Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1894/01 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Controles op de projecten in Griekenland die medegefinancierd worden door het tweede communautaire steunkader.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1894/01 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Controles op de projecten in Griekenland die medegefinancierd worden door het tweede communautaire steunkader.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1894/01 van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie. Controles op de projecten in Griekenland die medegefinancierd worden door het tweede communautaire steunkader.

Publicatieblad Nr. 134 E van 06/06/2002 blz. 0005 - 0006


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1894/01

van Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE) aan de Commissie

(28 juni 2001)

Betreft: Controles op de projecten in Griekenland die medegefinancierd worden door het tweede communautaire steunkader

Is de Commissie tevreden met het systeem van de controle, voor wat het juiste beheer en de transparantie betreft, op de door het tweede communautaire steunkader in Griekenland medegefinancierde programma's? Wat is de omvang van de overtredingen die zijn opgespoord en welke sancties zijn er opgelegd?

Is de Commissie meer in het bijzonder van mening dat het systeem volmaakt functioneert wat betreft de sancties die in het geval van malversaties met openbare werken worden opgelegd? Is er sprake van een volledige informatie van de dienst voor fraudebestrijding (OLAF) met betrekking tot deze malversaties? Welke aanvullende maatregelen moeten er door de Griekse autoriteiten worden genomen?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(17 september 2001)

Met betrekking tot de programmeringsperiode 1994-1999 wijst de Commissie het geachte parlementslid erop dat de regelmatigheid van de medegefinancierde maatregelen, de verantwoordingen voor de desbetreffende uitgaven, het voorkomen en het vervolgen van onregelmatigheden en de recuperatie van ten onrechte betaalde bedragen krachtens artikel 23 van Verordening (EEG) nr. 2082/93 van de Raad van 20 juli 1993(1) in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten vallen.

Met betrekking tot Griekenland is in 2000 negen maal besloten tot financiële correcties. In 1999 zijn vijf financiële correcties voor in totaal 837 334 toegepast. De termijn voor de betalingen zal, op nationaal niveau, eind 2001 aflopen, terwijl overeenkomstig de geldende voorschriften tot en met 2004 controles mogen worden verricht.

Niettemin zij erop gewezen dat, gelet op het meerjarige karakter van de Structuurfondsprogramma's, door de autoriteiten van de lidstaten vele andere correcties worden toegepast op basis van bevindingen en aanbevelingen van nationale of communautaire controle-instanties, waarvoor geen formeel besluit van de Commissie vereist is, aangezien ze worden toegepast gedurende de looptijd van de programma's.

Voorts wenst de Commissie te benadrukken dat het merendeel van de correcties voor de programmeringsperiode 1994-1999 na 30 juni 2002 zal worden uitgevoerd, wanneer de aanvragen om betaling van het saldo worden ingediend. Van de lidstaten wordt dan verlangd(2) dat zij een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring doen toekomen met een samenvatting van de bevindingen van de in de afgelopen jaren verrichte controleonderzoeken. Als de Commissie er op dat ogenblik niet van overtuigd is dat naar behoren gevolg is gegeven aan de bevindingen van de controleonderzoeken (met name wat betreft systematische fouten of terugvorderingen wegens onregelmatigheden) mag zij correcties opleggen.

De Commissie heeft inmiddels haar controleonderzoeken in alle lidstaten, inclusief Griekenland, verscherpt. Daarnaast zet zij zich in voor meer prestatiecontroles (prijs/kwaliteitsverhouding) en wil zij de auditcultuur en de organisatorische capaciteit bij de Griekse autoriteiten verbeteren.

Krachtens Verordening (EG) nr. 1681/94 van de Commissie van 11 juli 1994 betreffende onregelmatigheden in het kader van de financiering van het structuurbeleid en terugvordering van in dat kader onverschuldigd betaalde bedragen, alsmede betreffende de inrichting van een informatiesysteem op dit gebied(3), heeft de Europese dienst voor fraudebestrijding (OLAF) gemeld 33 mededelingen van de Griekse autoriteiten te hebben ontvangen met betrekking tot onregelmatigheden op het gebied van openbare werken in het kader van het communautair bestek voor Griekenland in de programmeringsperiode 1994-1999. De Griekse autoriteiten hebben beloofd aanvullende gegevens te verstrekken, nadat de Commissie hierom had verzocht.

De Commissie beschikt vooralsnog niet over gegevens over het gevolg dat is gegeven aan de diverse dossiers met betrekking tot de onregelmatigheden die zijn vastgesteld bij uit de Structuurfondsen medegefinancierde openbare werken in Griekenland. De Commissie heeft de Griekse autoriteiten op 29 januari 2001 formeel om deze gegevens verzocht. Onlangs is ook nog een rappelbrief verzonden.

Gedurende de nieuwe programmeringsperiode voor de Structuurfondsen 2000-2006 zal de Commissie haar belangrijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden inzake controle, zoals beschreven in Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(4) en de uitvoeringsverordeningen daarvan(5)(6), ten volle uitoefenen. Op grond van deze verordeningen moeten de lidstaten deugdelijke beheers- en controlesystemen instellen en moet de Commissie de doeltreffendheid daarvan controleren, verbeteringen voorstellen en zo nodig financiële correcties opleggen.

Volgens de Commissie vormen de bovengenoemde maatregelen een toereikend kader om in alle lidstaten na te gaan of sprake is van een deugdelijk worden en in geval van onregelmatigheden financiële correcties toe te passen.

(1) Verordening (EEG) nr. 2082/93 van de Raad van 20 juli 1993 houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 4253/88 tot vaststelling van toepassingsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2052/88 met betrekking tot de coördinatie van de bijstandsverlening uit de onderscheiden Structuurfondsen enerzijds en van die bijstandsverlening met die van de Europese Investeringsbank en de andere bestaande financieringsinstrumenten anderzijds, PB L 193 van 31.7.1993.

(2) overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 2064/97 van de Commissie van 15 oktober 1997 tot vaststelling van de voorwaarden ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 4253/88 van de Raad wat de financiële controle door de lidstaten op door de Structuurfondsen medegefinancierde verrichtingen betreft, PB L 290 van 23.10.1997.

(3) PB L 178 van 12.7.1994.

(4) PB L 161 van 26.6.1999.

(5) Verordening (EG) nr. 448/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de procedure inzake financiële correcties betreffende uit de Structuurfondsen toegekende bijstand, PB L 64 van 6.3.2001.

(6) Verordening (EG) nr. 438/2001 van de Commissie van 2 maart 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en controlesystemen voor uit de Structuurfondsen toegekende bijstand, PB L 63 van 3.3.2001.