Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1712/01 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Mensensmokkel van jonge voetballers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1712/01 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Mensensmokkel van jonge voetballers.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1712/01 van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie. Mensensmokkel van jonge voetballers.

Publicatieblad Nr. 364 E van 20/12/2001 blz. 0186 - 0189


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1712/01

van Margrietus van den Berg (PSE) aan de Commissie

(14 juni 2001)

Betreft: Mensensmokkel van jonge voetballers

In diverse lidstaten zijn wantoestanden ten aanzien van het aantrekken van jonge voetballers van buiten de Europese Unie geconstateerd. Enkele voorbeelden zijn het bezit van een vals paspoort uit

een lidstaat waarmee een verblijfs- en werkvergunning in een andere lidstaat wordt verkregen; het uitlenen van jonge buitenlandse spelers tussen voetbalclubs uit verschillende lidstaten zonder dat aan de vereiste formaliteiten is voldaan; ongelijke arbeidsvoorwaarden voor spelers van buiten de Unie ten opzichte van gelijkwaardige spelers met een Europese nationaliteit. De verschillen in regelgeving tussen de lidstaten leiden tot enerzijds een ongecoördineerde aanpak van deze problematiek en anderzijds het voortbestaan van de huidige situatie als gevolg van de voortdurende concurrentie tussen professionele voetbalclubs in de verschillende lidstaten.

In de conclusies van het Voorzitterschap (Nice, 7, 8 en 9.12.2000) uit de Europese Raad zijn bezorgdheid over commerciële transacties met minderjarige sporters, ook uit derde landen, voorzover dergelijke transacties niet in overeenstemming zijn met de bestaande arbeidswetgeving danwel de gezondheid en het welzijn die jonge sporters in gevaar brengen.

Op 5 maart 2001 is de Commissie met de FIFA in de kaderovereenkomst aangaande internationale voetbaltransfers het principe overeengekomen dat jonge voetballers speciale bescherming horen te genieten.

1. Kan de Commissie aangeven of zij inzicht heeft in de omvang van de handel in jonge voetballers afkomstig van buiten de Europese Unie door voetbalclubs binnen de Europese Unie en zo ja op welke wijze de nationale danwel Europese regelgeving wordt overtreden?

2. Is de Commissie van mening dat minderjarige sportlui een professionele beroepsactiviteit kunnen uitoefenen bij een sportclub in de Europese Unie en is dit niet in strijd met de Europese en nationale regelgeving?

3. Heeft de Commissie een overzicht van de wijze waarop de lidstaten deze problematiek op nationaal niveau proberen aan te pakken?

4. Is de Commissie bereid een onderzoek te initiëren met als doel te beoordelen of, en zo ja welke aanvullende Europese maatregelen noodzakelijk zijn?

5. Op welke wijze wil de Commissie de kaderafspraken met betrekking tot de bescherming van jonge voetballers in de overeenkomst met de FIFA aangaande internationale transfers nader uitwerken opdat de overeenkomst afdoende bescherming biedt aan jonge spelers afkomstig van buiten de Europese Unie?

6. Acht de Commissie de players agents rules zoals gehanteerd door de FIFA voor voetbalmakelaars een voldoende garantie om jonge voetbalspelers te beschermen tegen mensensmokkel en andersoortige illegale praktijken?

7. Acht de Commissie het in het kader van het vrije verkeer van personen, diensten en kapitaal zinvol Europese regelgeving op te stellen voor het uitoefenen van het beroep en beroepsactiviteiten van sportmakelaar met als doel een gelijke behandeling van (jonge) voetballers en andere sportlui uit andere sportdisciplines in alle lidstaten te bewerkstellingen en daardoor hun rechten te beschermen?

8. In sommige lidstaten zijn de activiteiten van sportmakelaars wettelijk geregeld en worden de rechten van de sportlui bij deze activiteiten beschermd. Acht de Commissie het noodzakelijk een Europese regelgeving op te stellen waarbij de sociale en arbeidsrechten van de (jonge) sportlui centraal staan?

9. Acht de Commissie het noodzakelijk om de strijd tegen mensenhandel én de internationale activiteiten van sportmakelaars op te nemen in haar onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten? Overweegt de Commissie dit thema eveneens op te nemen in haar buitenlands beleid en in de akkoorden die zij met de kandidaat-lidstaten sluit?

10. Welke maatregelen neemt de Commissie tegen nationale en internationale sportfederaties, sportverenigingen en sportmakelaars die de Europese of nationale arbeidsrechtelijke, sociale, fiscale of handelswetgevingen of de wetgeving rond de toegang tot en verblijf op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie overtreden?

Antwoord van mevrouw Reding namens de Commissie

(31 juli 2001)

Het geachte parlementslid heeft het over de bescherming van jonge sporters waarvan sprake is in de verklaring over de kenmerken van de sport en de maatschappelijke functie daarvan waarmee bij de uitvoering van het gemeenschappelijk beleid rekening moet worden gehouden die tijdens de Europese Raad van Nice in december 2000 is goedgekeurd(1). Net als de Raad begrijpt de Commissie gevoelig voor deze bezorgdheid, waarover reeds in het kader van het verslag van Helsinki over sport(2) werd gesproken, net als tijdens het Europese Sportforum op 26 en 27 oktober 2000 in Rijsel, waar een workshop aan de bescherming van jongeren was gewijd. Bovendien is de bijzondere situatie van jongeren onder de 18 nauwkeurig bestudeerd tijdens de gesprekken tussen de Commissie en de Fédération internationale de football association (FIFA) over de regels voor internationale transfers van voetballers.

Het geachte parlementslid stelt tien vragen:

1. De Commissie heeft geen inzicht in de omvang van de handel in jonge voetballers afkomstig uit derde landen. De gegevens waarover zij beschikt zijn afkomstig uit de pers of nationale verslagen. Gezien de bevoegdheden op dit gebied, zijn de eerste maatregelen voor wet- en regelgeving op nationaal niveau getroffen.

2. De Raad heeft Richtlijn 94/33/EG van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk(3) aangenomen. Deze richtlijn heeft tot doel kinderarbeid te verbieden (maar bevat een aantal uitzonderingsmogelijkheden voor de lidstaten), de arbeid van adolescenten te reglementeren en te beschermen en in het algemeen erop toe te zien dat de werkgever jongeren arbeidsomstandigheden biedt die aangepast zijn aan hun leeftijd.

3. Niet alle lidstaten lijken op dezelfde manier met dit verschijnsel bezig te zijn. Dit verklaart de verscheidenheid van de nationale reacties. In bepaalde lidstaten lijkt nog geen enkele specifieke maatregel getroffen te zijn, terwijl andere elke commerciële transactie met betrekking tot minderjarige sporters verbieden.

4. De Commissie is op dit moment niet van plan een onderzoek in te stellen naar de omvang van dit verschijnsel.

5. De bescherming van minderjarigen was een van de belangrijkste gespreksonderwerpen tussen de FIFA en de Commissie. Het ging er hoofdzakelijk om het recht van werknemers (met inbegrip van minderjarigen die wel de minimumleeftijd hebben bereikt om in het gastland te mogen werken) op vrij verkeer in balans te brengen met het verlangen deze zeer kwetsbare groep werknemers te beschermen. De oplossing die op 5 maart 2001 is gevonden, ziet toe op het respecteren van de twee beginselen, waarvan de tenuitvoerlegging door de FIFA moet worden gegarandeerd. Het is niet de taak van de Commissie regels in verband met de bescherming van minderjarigen uit te werken. Als hoedster van het EG-Verdrag moet zij zich beperken tot het garanderen van de naleving van het communautair recht. Het behoort dus niet tot de bevoegdheden van de Commissie deze kaderafspraken verder uit te werken.

6. t/m 8. Wat de voetbalmakelaars betreft, heeft de FIFA de regels betreffende de uitoefening van dit beroep gewijzigd en deontologische regels opgesteld, na een speciale procedure, gebaseerd op de mededingingsregels, bij de Commissie. Deze nieuwe regels van de FIFA voor voetbalmakelaars zijn op 1 maart 2001 in werking getreden. Een aantal lidstaten hebben ervoor gekozen regels op te stellen om een strikter regelgevend kader op te stellen voor de activiteiten van voetbalmakelaars.

9. In het kader van de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten wordt er op alle punten rekening gehouden met het acquis communautaire, met name wat betreft het beginselen van vrij verkeer en van Richtlijn 94/33/EG betreffende de bescherming van jongeren op het werk. De Commissie is niet van plan het thema over voetbalmakelaars tijdens de toetredingsonderhandelingen aan de orde te stellen.

10. De Commissie en de lidstaten moeten op een aanvullende manier garanderen dat het communautair en het nationaal recht worden nageleefd. Op communautair niveau zijn hiervoor procedures voorzien in het EG-Verdrag. Deze staan soms directe interventies toe ten opzichte van de sportfederaties,

bijvoorbeeld wat betreft de mededingingsregels. Op een aantal gebieden zijn daarentegen de interne rechtbanken bevoegd voor geschillen betreffende de toepassing van het communautair recht.

(1) Europese Raad van Nice - 7, 8 en 9 december 2000 - Bijlage IV bij de conclusies van het voorzitterschap: Verklaring over de specifieke kenmerken van de sport en de maatschappelijke functie daarvan in Europa, waarmee bij de uitvoering van het gemeenschappelijk beleid rekening moet worden gehouden.

(2) Verslag van de Commissie aan de Europese Raad teneinde de bestaande sportstructuren te vrijwaren en de sport haar sociale functie in het kader van de Gemeenschap te laten behouden - Verslag van Helsinki over sport - COM(1999) 644 def.

(3) PB L 216 van 20.8.1994.