Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2139/01 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Bloedbaden onder de burgerbevolking van Tsjetsjenië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2139/01 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Bloedbaden onder de burgerbevolking van Tsjetsjenië.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2139/01 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad. Bloedbaden onder de burgerbevolking van Tsjetsjenië.

Publicatieblad Nr. 081 E van 04/04/2002 blz. 0114 - 0115


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2139/01

van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Raad

(20 juli 2001)

Betreft: Bloedbaden onder de burgerbevolking van Tsjetsjenië

Twee jaar na de invasie van Tsjetsjenië door Russische troepen die de wensen van een volk en zijn wettig gekozen regering negeren, richten 80 000 Russische militairen nog steeds slachtingen onder de Tsjetsjeense burgerbevolking aan en hebben 200 000 vluchtelingen uit moeten wijken naar de naburige Republiek Ingoesjetië met alle ellende vandien.

Is de Raad in navolging van hetgeen het Deense parlement heeft gedaan, van plan om met het oog op het flagrant wrede en kolonialistische gedrag van Rusland bij het Europees Hof van de rechten van de mens van de Raad van Europa een aanklacht tegen Rusland in te dienen?

Antwoord

(29 november 2001)

De Raad heeft de situatie in Tsjetsjenië sinds het begin van het conflict met de grootste aandacht gevolgd. Hij heeft niet geaarzeld de in de regio gepleegde schendingen van de mensenrechten openlijk en in de meest krachtige bewoordingen te veroordelen. De Raad heeft herhaaldelijk gevraagd om deze gevallen volledig op te helderen. De EU heeft onlangs een demarche bij de Russische autoriteiten ondernomen naar aanleiding van de ernstige vormen van machtsmisbruik waarvan de Russische troepen begin juli jegens de burgerbevolking blijk hebben gegeven.

Bovendien heeft de Raad erop aangedrongen dat de situatie in Tsjetsjenië in alle passende vergaderingen van de EU met Rusland en op alle niveaus wordt besproken. De top EU-Rusland van 3 oktober te Brussel zal de volgende gelegenheid vormen om nogmaals op het hoogste niveau de ongerustheid van de EU in verband met Tsjetsjenië te bevestigen en Rusland ertoe aan te zetten de nodige maatregelen te nemen om te zorgen voor snel en doeltreffend onderzoek naar schendingen van de mensenrechten.

Voorts heeft de EU niet geaarzeld de inspanningen van de internationale organisaties wat betreft het conflict in Tsjetsjenië te ondersteunen. Zij heeft in de 57e Commissie voor de rechten van de mens van de Verenigde Naties een resolutie aangenomen en met succes de terugkeer van de permanente missie van de OVSE, alsook het zenden van drie deskundigen van de Raad van Europa in het team van de heer Kalamanov naar Tsjetsjenië gesteund. Om juridische redenen kan de Raad als zodanig voor het Hof voor de Rechten van de Mens van de Raad van Europa geen aanklacht tegen Rusland indienen, omdat uitsluitend de lidstaten van de Unie bevoegd zijn in dit verband op te treden.