Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2521/01 van Diemut Theato (PPE-DE) aan de Commissie. Uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2521/01 van Diemut Theato (PPE-DE) aan de Commissie. Uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2521/01 van Diemut Theato (PPE-DE) aan de Commissie. Uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen.

Publicatieblad Nr. 160 E van 04/07/2002 blz. 0018 - 0019


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2521/01

van Diemut Theato (PPE-DE) aan de Commissie

(11 september 2001)

Betreft: Uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen

Volgens artikel 139 van het Financieel Reglement van de Europese Gemeenschappen neemt de Commissie een besluit over de uitvoeringsbepalingen van het Financieel Reglement in overleg met het Europees Parlement en de Raad.

Op 21 augustus 2001 heeft de Commissie Verordening (EG) nr. 1687/2001(1) tot wijziging van de uitvoeringsbepalingen uitgevaardigd. De meeste door het Parlement in zijn vergadering van 15 mei 2001 verlangde amendementen op het oorspronkelijke Commissievoorstel (SEC(200) 1890) werden echter niet overgenomen.

1. Kan de Commissie meedelen:

a) waarom zij niet getracht heeft overeenstemming te bereiken over de voorgenomen amendementen tussen Parlement, Raad en Commissie;

b) waarom zij het Parlement niet opnieuw heeft geraadpleegd, zoals in de resolutie van 15 mei 2001 werd verlangd?

2. Kan de Commissie voorts meedelen:

a) waarom zij de verlangens van het Parlement wat betreft waarborging en versterking van de onafhankelijkheid van de Intern Controleur (met name de bevoegdheid tot het indienen van klachten zoals in de bepalingen aangaande de Financieel Controleur) niet heeft overgenomen;

b) waarom zij haar oorspronkelijke voorstel heeft afgezwakt en afziet van bepalingen waarbij de Intern Controleur, afgezien van de effectiviteit van administratieve en controlesystemen ook de regelmatigheid van de financiële operaties en de rendabiliteit van het begrotingsbeleid zou controleren;

c) waarom zij zich niet gehouden heeft aan de bepaling in het nieuwe artikel 24 a van het Financieel Reglement(2), waarin staat dat ingevolge artikel 139 uitvoeringsbepalingen voor de controle op de regelmatigheid van de begrotingsboekingen door de interne audit moeten worden vastgesteld?

(1) PB L 228 van 24.8.2001, blz. 8.

(2) PB L 111 van 20.4.2001, blz. 2.

Antwoord van Mevr. Schreyer namens de Commissie

(5 november 2001)

Het Parlement heeft in zijn advies van 15 mei 2001 over het voorstel van de Commissie voor een verordening tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 3418/93 van de Commissie van 9 december 1993 houdende uitvoeringsvoorschriften betreffende een aantal bepalingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977(1) tien amendementen opgenomen. Het advies werd opgesteld na besprekingen en contacten, met name met de parlementaire commissie begrotingscontrole en haar rapporteur. Ook werden uitvoerige besprekingen gehouden met de Raad, de Rekenkamer en het Economisch en Sociaal Comité, die eveneens advies uitbrachten.

Verordening (EG) nr. 1687/2001 van de Commissie van 21 augustus 2001 tot wijziging van Verordening (Euratom, EGKS, EG) nr. 3418/93 van de Commissie van 9 december 1993 houdende uitvoeringsvoorschriften betreffende een aantal bepalingen van het Financieel Reglement van 21 december 1977(2) werd vastgesteld op basis van deze adviezen.

1. In de verordening van 21 augustus 2001 is de kern van de meeste amendementen van het Parlement overgenomen, ook die betreffende de interne controleur, alsmede een aantal amendementen van de Raad, de Rekenkamer en het Economisch en Sociaal Comité.

De Commissie moest echter bepaalde amendementen verwerpen, ook sommige betreffende de interne controleur, omdat zij niet in overeenstemming zijn met de regels voor de betrekkingen tussen de Instellingen of met het huidige Financieel Reglement, of omdat zij niet verenigbaar zijn met het principe van goed financieel beheer, bijvoorbeeld wat betreft het regelen van belangenconflicten.

Artikel 139 van het Financieel Reglement bepaalt dat de Commissie de uitvoeringsvoorschriften moet vaststellen na raadpleging van het Parlement en de Raad en zodra de overige Instellingen hun advies hebben uitgebracht. Dit werd bevestigd in advies nr. 22/2001 van 23 februari 2001 van de juridische dienst van het Parlement in verband met de resolutie van het Parlement over de omwerking van de verordening houdende uitvoeringsvoorschriften van het Financieel Reglement. Na onderzoek van de adviezen van de overige Instellingen heeft de Commissie haar definitieve verordening vastgesteld. Een nieuwe raadpleging van de overige Instellingen is niet voorzien.

2. Een amendement van het Parlement betrof de invoeging van zeven artikelen over de interne controleur:

- De voorstellen met betrekking tot de artikelen 43c tot g overlapten de bepalingen van artikel 24a van het Financieel Reglement en de artikelen 36, 39, 40, 41 en 43 van de verordening houdende uitvoeringsvoorschriften. Artikel 24a van het Financieel Reglement breidt de nog steeds geldende voorschriften voor de financieel controleur uit tot de interne controleur, met name wat betreft zijn onafhankelijkheid en zekerheden.

- Herschrijving van reeds bestaande bepalingen in dezelfde afdeling van de verordening zou in strijd zijn geweest met de regels voor de redactionele kwaliteit van de wetgeving. De bepalingen, met name de garanties van onafhankelijkheid, zijn echter van toepassing op de interne controleur krachtens artikel 24a van het Financieel Reglement.

- Garanties zijn ook opgenomen in het handvest van de dienst interne audit dat de Commissie op 31 oktober 2000 heeft aangenomen.

- Wat de opdrachten van de controleur betreft, werd in het oorspronkelijke voorstel van de Commissie geen melding gemaakt van de verificatie van de regelmatigheid van de verrichtingen, in tegenstelling tot wat wordt verklaard in de vraag. De Commissie heeft dus niets afgezwakt. Wat de bijzondere regelingen betreft hebben zowel de commissie begrotingscontrole als de volledige vergadering de amendementen inzake een minimumcontrolepercentage verworpen.

- Een gedetailleerde beschrijving van de methoden voor het uitvoeren van interne controles zou niets toevoegen aan de reeds toegepaste internationale normen, die voldoende zijn om de professionele aard van de dienst te garanderen.

- De verordening van de Commissie besteedt echter aandacht aan het onderzoek van het goed financieel beheer, een breder concept dan regelmatigheid van de begrotingsboekingen waarvan sprake is in de vraag.

- Ten slotte kon het amendement houdende invoeging van een artikel 43b niet worden aanvaard, omdat het niet te verzoenen is met het nieuwe artikel 24a van het Financieel Reglement, dat niet voorziet in de aanstelling van ondergeschikte controleurs.

3. De Commissie heeft niettemin de kern van de meeste amendementen van het Parlement overgenomen en zal bij haar beslissingen over de uitvoeringsvoorschriften rekening blijven houden met de mening van het Parlement.

(1) PB L 315 van 16.12.1993.

(2) PB L 228 van 24.8.2001.