Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1558/01 van Esko Seppänen (GUE/NGL) aan de Commissie. Uitbreiding van het aantal leden van het Europees Parlement.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1558/01 van Esko Seppänen (GUE/NGL) aan de Commissie. Uitbreiding van het aantal leden van het Europees Parlement.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1558/01 van Esko Seppänen (GUE/NGL) aan de Commissie. Uitbreiding van het aantal leden van het Europees Parlement.

Publicatieblad Nr. 350 E van 11/12/2001 blz. 0189 - 0190


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-1558/01

van Esko Seppänen (GUE/NGL) aan de Commissie

(17 mei 2001)

Betreft: Uitbreiding van het aantal leden van het Europees Parlement

In haar antwoord op mijn mondelinge vraag H-272/01(1) geeft de Commissie de volgende interpretatie van het Verdrag van Nice: indien er voor 1 januari 2004 geen toetredingsverdrag is ondertekend, wordt uit de vijftien lidstaten in 2004 hetzelfde aantal afgevaardigden gekozen als nu in het Parlement zitting hebben. Deze interpretatie is zonder twijfel correct, maar roept toch een nieuw interpretatieprobleem op. Wat zal er naar de mening van de Commissie moeten gebeuren, indien er bijvoorbeeld één toetredingsverdrag is ondertekend: hoeveel afgevaardigden zullen er dan uit de lidstaten worden gekozen?

(1) Schriftelijk antwoord 3.4.2001.

Antwoord van de heer Prodi namens de Commissie

(18 juli 2001)

Uit hoofde van artikel 2, lid 2 en 3 van het Protocol betreffende de uitbreiding van de Europese Unie, gehecht aan het Verdrag van Nice betreffende de Europese Unie en de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen(1), zal het precieze aantal in 2004 in elke lidstaat te verkiezen aantal vertegenwoordigers in het Europees Parlement bij een besluit van de Raad worden vastgesteld.

Om dit aantal te bepalen moet eerst aan het totale aantal vertegenwoordigers van de huidige vijftien lidstaten (vastgelegd in artikel 190 van het EG-Verdrag zoals gewijzigd door artikel 2, lid 1, van genoemd Protocol, te weten 535 vertegenwoordigers) worden vermeerderd met het totale aantal

vertegenwoordigers van de nieuwe lidstaten ingevolge het(de) toetredingsverdrag(en) dat(die) uiterlijk op 1 januari 2004 is(zijn) ondertekend. Indien het totale aantal vertegenwoordigers minder bedraagt dan 732, wat het geval zal zijn indien niet alle kandidaat-lidstaten op 1 januari 2004 de onderhandelingen hebben afgesloten met de ondertekening van een toetredingsverdrag, zal de Raad het aantal in 2004 te verkiezen vertegenwoordigers in iedere lidstaat verhogen, zodat het totale aantal zo dicht mogelijk bij 732 komt te liggen. De correctie van het aantal in 2004 te verkiezen vertegenwoordigers wordt naar verhouding berekend; het totale aantal in een lidstaat te kiezen vertegenwoordigers mag echter niet meer bedragen dan het huidige aantal vertegenwoordigers bij het Parlement voor het land in kwestie.

(1) PB C 80 van 10.3.2001.