SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3039/01 van Anna Karamanou (PSE) aan de Commissie. Oproep tot stopzetting van de bombardementen en zending van humanitaire hulp.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3039/01 van Anna Karamanou (PSE) aan de Commissie. Oproep tot stopzetting van de bombardementen en zending van humanitaire hulp.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3039/01 van Anna Karamanou (PSE) aan de Commissie. Oproep tot stopzetting van de bombardementen en zending van humanitaire hulp.
Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0024 - 0024
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3039/01
van Anna Karamanou (PSE) aan de Commissie
(30 oktober 2001)
Betreft: Oproep tot stopzetting van de bombardementen en zending van humanitaire hulp
Hoge Commissaris van de VN voor de Mensenrechten, Mary Robinson, heeft gewaarschuwd voor een nieuwe tragedie in Afghanistan wegens de voortdurende bombardementen en de waarschijnlijkheid van massamoorden wegens binnenlandse conflicten. Tevens heeft mevrouw Robinson opgeroepen tot stopzetting van de bombardementen om massale zending van humanitaire hulp voor de vluchtelingen mogelijk te maken.
Wat is het standpunt van de Commissie omtrent deze waarschuwing en oproep van de Hoge Commissaris van de VN?
Antwoord van de heer Patten namens de Commissie
(19 december 2001)
De Unie is op de hoogte van de oproep van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties tot tijdelijke stopzetting van de bombardementen.
De staatshoofden en regeringsleiders van de Unie en de voorzitter van de Commissie hebben na hun bijeenkomst te Gent op 19 oktober 2001 een verklaring afgegeven met betrekking tot de steun van de Unie aan de doelstelling van de internationale coalitie om de terroristische organisatie Al Quaeda uit te schakelen.
Het bereiken van deze doelstelling langs militaire weg heeft vooruitgang geboekt, door gerichte eliminering van posities en waardegoederen van de Taliban en Al Quaeda. De Unie heeft er vertrouwen in dat de internationale coalitie al het mogelijke doet om ervoor te zorgen dat de gevolgen van het militaire optreden zo min mogelijk weerslag op burgers hebben.
De Commissie deelt de bezorgdheid die door andere actoren uit de Unie te kennen is gegeven over de humanitaire toestand in Afghanistan en over het risico van voedseltekorten in delen van dat land nu dat de winter is ingevallen. Bureaus van de Verenigde Naties en niet-gouvernementele organisaties (NGO's) spannen zich in, met hulp van buurlanden, om de gevaarlopende groepen overal in het land te bereiken. Men blijft hulp verlenen via toegewijd en kundig plaatselijk personeel dat in het land is gebleven, met toezicht op afstand door expats die in buurlanden rond Afghanistan een nieuwe verblijfplaats hebben gevonden. De Gemeenschap heeft via het Bureau voor humanitaire hulp van de Europese Gemeenschap (ECHO) nog eens 25 miljoen geleverd voor projecten die hoofdzakelijk het land zelf betreffen, aangezien tot op heden nog geen massieve uittocht naar buurlanden is ingezet. De meeste projecten zijn gericht op bevolkingsgroepen in de door droogte geteisterde gebieden, alsook de binnenlands ontheemden, vóór 11 september 2001 in totaal reeds 700 000 mensen. Deze toekenning komt nog bovenop de 23,3 miljoen die door ECHO vóór de gebeurtenissen van 2001 waren toegekend. De totale EG-bijdrage aan Afghanistan langs verschillende begrotingslijnen komt in 2001 op 100 miljoen.
De Commissie ziet de verlening van hulp binnen Afghanistan als de belangrijkste humanitaire prioriteit in de regio. Het is derhalve van wezenlijk belang dat alle gebieden van het land voor hulp toegankelijk blijven en humanitaire bijstand aan slachtoffers van de crisis kan worden geleverd, waar zij ook zijn, op onpartijdige en neutrale grondslag.