SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2617/01 van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Nederlandse problemen met het administratief systeem t.a.v. ESF 1994-1999.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2617/01 van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Nederlandse problemen met het administratief systeem t.a.v. ESF 1994-1999.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2617/01 van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie. Nederlandse problemen met het administratief systeem t.a.v. ESF 1994-1999.
Publicatieblad Nr. 134 E van 06/06/2002 blz. 0061 - 0062
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2617/01
van Bartho Pronk (PPE-DE) aan de Commissie
(27 september 2001)
Betreft: Nederlandse problemen met het administratief systeem t.a.v. ESF 1994-1999
In het onderzoek dat vanwege de Nederlandse regering werd ingesteld naar de ESF-periode 1994-1999, geleid door de heer mr. H.E. Koning (hierna te noemen rapport-Koning) is er sprake van enkele problemen met het door de Europese Unie onder licentie verstrekte systeem voor administratieve vastlegging van de ESF-periode. De Commissie-Koning stelt in haar rapport dat er sprake was van een millenniumprobleem. Uiteindelijk is het systeem in Nederland vervangen, hetgeen vertragingen heeft opgeleverd in de verslaglegging.
1. Heeft de Nederlandse regering de Commissie onverwijld in kennis gesteld van de bezwaren tegen en de problemen met het door de Unie verstrekte systeem?
2. Kenden andere lidstaten vergelijkbare problemen met en bezwaren tegen het systeem?
3. Is er door de Commissie actie ondernomen om de bestaande bezwaren weg te nemen?
4. In hoeverre is de stelling dat het administratiesysteem een millenniumprobleem bevatte juist? Indien dit juist is: waarom is dit niet eerder onderkend?
5. Is de Commissie bekend met het feit dat de Nederlandse regering meer dan een jaar bezig is geweest om het aan haar verstrekte systeem te vervangen? Zijn er door de Commissie alternatieven aangeboden? Is er door de Nederlandse regering advies gevraagd aan de Commissie, zowel wat betreft het systeem van administratieve vastlegging als wat betreft de gevolgen voor de verslaglegging van ESF?
Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie
(15 november 2001)
1. De eerste contacten tussen de Commissie en Arbvo in verband met de toepassing van een nieuwe versie van de software die wordt gebruikt voor de Nederlandse regionale toepassing van het
Europees Sociaal Fonds (ESF) vonden plaats in 1998. september 1999 en oktober 1999 werden gekozen als uitvoeringsperiode. Jammer genoeg ontbrak een kritiek hardwareonderdeel dat door Arbvo moest worden geleverd en ook een aantal sleutelactoren aan Nederlandse zijde was tijdens de voor de tenuitvoerlegging geplande periode niet beschikbaar. De Nederlandse zijde was pas vanaf april 2000 klaar voor de tenuitvoerlegging en deze vond uiteindelijk plaats in juni 2000 en juli 2000. Dit was bijna één jaar later dan oorspronkelijk gepland. Tijdens de gehele periode bleef de oorspronkelijke software echter volledig operationeel.
2. De regionale ESF-toepassing is specifiek voor Nederland. Dit systeem werd ontwikkeld op grond van de behoeften van Arbeidsvoorziening en niet die van de Gemeenschap. De Commissie betaalde de kosten van dit proefproject. Zij heeft de Nederlandse autoriteiten ook de softwarelicenties verstrekt. Andere lidstaten hebben geen gebruik gemaakt van dit systeem.
3. De installatie van een nieuw, krachtiger systeem, oorspronkelijk gepland voor september 1999 en oktober 1999, was bedoeld om de oorzaken van ontevredenheid weg te nemen.
4. Er was geen millenniumprobleem in verband met de oorspronkelijke software. Deze software maakt het onmogelijk om na 31 december 1999 nieuwe projecten in te voeren ten laste van de programmeringsperiode 1994-1999, omdat dit niet is toegestaan door artikel 7 van Besluit EN/05/94/12840100.P00 dat bepaalt dat de steun vóór 1 december 1999 moet zijn vastgelegd. Deze opzettelijke beperking is verkeerd geïnterpreteerd als een millenniumprobleem.
5. Zonder verder overleg met de Commissie heeft het Arbvo-team beslist om het bestaande systeem begin januari 2000 uit te schakelen. Als gevolg daarvan zijn de meeste projecten die vóór eind 1999 tijdig waren vastgelegd niet langer in de projectgegevensbank ingevoerd en het systeem heeft aldus zijn waarde als programmabeheersinstrument verloren.