SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3175/01 van Marco Cappato (NI) aan de Commissie. Verdwijning van Keuakoun, Sisa-At, Phengphanh, Chanmanivong en Keochay.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3175/01

van Marco Cappato (NI) aan de Commissie

(13 november 2001)

Betreft: Verdwijning van Keuakoun, Sisa-At, Phengphanh, Chanmanivong en Keochay

Op 15 februari 2001 heeft het Europees Parlement een aan de Commissie gerichte urgente resolutie(1) aangenomen waarin:

- werd gewezen op het lot van een aantal op gewetensgronden gearresteerde Laotianen, onder wie de vijf leden van de Beweging van de 26ste oktober 99 (Keuakoun, Sisa-At, Phengphanh, Chanmanivong en Keochay), die op die datum zijn aangehouden en sindsdien zijn verdwenen;

- de Laotiaanse autoriteiten werden opgeroepen alle op gewetensgronden vastgehouden gevangenen vrij te laten, te zorgen dat zij hun grondrechten naar behoren kunnen uitoefenen en de eerbiediging van de civiele en politieke rechten in het land te waarborgen door o.a. de desbetreffende VN-verdragen te ratificeren en ten uitvoer te leggen.

Sedertdien zijn er negen maanden verstreken en heeft de Commissie en met name de Europese commissaris voor externe betrekkingen Chris Patten bij de Laotiaanse autoriteiten generlei stappen ondernomen om de door het Parlement aan de orde gestelde vraagstukken in Vientiane onder de aandacht te brengen.

Inmiddels is Olivier Dupuis, secretaris van de Internationale Radicale Partij en EP-lid, er door de apathische houding van de Commissie toe aangezet om de politieke rol van commissaris Patten op zich te nemen, samen met vier andere leiders van de radicale beweging naar Laos afgereisd om de twee jaar eerder door de democratische studentenbeweging op touw gezette manifestatie over te doen. Vervolgens zijn zowel Dupuis als Mellano, Manzi, Lensi en Khramov in strijd met de vigerende internationale verdragen gearresteerd en gevangengezet.

Kan de Commissie mededelen welke stappen zij bij de Laotiaanse autoriteiten denkt te ondernemen om te weten te komen of Keuakoun, Sisa-At, Phengphanh, Chanmanivong en Keochay nog in leven zijn dan wel of zij dood zijn, om het leven zijn gebracht of opgesloten zitten?

(1) PB C 276 van 1.10.2001, blz. 281.

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(6 december 2001)

In de verklaring die de Europese Gemeenschap vóór de 57ste Mensenrechtencommissie van de VN op 29 maart 2001 aflegde, drukt zij haar bezorgdheid uit over het feit dat het voeren van een politieke oppositie niet wordt getolereerd in Laos en dat dit in oktober en december 1999 heeft geleid tot de opsluiting van verschillende mensen die betoogden tegen de regering. De Gemeenschap maakt zich ook zorgen over het willekeurig karakter van enkele aanhoudingen, het niet-bestaan in de praktijk van het recht op voorbereiding van de verdediging en het recht op een advocaat en het gebrek aan juridische scholing van de rechterlijke macht in de Democratische Volksrepubliek Laos.

De delegatie van de Commissie in Bangkok die verantwoordelijk is voor de betrekkingen met de Democratische Volksrepubliek Laos volgt deze en andere zaken met betrekking tot de mensenrechten nauwlettend. Wat de politieke gevangenen betreft, blijft de Commissie in samenwerking met de diplomatieke missies van de lidstaten de ontwikkelingen zeer nauwlettend volgen en sluit ze zich aan bij de diplomatieke stappen van de Gemeenschap om informatie te krijgen over de juridische procedures met betrekking tot politieke gevangenen.

Vraagstukken in verband met mensenrechten, zoals de beperking van het recht op vrije mening en vrije meningsuiting, tekortkomingen in het systeem van rechtsbedeling en politieke gevangenen, werden besproken met vertegenwoordigers van Laos in mei 2001 tijdens de zitting van het eerste Gemengd Comité van de EU en de Democratische Volksrepubliek Laos. Bij deze gelegenheid herhaalde de Commissie het voorstel van de parlementaire delegatie die Vientiane in april bezocht om ambassadeurs van de Gemeenschap en/of het Internationaal Comité van het Rode Kruis toe te laten tot de politieke gevangenen.

De Commissie hamert op het feit dat de eerbiediging van de burgerlijke en politieke rechten, inclusief het recht op vrije meningsuiting, vrijheid van vereniging, vergadering en religie in Laos versterkt moet worden. De Commissie zal deze kwesties blijven aansnijden bij alle bilaterale contacten.