepaald dat in iedere betrokken lidstaat bij ten minste 50 visreizen van vaartuigen die onder de betrokken voorwaarden vissen, een waarnemer aan boord moet zijn om het percentage van alle gevangen soorten te bepalen.

Al vaak is beweerd dat deze vorm van visserij soorten zoals kabeljauw, schelvis, en wijting van hun voedsel berooft. Er is echter weinig of geen bewijs dat dit ook echt zo is.