Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3417/01 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Verkopen onder de kostprijs.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3417/01 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Verkopen onder de kostprijs.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3417/01 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie. Verkopen onder de kostprijs.

Publicatieblad Nr. 147 E van 20/06/2002 blz. 0172 - 0173


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3417/01

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(21 december 2001)

Betreft: Verkopen onder de kostprijs

Krachtens de door het Griekse parlement op 12 september 2001 goedgekeurde wet 2941 is met ingang van 1 januari 2002 de verkoop van producten onder de kostprijs verboden, behoudens een aantal concrete uitzonderingen. Deze wet is tot stand gekomen na overleg met de overkoepelende organisaties van handelaren en producenten, en werd door alle partijen in het parlement gesteund. Er bestaan in de lidstaten (bijvoorbeeld Frankrijk) reeds vele jaren wettelijke regels die de verkoop van producten onder de kostprijs verbieden, met als doel het beschermen van de consument en het voorkomen van oneerlijke concurrentie.

Gezien het voorstel voor een verordening van de Commissie(1) van 2 oktober 2001 betreffende de bevordering van verkopen in de interne markt, op basis waarvan verkopen onder de kostprijs zijn toegestaan, gaat de Commissie onderzoeken of dergelijke handelspraktijken als oneerlijk kunnen worden aangemerkt omdat ze door het toepassen van een systeem van aanbiedingen en lokkertjes voor de consument uiteindelijk tot een steeds grotere concentratie en monopolies leiden. Alle lidstaten hebben in hun wetgevingen een verbod opgenomen op verkopen onder de kostprijs teneinde zich te beschermen tegen monopolies. Waarom kiest de Commissie tegen deze achtergrond niet voor toepassing van het subsidiariteitsbeginsel?

(1) COM(2001) 546.

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(26 februari 2002)

De Commissie dankt het geachte parlementslid voor zijn update in verband met de wettelijke regeling in Griekenland van de verkoop van producten onder de kostprijs. De Commissie was op de hoogte van het nieuwe verbod om onder de kostprijs te verkopen dat vanaf 1 oktober 2001 in die lidstaat geldt.

Het geachte parlementslid refereert aan het voorstel van de Commissie voor een verordening betreffende de verkoopbevordering in de interne markt(1), waarin wordt voorgesteld om algemene verboden om producten onder de kostprijs te verkopen op te heffen en te vervangen door strikte informatie-eisen.

De Commissie erkent dat de verkoop van producten onder de kostprijs in bepaalde omstandigheden kan worden gebruikt om te voorkomen dat andere producten op de markt komen of om ervoor te zorgen dat producten van de markt verdwijnen. Dergelijke afbraakprijzen worden in alle lidstaten door de concurrentiewetgeving verboden. Toch kunnen campagnes waarbij producten onder de kostprijs worden verkocht de concurrentie ook ten goede komen. Aanbieders van producten of diensten die actief willen worden op een buitenlandse markt waar hun merk onbekend is, zullen voet aan de grond proberen te krijgen via campagnes waarbij producten onder de kostprijs worden aangeboden. Ook voor innoverende producten of diensten die de concurrentie met bestaande assortimenten aangaan, moet vaak met dergelijke campagnes worden gewerkt om klanten over te halen om de nieuwe, verbeterde producten of diensten uit te proberen.

Daarom is de Commissie van oordeel dat dergelijke verbodsbepalingen moeten worden versoepeld volgens strikte informatie- en transparantievoorschriften. Ze wil garanderen dat campagnes met onder de kostprijs verkochte producten bruikbaar blijven als instrument om de concurrentie te stimuleren door buitenlandse markten te betreden of nieuwe markten voor producten of diensten te ontwikkelen. Daarom werd voorgesteld om de verkoop van producten onder de kostprijs toe te laten, maar alleen volgens strikte informatie- en transparantievoorschriften die de toepassing van de antitrustwetgeving op dit vlak doeltreffender zouden maken.

Het geachte parlementslid vraagt waarom de Commissie zich verplicht voelt om dit gebied te harmoniseren in plaats van het subsidiariteitsbeginsel toe te passen. De Commissie benadrukt dat ze, alvorens deze verordening voor te stellen, deze en andere regelgevende kwesties inzake verkoopbevordering heeft besproken in het kader van de deskundigengroep voor commerciële communicatie, bestaande uit deskundigen die door de lidstaten werden benoemd. Deze deskundigengroep erkende dat de verschillende nationale regels ter zake de interne markt zouden belemmeren en maakte dienaangaande haar advies bekend. De Commissie is van oordeel dat die verschillende nationale wetten die de grootte van de toegestane kortingen beperken, niet alleen bedrijven ervan weerhouden om grensoverschrijdende promotiecampagnes voeren, maar ook de grensoverschrijdende prijstransparantie na de invoering van de euro beperken.

Deze situatie ondermijnt het consumentenvertrouwen in de grensoverschrijdende handel, waardoor de interne markt niet ten volle in het voordeel van de ondernemingen en de consumenten kan spelen. Daarom vindt de Commissie het gerechtvaardigd om deze harmonisering voor te stellen teneinde op het gebied van verkoopbevordering de interne markt te verwezenlijken.

(1) COM(2001) 546 def.