SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3286/01 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Financiële correcties op het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3286/01 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Financiële correcties op het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3286/01 van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie. Financiële correcties op het gemeenschappelijk landbouwbeleid.
Publicatieblad Nr. 147 E van 20/06/2002 blz. 0143 - 0144
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3286/01
van Paulo Casaca (PSE) aan de Commissie
(27 november 2001)
Betreft: Financiële correcties op het gemeenschappelijk landbouwbeleid
Uit het antwoord op mijn schriftelijke vraag E-2107/01(1) heb ik uiteindelijk kunnen opmaken dat de Europese Commissie overgaat tot geen enkele financiële correctie naar aanleiding van de onrechtmatige subsidiëring van de afzet van mageremelkpoeder door de Nederlandse overheid, hoewel het Europees Rekenhof Nederlandse overheidssubsidies voor 3350 kg mageremelkpoeder op het spoor gekomen is, die bij analyse nog vóór de uitbetaling van de subsidies vervalst gebleken waren.
Intussen maakt de Europese Commissie in antwoord op punt 70 van het 4de verslag van het Rekenhof haar voornemen bekend om financiële correcties voor Portugal door te voeren omdat het niet op eigen initiatief maar pas nadat het daartoe aangemaand is, overgegaan is tot vergelijking van de gegevens over de subsidie voor melkkoeien en mannelijk rundvee.
Er is geen vergelijking mogelijk tussen de ernst van de beide situaties, omdat het in het eerste geval niet mogelijk is om na te gaan of de gesubsidieerde hoeveelheden niet volledig vervalst waren niets wijst er namelijk op dat de vervalste hoeveelheden niet veel groter geweest zijn als degene die ontdekt zijn terwijl in het 2de geval volledige vaststellingen niet alleen mogelijk maar ook wel degelijk doorgevoerd zijn, zodat men eigenlijk een ander optreden van de Europese Commissie had mogen verwachten als de stap waar ze toe overgegaan is.
Kan de Europese Commissie een volledige verklaring van de juridische grondslag van haar optreden geven? Meent ze niet dat ze veel strenger optreedt tegen rechtstreekse subsidies voor boeren die onder het geïntegreerd beheers- en controlesysteem vallen als tegen subsidies voor handelsondernemingen en industriële bedrijven in de vorm van exportrestituties en voor de afzet van de productie? Vindt ze niet dat die verschillende criteria de concurrentievoorwaarden vervalsen, omdat ze in het voordeel van de grote ondernemingen zijn, de voornaamste begunstigden van het 2de soort subsidies, en in het nadeel van de boeren, de begunstigden van het 1ste soort subsidies?
(1) PB C 40 E van 14.2.2002, blz. 187.
Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie
(8 januari 2002)
Het geachte parlementslid verwijst naar eerdere vragen over het gevolg dat is gegeven aan een door de Rekenkamer uitgevoerd onderzoek naar het gebruik van ondermelk in diervoeding in Nederland. Het geachte parlementslid maakt daaruit op dat de Commissie geen financiële correcties heeft toegepast voor een hoeveelheid van 3350 kg mageremelkpoeder. Deze conclusie is juist. Zoals eerder gezegd is het betrokken steunbedrag (NLG 5 136,89) al in december 1997 aan het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL) gecrediteerd. Er is dan ook geen reden een financiële correctie op Nederland toe te passen.
Er kan geen vergelijking worden gemaakt met de door de Rekenkamer geconstateerde tekortkomingen in Portugal op het gebied van de geautomatiseerde gegevensuitwisseling. De aan Portugal opgelegde financiële correcties met betrekking tot de premieregelingen voor zoogkoeien en mannelijke runderen, waren het gevolg van een hele reeks tekortkomingen in het algemene controlesysteem, die in 1998 tijdens een controle van de Commissie werden geconstateerd. Voorts suggereert het geachte parlementslid dat de Commissie alleen in actie kwam op aanwijzing van de Rekenkamer, maar dat is geenszins het geval, want voornoemde controle van de rekeningen was voor de Commissie reeds aanleiding geweest om communautaire financiering te weigeren. Zij besloot hiertoe bij haar beschikking van 5 juli 2000(1), lang voordat de opmerkingen van de Rekenkamer bekend werden.
Anders dan bij de controle in Portugal bleek, ging het bij de kwestie met de ondermelk in Nederland om een opzichzelfstaande zaak. De Rekenkamer uitte geen vermoedens dat deze praktijken zich op grote schaal voordeden en gezien het minieme aandeel (0,002 %) van de hiermee gemoeide uitgaven in de totale Nederlandse uitgaven uit hoofde van de betrokken maatregel, zou in dit geval een correctie wegens een falend controlesysteem onjuist en overtrokken zijn. In dit verband is terugvordering van de onterecht betaalde steun de aangewezen maatregel en, zoals gezegd, hebben de Nederlandse autoriteiten het betrokken bedrag reeds teruggevorderd en teruggestort.
De Commissie wil erop wijzen dat in alle sectoren dezelfde criteria worden gehanteerd voor het opleggen van financiële correcties in het kader van de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL.
(1) Beschikking 2000/449/EG van de Commissie van 5 juli 2000 houdende weigering van communautaire financiering voor bepaalde uitgaven van de lidstaten in het kader van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), PB L 180 van 19.7.2000.