SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2049/01 van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie. Onafhankelijkheid van de media.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2049/01

van Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) aan de Commissie

(13 juli 2001)

Betreft: Onafhankelijkheid van de media

Hoeveel journalisten heeft de Europese Commissie op freelancebasis in dienst voor het schrijven van kranten, rapporten, nieuwsbrieven en andere interne en externe documenten?

Hoeveel kranten/tijdschriften/websites worden direct of indirect door de Commissie gesubsidieerd?

Zou de Commissie een lijst kunnen maken van alle publicaties waar ze een circulatieovereenkomst voor heeft gesloten, die ze op grote schaal opkoopt of waarin ze adverteert (met uitzondering van sollicitaties)?

Welke begrotingslijnen zijn voor de bovenstaande activiteiten gebruikt en is er een evaluatie van de uitgaven gemaakt?

Antwoord van de heer Prodi namens de Commissie

(28 september 2001)

In verband met haar menigvuldige activiteiten in Brussel en op een gedecentraliseerd niveau eerbiedigt de Commissie ten volle de onafhankelijkheid van de media. Willen journalisten op freelancebasis in dienst worden genomen, dan moeten zij natuurlijk voldoen aan de nodige inschrijvingscriteria, terwijl zij anderzijds volledige journalistieke vrijheid genieten. Personen die op aanbestedingen reageren, hebben gewoonlijk een algemene journalistieke achtergrond.

Bij het Directoraat-generaal Pers en Communicatie is de verstrekking van de meeste informatie gedecentraliseerd en worden freelancejournalisten tewerkgesteld overeenkomstig de specifieke noden van elke Vertegenwoordiging, doch de noden kunnen veranderen naar gelang van de prioriteiten van de Commissie. Deze worden gefinancierd in het kader van begrotingsplaats B3-303.

In het kader van begrotingsplaats B3-301 wordt één web site gesubsidieerd in Frankrijk (Sources d'Europe), en een andere in Portugal in het Centre d'Information Européene Jacques Delors. Deze worden gezamenlijk door de Commissie en de betrokken regeringen beheerd.

De verspreiding van informatie door de afzonderlijke directoraten-generaal is een belangrijk element voor het bereiken van meer inzicht van het grote publiek in doel en werkzaamheden van de Gemeenschap. De informatieactiviteiten binnen de directoraten-generaal zijn ook onontbeerlijk voor de goede tenuitvoerlegging van het beleid, en de diensten van de Commissie beschikken hiertoe over specifieke begrotingsplaatsen. Soms behelst een en ander gebruikmaking van de diensten van journalisten of van magazines of websites, doch de noodzakelijke criteria met betrekking tot hun tewerkstelling worden strikt nageleefd.

In het kader van begrotingsplaats B3-302 (voorlichtingsprogramma's voor niet-lidstaten) gaat de Commissie, via aanbestedingsprocedures, contracten aan voor dienstverlening zoals bijstand voor de productie van nieuwsbrieven, magazines, thematische brochures, audiovisuele berichtgeving, websites, enz. De meeste contractanten hebben ofwel rechtstreeks of op contract journalisten, ex-journalisten en communicatiespecialisten in dienst voor de uitvoering van de taken die zij in contractueel verband moeten uitvoeren.

Verder worden advertenties in publicaties niet op regelmatige basis geplaatst, doch houden zij eerder verband met specifieke campagnes waarvoor middelen werden uitgetrokken. In verband met de euro bijvoorbeeld wordt in pers en media informatie verstrekt op grond van de overeenkomsten die werden gesloten door de Gemeenschap en de regeringen van de lidstaten.

In de recente mededeling betreffende een nieuw kader voor praktische samenwerking in verband met het voorlichtings- en communicatiebeleid van de Europese Unie(1) wordt er terecht op gewezen dat het nieuwe kader voor communicatie en informatie en de verschillende in deze mededeling beschreven instrumenten slechts ten volle resultaten zullen opleveren wanneer de doeltreffendheid en de relevantie van de verrichte werkzaamheden continu worden bekeken.

(1) COM(2001) 354 def.