Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1635/01 van Pere Esteve (ELDR) aan de Commissie. Aankoop onroerend goed op Mallorca.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1635/01 van Pere Esteve (ELDR) aan de Commissie. Aankoop onroerend goed op Mallorca.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1635/01 van Pere Esteve (ELDR) aan de Commissie. Aankoop onroerend goed op Mallorca.

Publicatieblad Nr. 364 E van 20/12/2001 blz. 0164 - 0165


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1635/01

van Pere Esteve (ELDR) aan de Commissie

(12 juni 2001)

Betreft: Aankoop onroerend goed op Mallorca

Volgens de laatste onderzoeksresultaten van de Universiteit van de Balearen behoort op het eiland Mallorca meer dan 15 % van het grondgebied toe aan Duitse onderdanen. In het noordelijke

gebied van het eiland is dit 25 % en in sommige gemeenten is meer dan de helft van het grondgebied in handen van Duitse onderdanen. Op dit moment bezitten, volgens schattingen van het Duitse consulaat op Mallorca, 90 000 Duitsers onroerend goed op Mallorca.

Anderzijds zijn de huizenprijzen op de Balearen alleen al in het afgelopen jaar met 26,6 % gestegen. De Balearen vormen het autonome gewest met de sterkst gestegen huizenprijzen.

De Commissie heeft recentelijk erkend dat de aankoop van onroerend goed politiek gevoelig ligt in de meerderheid van de kandidaat-lidstaten. In dit verband heeft de Commissie een voorstel gedaan dat erop gericht is de verwerving van tweede woningen gedurende een periode van 5 jaar te beperken.

Indertijd werd in het EG-verdrag een protocol opgenomen waarin bepaald werd dat Denemarken niettegenstaande de bepalingen van het Verdrag de huidige wetgeving inzake de verwerving van tweede woningen (mocht) handhaven.

Is de Commissie, overwegende dat de Europese instellingen een precedent hebben geschapen en er een uitzonderlijke situatie op de Balearen bestaat met betrekking tot de verwerving van onroerend goed, op de hoogte van deze situatie? Is de Commissie voornemens met het oog op dit probleem maatregelen te treffen? Hoe kan het dat sommige gebieden in aanmerking komen voor bescherming terwijl een regio als de Balearen die met hetzelfde probleem kampt geen enkele bescherming geniet?

Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie

(31 juli 2001)

De vrijheid van kapitaalverkeer is een fundamentele vrijheid die wordt gewaarborgd door de bepalingen van de artikelen 56-60 (ex-artikelen 73B-73G) van het EG-verdrag. Artikel 56 bevestigt het beginsel van de volledige liberalisatie van het kapitaalverkeer tussen de lidstaten dat reeds was ingevoerd bij Richtlijn 88/361/EEG van de Raad van 24 juni 1988 voor de uitvoering van artikel 67 van het EG-verdrag(1).

Het EG-verdrag zelf bevat geen definitie van het begrip kapitaalbeweging. Het Hof van Justitie maakt evenwel gebruik van de nomenclatuur van het kapitaalverkeer die in de bijlage bij de vorengenoemde richtlijn is op genomen als indicatieve, niet-limitatieve lijst van kapitaalbewegingen. Deze nomenclatuur vermeld ook de beleggingen in ontroerende goederen, zowel door niet-ingezetenen in het binnenland als door ingezetenen in het buitenland.

Dit betekent dat ingezetenen van de Gemeenschap vrij in onroerend goed kunnen investeren op de Balearen. Elke beperking van dergelijke kapitaalbewegingen zou een inbreuk zijn op het EG-verdrag, behalve indien zij zou kunnen worden opgelegd op grond van artikel 57 of indien zij gerechtvaardigd zou zijn om redenen in verband met de openbare orde, de openbare veiligheid of de volksgezondheid. Deze uitzonderingen dienen volgens het Hof van Justitie evenwel in enge zin te worden geïnterpreteerd en kunnen niet in verband worden gebracht met overwegingen van economische aard.

Wat de laatste vraag van het geachte parlementslid betreft, zou de Commissie erop willen wijzen dat de door Denemarken ingestelde beperkingen op de aankoop van tweede woningen de enige aan een lidstaat toegekende uitzondering op het vrije verkeer van kapitaal in de Gemeenschap vormen. Protocol nr. 1 betreffende de verwerving van onroerende goederen in Denemarken maakt integrerend deel uit van het EG-verdrag en is van onbepaalde duur. Deze bepaling kan enkel worden gewijzigd door een wijziging van het EG-verdrag zelf, dat door alle lidstaten met inbegrip van Denemarken is ondertekend, of door een unilaterale versoepeling van deze beperkingen door Denemarken.

Aan de kandidaat-lidstaten werden in het kader van de toetredingsonderhandelingen bepaalde tijdelijke uitzonderingen op het EG-verdrag toegekend, onder meer een aantal overgangsmaatregelen voor onroerende goederen (landbouwgrond, bosgrond en tweede woningen). Deze maatregelen zijn evenwel, in tegenstelling tot Protocol nr. 1, van tijdelijke aard.

(1) PB L 178 van 8.7.1988.