SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3369/01 van Toine Manders (ELDR) aan de Commissie. Anti-piraterijrichtlijn.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3369/01

van Toine Manders (ELDR) aan de Commissie

(6 december 2001)

Betreft: Anti-piraterijrichtlijn

De Commissie heeft aangekondigd een richtlijn te ontwerpen die maatregelen bevat tegen het illegaal namaken van merkgoederen, piraterij.

De ervaring leert dat het moeilijk is om piraterij aan banden te leggen. In dit verband wil ik u een suggestie aan de hand doen die wellicht de moeite van een onderzoek waard is.

In Nederland bestaat al ruim dertig jaar een uitermate effectief instrument van publiek-private samenwerking op het gebied van piraterijbestrijding. Het gaat om een tweeledige samenwerking: civiele handhaving en strafrechtelijke handhaving. De resultaten zijn zeer bevredigend.

Wat betreft de strafrechtelijke handhaving bestaat de Opsporingsdienst BumaStemra. Dit is een bijzondere opsporingsdienst, door de minister van Justitie speciaal belast met de strafrechtelijke handhaving van intellectuele-eigendomsrechten.

Dit instrument voor publiek-private samenwerking is erop gericht de werking van civiele handhaving door rechthebbenden te optimaliseren door middel van strafrechtelijke handhaving met behulp van intensieve informatie-uitwisseling van de betrokken partijen.

Is de Commissie bereid in het kader van de voorgenomen anti-piraterijrichtlijn nadere aandacht te besteden aan dit specifieke model voor publiek-private samenwerking om het mogelijk als voorbeeld te laten dienen voor te voeren Europees beleid?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(31 januari 2002)

Zoals het geachte parlementslid onderstreept, is samenwerking tussen overheid en privé-sector van doorslaggevend belang om namaak en piraterij met succes te bestrijden.

Uit de raadpleging van belanghebbende kringen die de Commissie in 1998 met haar Groenboek over de bestrijding van namaak en piraterij in de interne markt heeft aangevat, is duidelijk gebleken hoe belangrijk een nauwe samenwerking tussen alle betrokken partijen is om namaak en piraterij efficiënt te bestrijden.

Deze samenwerking kan verschillende vormen aannemen. Tijdens de raadpleging is met name gewezen op de noodzaak tot betere coördinatie van de gegevensbanken en tot uitbreiding van de grensoverschrijdende informatiestromen in samenwerking met de overheid en de beroepsorganisaties.

In haar mededeling van 30 november 2000 over de follow-up van het Groenboek(1) heeft de Commissie het belang onderstreept van een betere samenwerking tussen privé-sector en overheid en heeft zij beide partijen aanbevolen beter gebruik te maken van de bestaande relevante openbare en particuliere gegevensbanken en informatiesystemen, uiteraard met inachtneming van de regels inzake geheimhouding en gegevensbescherming. Ook wenste zij een onderzoek naar de compatibiliteit van de bestaande systemen en de eventueel daartussen te creëren gateways. Ten slotte heeft de Commissie nationale en particuliere initiatieven met het oog op het sluiten van overeenkomsten voor samenwerking en informatie-uitwisseling gestimuleerd.

De Nederlandse vereniging BumaStemra is een maatschappij voor collectieve belangenbehartiging die actief heeft deelgenomen aan de raadpleging naar aanleiding van het Groenboek van 1998. Volgens de Nederlandse wetgeving beschikt zij ook over bepaalde uitvoerende bevoegdheden om piraterij daadwerkelijk te bestrijden. De Commissie onderhoudt contacten met de Nederlandse autoriteiten om de bevoegdheden van deze structuur zo goed mogelijk te kunnen evalueren. De Commissie attendeert er het geachte parlementslid echter op dat zij niet van plan is in haar toekomstig voorstel voor een richtlijn betreffende de naleving van de intellectuele-eigendomsrechten specifieke bepalingen over de samenwerking tussen privé-sector en overheid op te nemen.

De Commissie is trouwens van oordeel dat de overheid en de privé-sector zelf op nationaal niveau passende middelen moeten zoeken om samenwerking tot stand te brengen of deze te versterken en daarbij het recht van elke lidstaat in acht te nemen.

(1) COM(2000) 789 def.