SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1438/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) en Giorgos Dimitrakopoulos (PPE-DE) aan de Commissie. Migratiestromen naar Griekenland en bewaking van de buitengrenzen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1438/01

van Antonios Trakatellis (PPE-DE) en Giorgos Dimitrakopoulos (PPE-DE) aan de Commissie

(17 mei 2001)

Betreft: Migratiestromen naar Griekenland en bewaking van de buitengrenzen

Griekenland kampt met bijzondere problemen bij de bewaking van zijn grenzen, die tegelijk de buitengrenzen van de Unie zijn. Dit vloeit niet alleen voort uit de geografische kenmerken van het land maar is ook een gevolg van het feit dat de Europese Unie een reeks maatregelen heeft geïntroduceerd inzake asiel, illegale immigratie en het overschrijden van de buitengrenzen.

Kan de Commissie in het licht hiervan antwoorden op de volgende vragen:

1. Welke uitvoeringsmaatregelen en acties heeft Griekenland in het kader van de EU genomen voor de bewaking van de grenzen, het efficiënt beheer van de migratiestromen en de preventie van de illegale immigratie?

2. Hoeveel geld heeft Griekenland opgenomen uit de communautaire begrotingsmiddelen voor de jaren 1997, 1998, 1999 en 2000 voor uitgaven in verband met grensbewaking, overdracht van technologie en acties voor de preventie van illegale immigratie en repatriëring (refoulement)?

3. Hoeveel geld is in Griekenland ter beschikking gesteld op het gebied van justitie en binnenlandse zaken voor de integratie van vluchtelingen en voor maatregelen inzake asiel en vluchtelingen in het kader van het Europees Vluchtelingenfonds(1) of van andere communautaire programma's, zoals Odysseus(2), en voor welke acties werden deze middelen gebruikt?

4. Wat zijn de officiële cijfers inzake het aantal vluchtelingen, asielzoekers, immigranten, illegale immigranten en naturalisaties in Griekenland?

(1) PB L 252 van 6.10.2000, blz. 12.

(2) PB L 99 van 31.3.1998, blz. 2.

Antwoord van de heer Vitorino namens de Commissie

(6 juli 2001)

1. Na een aantal bezoeken om de controles aan de land- en zeegrenzen te evalueren heeft de Raad in december 1999 besloten met ingang van 1 januari 2000 het Schengen-acquis volledig in Griekenland ten uitvoer te leggen en in de loop van het jaar 2000 een aanvullend controlebezoek te organiseren.

De deskundigen die hiermee waren belast, hebben vastgesteld dat de controleprocedures over het algemeen zijn aangepast aan de vereisten van Schengen en hebben erop gewezen dat het personeelsbestand werd uitgebreid en de uitrusting verbeterd. Zij hebben de harmonisatie van de opleidingsprogramma's aanbevolen alsmede de verdere uitvoering van maatregelen om illegalen op te pakken en uit te zetten.

2. In 1997, 1998, 1999 en 2000 heeft Griekenland de volgende kredieten gebruikt:

- Begrotingsplaats B3-4113 (integratie) voor een totaal van 2 757 395, begrotingsplaats B5-803 (opvang) voor een totaal van 2 957 799 en begrotingsplaats B7-6008 (vrijwillige repatriëring) voor een totaal van 1 660 663.

- Deze bedragen werden gebruikt voor projecten inzake integratie, opvang en vrijwillige repatriëring van vluchtelingen en asielzoekers. In totaal werden 26 projecten ten uitvoer gelegd. Wat de integratie betreft, hadden de activiteiten betrekking op huisvesting, adviesverlening, opleiding, beroepsoriëntatie en rechtsbijstand. Op het gebied van de opvang werden opvangcentra opgericht of aangepast, werd psycho-sociale en juridische bijstand verleend en werd de nodige begeleiding verstrekt. De uit de begrotingsplaats repatriëring gefinancierde projecten omvatten activiteiten zoals beroepsopleiding, juridisch advies en begeleiding, bijstand bij terugkeer, oprichting van kleine ondernemingen en arbeidsbemiddeling.

- In het kader van het Odysseus-programma werd in 1998 275 000 toegekend, in 1999 248 399 en in 2000 106 770.

- In totaal werden zeven projecten ten uitvoer gelegd die betrekking hebben op acties zoals studiebijeenkomsten op het gebied van controle en bewaking van de buitengrenzen en bestrijding van illegale immigratie of maatregelen ter bescherming van de mensenrechten van vluchtelingen/asielzoekers.

3. In het kader van het Europees Vluchtelingenfonds (EVF) werden de programma's 2000 en 2001 van Griekenland in maart 2001 goedgekeurd. De bijdrage van het EVF bedraagt respectievelijk 652 057,17 en 629 043,03 en is erop gericht de inspanningen te ondersteunen die Griekenland met name levert op het gebied van de opvang en integratie van personen waarvan het verblijf in Griekenland van duurzame aard is. De selectie van de projecten valt onder de bevoegdheid van het ministerie van Volksgezondheid en Welzijn.

4. Overeenkomstig de communautaire statistieken hebben in 1997, 1998, 1999 en 2000 respectievelijk 4 376, 2 953, 1 528 en 3 083 personen in Griekenland een asielaanvraag ingediend. In dezelfde periode hebben de Griekse autoriteiten in totaal aan 654 personen de vluchtelingenstatus in de zin van het Verdrag van Genève toegekend.

Volgens Griekenland waren er in 1997 in totaal 22 078 en in 1998 12 630 immigranten.

In 1997 verkregen 930 personen het Griekse burgerschap en in 1998 807 personen.

Momenteel zijn voor 1999 en 2000 geen gegevens inzake immigratie en naturalisatie beschikbaar.

Alle aan de Commissie verstrekte gegevens die aanwijzingen kunnen geven omtrent de omvang van de illegale immigratie, zoals cijfers betreffende de aan de Griekse grenzen opgepakte illegale immigranten, worden door de Griekse autoriteiten als vertrouwelijk aangemerkt.