Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2567/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Vertraging bij de liberalisering van de interne stroommarkt en concurrentievervalsing in Griekenland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2567/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Vertraging bij de liberalisering van de interne stroommarkt en concurrentievervalsing in Griekenland.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2567/01 van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie. Vertraging bij de liberalisering van de interne stroommarkt en concurrentievervalsing in Griekenland.

Publicatieblad Nr. 093 E van 18/04/2002 blz. 0162 - 0163


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2567/01

van Antonios Trakatellis (PPE-DE) aan de Commissie

(21 september 2001)

Betreft: Vertraging bij de liberalisering van de interne stroommarkt en concurrentievervalsing in Griekenland

In Griekenland is sprake van aanzienlijke vertraging bij de liberalisering van de energiemarkt en van verstoring van de concurrentievoorwaarden op de interne stroommarkt van de EU als gevolg van het interventiebeleid dat via de nationale elektriciteitsmaatschappij DEI wordt gevoerd. De levering van stroom zal de komende jaren toenemen, maar door gebruik te maken van haar monopoliepositie op de Griekse markt, belemmert deze maatschappij de openstelling van de markt en brengt de energievoorziening in gevaar.

Overeenkomstig Richtlijn 96/92/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit(1) had Griekenland, nadat het voor het nakomen van de uit de richtlijn voortvloeiende verplichtingen twee jaar uitstel had gekregen, in maart 2001 alle wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften in werking moeten doen treden met het oog op de liberalisering van de interne stroommarkt.

1. Is ervoor gezorgd dat het Griekse wetgevingskader voor de liberalisering van de interne stroommarkt (wet 2773/99, Grieks Staatsblad 286A, 22.12.1999 en de verordening in Grieks Staatsblad B1498, 8.12.2000) in overeenstemming is met de communautaire wetgeving en de Verdragsbepalingen?

2. Wordt de communautaire wetgeving geschonden en welke maatregelen wil de Commissie nemen om te waarborgen dat de concurrentievoorwaarden voor allen gelijk zijn en dat de regels voor de openstelling van de markten transparant worden gehanteerd?

3. Waarom heeft de bevoegde minister van Ontwikkeling de exploitatieaanvragen van aanbieders niet in behandeling genomen en geen vergunningen afgegeven, terwijl bij de bevoegde instanties een groot aantal aanvragen is ingediend?

4. Wat is de Commissie voornemens te doen om zowel het Gemeenschapsrecht te beschermen als een gegarandeerd, gediversifieerd en flexibel aanbod in Griekenland te verzekeren?

5. Bestaat er een scheiding tussen de netbeheerder en de producent/distributeur en welke maatregelen zijn er getroffen om de commerciële belangen van de DEI gescheiden te houden van de exploitatie van het net?

(1) PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20.

Antwoord van mevrouw de Palacio namens de Commissie

(26 oktober 2001)

1. en 2. Griekenland moest Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit per 19 februari 2001 ten uitvoer leggen. Hiertoe is op 22 december 1999 Wet 2773/99 aangenomen. Daarnaast is in juni de regelgevende autoriteit voor energie (RAE) opgericht en is in december 2000 een transmissienetbeheerder (DESMHE) aangesteld (presidentieel decreet 328/2000). Voorts zijn zo'n 15 teksten van afgeleid recht aangenomen. Tenslotte zijn op 19 februari 2001 6500 in aanmerking komende afnemers gespecificeerd, overeenkomend met ongeveer 34,2 % van de markt. De Commissie is dan ook van mening dat Griekenland heeft voldaan aan de eisen van Richtlijn 96/92/EG. Zoals voor alle lidstaten blijft de Commissie de situatie op de Griekse markt voortdurend volgen om erop toe te zien dat steeds aan de eisen van de richtlijn wordt voldaan. Hierover zijn geen klachten binnengekomen.

3. en 4. Wil in Griekenland daadwerkelijke concurrentie ontstaan, dan zijn twee acties vereist. In de eerste plaats moeten ondernemingen uit andere lidstaten effectief naar Griekse afnemers kunnen exporteren. Eind 2001 zal de Commissie een mededeling publiceren over de elektriciteits- en gasinfrastructuur, waarin onder andere zal worden ingegaan op de maatregelen die moeten worden genomen om Griekenland zo snel mogelijk volledig te koppelen aan het synchroon gekoppelde communautaire

net. Bovendien wordt verwacht dat voor eind 2001 de onderzeese elektriciteitskabel tussen Griekenland en Italië in gebruik wordt genomen. In de tweede plaats is onafhankelijke concurrerende opwekking binnen Griekenland ook een voorwaarde voor effectieve concurrentie. Daarom heeft de regelgevende autoriteit voor energie (RAE) op 1 juni 2001 aan zes consortia van onafhankelijke particuliere bedrijven zes vergunningen verleend voor de bouw van centrales met een totale capaciteit van ongeveer 2 000 megawatt (MW).

Het streven naar continuïteit van de energievoorziening, energie-efficiency en diversificatie naar verschillende alternatieve brandstoffen en energiebronnen behoort tot het beleid van zowel de Commissie als het Griekse ministerie van ontwikkeling. De introductie van aardgas en het gebruik daarvan in opwekkingsinstallaties draagt daaraan bij, evenals de bouw van windmolenparken en de bevordering van andere hernieuwbare energiebronnen (bijvoorbeeld via het nationale agentschap voor energiebesparing (KAPE)). De recente programma's van DEH voor de bouw van nieuwe opwekkingscapaciteit zijn gebaseerd op verschillende energiebronnen voor de elektriciteitsproductie: aardgas, waterkracht en het traditionele bruinkool

5. Griekenland heeft de volgende regeling getroffen voor de scheiding van de netwerkactiviteiten: het openbare elektriciteitsbedrijf DEH is opgesplitst in vier nieuwe entiteiten, waarvan één de eigenaar is van het transmissienet en verantwoordelijk is voor het onderhoud, de ontwikkeling en uitbreiding ervan en voor de aanleg van nieuwe lijnen.

Bovendien is er een onafhankelijke transmissienetbeheerder (DESMHE) opgericht als vennootschap. Deze is verantwoordelijk voor het netwerkbeheer en de dagelijkse exploitatie, het schakelen en de planning van de ontwikkeling van het netwerk.

Hoewel de Commissie enigszins bezorgd is over het feit dat de transmissienetbeheerder geen rechtstreekse zeggenschap heeft over de activa die nodig zijn voor de ontwikkeling van het netwerk, hetgeen volgens de nieuwe voorstellen van de Commissie ter voltooiing van de interne elektriciteitsmarkt verplicht zou zijn, is deze situatie als zodanig geen inbreuk op de huidige richtlijn. De Commissie zal de situatie echter nauwlettend volgen om erop toe te zien dat DEH ervoor zorgt dat deze diensten op niet-discriminerende basis aan de transmissienetbeheerder ter beschikking worden gesteld.