SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2842/01 van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie. Conventie van Madrid.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2842/01

van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie

(17 oktober 2001)

Betreft: Conventie van Madrid

De grensoverschrijdende samenwerking in Europa (ook voor de kandidaat-lidstaten) valt onder de Conventie van Madrid, de ratificeringswetten van de afzonderlijke staten en de aanvullende protocollen op deze Conventie (die niet door alle landen zijn geratificeerd). Voor de landen van de Unie die grenzen aan landen als Zwitserland en Slovenië, wordt de grensoverschrijdende samenwerking uit communautaire bron ontwikkeld, zoals in het kader van de -projecten. Acht de Commissie het niet opportuun om met nieuwe internationale overeenkomsten de oude Conventie van Madrid aan te passen vooral met een coherent en beter functionerend kader voor de landen van de Unie?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(12 december 2001)

De Commissie is steeds bereid de ontwikkeling van instrumenten en procedures om de grensoverschrijdende samenwerking te bevorderen, aan te moedigen en het is haar bekend dat verscheidene programma's voor communautaire initiatieven in het kader van Interreg gebruik maken van de Overeenkomst van Madrid om de voor de tenuitvoerlegging van de programma's vereiste beheersstructuren tot stand te brengen.

Daar de Overeenkomst van Madrid is gesloten onder auspiciën van de Raad van Europa, is het aan deze organisatie te beslissen of de overeenkomst al dan niet moet worden gewijzigd. De Commissie is echter nauw betrokken bij de werkzaamheden van de relevante instanties en is bereid actief mee te werken aan een eventuele herziening van deze overeenkomst.