Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1574/01 van Luciana Sbarbati (ELDR) aan de Commissie. Afvalverwerking: volksgezondheid en gevolgen voor het milieu.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1574/01 van Luciana Sbarbati (ELDR) aan de Commissie. Afvalverwerking: volksgezondheid en gevolgen voor het milieu.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1574/01 van Luciana Sbarbati (ELDR) aan de Commissie. Afvalverwerking: volksgezondheid en gevolgen voor het milieu.

Publicatieblad Nr. 364 E van 20/12/2001 blz. 0150 - 0152


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1574/01

van Luciana Sbarbati (ELDR) aan de Commissie

(1 juni 2001)

Betreft: Afvalverwerking: volksgezondheid en gevolgen voor het milieu

In Italië groeit het probleem van de afvalverwerking exponentieel. Als reactie op het alarm dat enkele regio's op hygiënisch-sanitair gebied hebben geslagen, is voorgesteld afval over te brengen naar aangrenzende regio's. Zo is de regio Marche gevraagd 30 000 ton afval uit Campanië voor zijn rekening te nemen.

Ook in Europa wordt giftig afval naar andere landen getransporteerd, waarbij konvooien door dichtbevolkte stedelijke gebieden rijden. Er wordt toestemming verleend voor het begraven van grote hoeveelheden van allerlei soorten afval, zonder dat vaststaat hoe schadelijk dit is voor het grondwater en de volksgezondheid. De controles zijn onvoldoende en de ontsmetting in het kader van de mond- en klauwzeer-epidemie is gebeurd zonder de minste coördinatie tussen de verschillende EU-landen.

In deze grenssituatie komen het recht van de burger op gezondheid en de bescherming van het milieu ernstig in het gedrang.

Kan de Commissie bijgevolg meedelen:

1. of zij van plan is het aantal sensibiliseringsacties en de uitwisseling van beste praktijken op te voeren, om tot een verbetering van de afvalsituatie bij te dragen, in plaats van zich te beperken tot het opstellen van wetgevingsteksten die ondoeltreffend blijken;

2. of zij van plan is aan te dringen op gescheiden afvalomhaling en te zorgen voor aanmoediging en steun voor onderzoeks- en industriële activiteiten met betrekking tot de recyclage van afval, met het oog op de omzetting ervan in alternatieve grondstoffen of energiebronnen;

3. of zij van plan is straffen in te stellen voor wie in de kaart speelt van de eco-mafia, door niet concreet op te treden om het probleem op te lossen, maar anderen verantwoordelijkheid op te leggen of te speculeren door bepaalde typen van afval te commercialiseren en of zij van plan is straffen op te leggen aan wie louter om subsidies te verwerven, gevaarlijk materiaal overbrengt naar een ander land en hierbij de gezondheid van de burgers in gevaar brengt en schade toebrengt aan het milieu?

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(26 juli 2001)

De communautaire afvalwetgeving biedt de lidstaten een kader van bevoegdheden en verplichtingen dat moet bijdragen tot het realiseren van effectieve milieubescherming. Krachtens Richtlijn 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen(1) moeten de lidstaten ervoor zorgen dat afvalstoffen worden verwijderd of teruggewonnen zonder gevaar op te leveren voor de gezondheid van de mens en zonder nadelige gevolgen voor het milieu. Verder verplicht de richtlijn de lidstaten om een geïntegreerd en toereikend netwerk van afvalverwijderingsinstallaties op te zetten en ervoor te zorgen dat afvalverwerkende bedrijven een vergunning hebben en geregistreerd zijn. Om aan de eisen en doelstellingen van de richtlijn te voldoen, moeten de lidstaten afvalbeheersplannen opstellen die met name betrekking hebben op het soort, de hoeveelheid en de oorsprong van het afval, algemene technische eisen, eventuele speciale regelingen voor bepaalde afvalstoffen en geschikte verwijderingsplaatsen of -installaties. Voor de overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen gelden strikte controleprocedures krachtens Verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap(2). Met name hebben de lidstaten krachtens de verordening bevoegdheden om controle uit te oefenen op de in- en uitvoer van afvalstoffen binnen de Gemeenschap, wanneer deze voor verwijdering bestemd zijn.

Gescheiden inzameling is op dit ogenblik verplicht voor afgewerkte olie krachtens Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie(3), voor verpakkingsafval, in die zin dat aan de doelstellingen van Richtlijn 94/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 1994 betreffende verpakking en verpakkingsafval(4) moet worden voldaan, en voor batterijen die onder Richtlijn 91/157/EEG van de Raad van 18 maart 1991 inzake batterijen en accu's(5) vallen. Gescheiden inzameling behoort ook tot de doelstellingen van het voorstel van de Commissie inzake afval van elektrische en elektronische apparatuur. Daarnaast kunnen de lidstaten met inachtneming van de regels voor de interne markt ook economische instrumenten gebruiken, zoals fiscale maatregelen en statiegeldsystemen om gescheiden inzameling aan te moedigen.

Naast het voorstellen van wetgeving heeft de Commissie verschillende andere initiatieven genomen om meer bekendheid te geven aan goede praktijk en de uitwisseling ervan te bevorderen. In het kader van het LIFE-programma kunnen innovatieve projecten om de gescheiden inzameling en recycling van afval te verbeteren worden gefinancierd. Er zijn verschillende speciale workshops georganiseerd om informatie uit te wisselen over beste praktijk, waaronder een workshop in Sorrento in 1996 die vooral betrekking had op de situatie in Campania. De Commissie heeft een handboek gepubliceerd over goede praktijk op het gebied van gescheiden inzameling en compostering(6) dat speciaal bestemd was voor Zuid-Europa waar een zeer groot potentieel voor compostering aanwezig is. In dit verband is ook een zeer nuttig handboek opgesteld door het Italiaanse nationale mieubeschermingsagentschap(7).

De communautaire milieuwetgeving legt de specifieke wettelijke verplichtingen vast die de lidstaten onder hun jurisdictie moeten doen naleven. De communautaire wetgeving biedt de lidstaten zodoende het nodige kader om de illegale verwerking van afval aan te pakken. Het is echter de verantwoordelijkheid en plicht van elke lidstaat ervoor te zorgen dat de communautaire milieurichtlijnen niet alleen correct in het nationale recht worden omgezet, maar ook dat er doeltreffende sancties worden ingesteld om de illegale verwerking van afval te ontmoedigen en te bestrijden en om ervoor te zorgen dat er in de praktijk voldoende controle en handhaving is. De Commissie zelf blijft toezien op de toepassing van het gemeenschapsrecht. Zij heeft een groot aantal inbreukprocedures ingeleid tegen lidstaten in verband met het niet omzetten of onjuist toepassen van de communautaire afvalwetgeving(8).

In het zesde milieuactieprogramma van de Europese Gemeenschap Milieu 2010: Onze toekomst, onze keuze voor de periode 2001-2010(9) is uitdrukkelijk vermeld dat milieucriminaliteit krachtig moet worden aangepakt(10)

In het kader van haar actie uit hoofde van de eerste pijler van het Verdrag heeft de Commissie op 13 maart 2001 een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake milieubescherming door het strafrecht aangenomen(11). Dit voorstel moet het mogelijk maken het gemeenschapsrecht ter bescherming van het milieu doeltreffender toe te passen door in de gehele Gemeenschap een minimumnorm vast te stellen wat betreft de bestanddelen van strafbare feiten die een inbreuk vormen op het gemeenschapsrecht ter bescherming van het milieu in iedere lidstaat. Het voorstel bevat bepalingen inzake de verwerking en de verwijdering van afvalstoffen.

De Commissie tracht alle betrouwbare informatie over het bestaan en de omvang van georganiseerde milieucriminaliteit te verzamelen. Daarnaast zal zij de lidstaten in het kader van de politiële en justitiële samenwerking (Titel VI van het EU-verdrag) aanmoedigen het richtlijnvoorstel te completeren met passende maatregelen, met name door mimimumstraffen vast te stellen die in alle lidstaten gelden en door te voorzien in de uitlevering van milieucriminelen tussen lidstaten.

(1) PB L 194 van 25.7.1975, als gewijzigd bij Richtlijn 91/156/EEG (PB L 78 van 26.3.1991) en Beschikking 96/350/EEG van de Commissie (PB L 135 van 6.6.1996).

(2) PB L 30 van 6.2.1993.

(3) PB L 194 van 25.7.1975.

(4) PB L 365 van 31.12.1994.

(5) PB L 78 van 26.3.1991.

(6) Commissione europea, Esempi di successo sul compostaggio e la raccolta differenziata, 2000 (http://www.europa.eu.int/comm/environment/waste/compost/index_it.htm).

(7) ANPA: La raccolta differenziata, aspetti progettuali e gestionali, 1999.

(8) Zie bijvoorbeeld het recente arrest van het Hof van Justitie in Zaak C-365/97 Commissie v Italië (San Rocco) van 9.11.99 inzake de inbreuk van Italië op Richtlijn 75/442/EEG in verband met de stroombedding van de San Rocco.

(9) COM(2001) 31 def.

(10) Zie paragraaf 2.1 van het programma.

(11) COM(2001) 139 def.