SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3527/01 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Kapitaaluitgaven en huidige uitgaven.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3527/01 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Kapitaaluitgaven en huidige uitgaven.
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3527/01 van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie. Kapitaaluitgaven en huidige uitgaven.
Publicatieblad Nr. 160 E van 04/07/2002 blz. 0135 - 0136
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3527/01
van Christopher Huhne (ELDR) aan de Commissie
(8 januari 2002)
Betreft: Kapitaaluitgaven en huidige uitgaven
1. Hoe behandelt de Commissie momenteel kapitaaluitgaven en huidige uitgaven voor regelingen zoals het particuliere financieringsinitiatief en de partnerschappen tussen overheid en bedrijfsleven bij opneming in de overheidsboekhouding ter wille van de vergelijkbaarheid in het kader van Maastricht?
2. Wat is de eventuele uitwerking op zowel de stroom als de voorraadrekeningen (zo voorwaarden worden gemeten)?
3. Heeft de Commissie deze wijze van behandeling onlangs gewijzigd?
4. Overweegt zij wijziging van de behandeling?
Antwoord van de heer Solbes Mira namens de Commissie
(19 maart 2002)
1. Partnerschapsovereenkomsten tussen de overheid en de private sector kunnen vele vormen aannemen. In overheidsondernemingen kan particulier eigendom worden ingevoerd, en de expertise en de financiële middelen van de private sector kunnen worden aangewend om de commerciële mogelijkheden van overheidsactiva te exploiteren. Er zijn ook overeenkomsten mogelijk waarbij de overheid zich contractueel verplicht om op lange termijn diensten aan te kopen, om zo van de vaardigheden van de private sector te profiteren, terwijl de private sector het risico van de financiering en de kapitaalopbrengst draagt. Het kan om de instandhouding, uitbreiding of aanleg van noodzakelijke infrastructuur gaan.
Algemene richtsnoeren voor de statistische behandeling van kapitaaluitgaven en lopende uitgaven bij dergelijke overeenkomsten zijn te vinden in ESR 1995: Handboek overheidstekort en overheidsschuld van Eurostat. Centraal staat de vraag in welke mate het risico van de overheidssector naar de private sector verschuift. Dat maakt het gemakkelijker om te bepalen bij welke sector infrastructuuruitgaven moeten worden geregistreerd en hoe de betalingsstromen tussen beide sectoren moeten worden geboekt. In het algemeen is het belangrijkste effect voor de overheidsfinanciën dat heel wat van deze overeenkomsten de kapitaaluitgaven (investeringen in vaste activa) over de hele gebruiksduur spreiden, waardoor hogere initiële kosten voor de overheid worden vermeden. Een beschrijving van dergelijke effecten volgt in het antwoord op de tweede vraag.
2. De effecten van dergelijke overeenkomsten op de stromen (invloed op het tekort/overschot van de overheid, gemeten volgens de communautaire methode) en de voorraden (invloed op de overheidsschuld) zijn als volgt:
Als het risico hoofdzakelijk bij de onderneming ligt, hoeft de investering in vaste activa niet bij de overheid te worden geregistreerd, waardoor het overheidstekort met een gelijk bedrag afneemt. De overeenkomsten kunnen echter ook inhouden dat de overheid de onderneming geregeld voor haar diensten moet betalen, waardoor het tekort voor de duur van het contract met de daarmee gemoeide bedragen
toeneemt. Normaliter zijn er geen gevolgen voor de overheidsschuld (hoewel een groter tekort tot een toename van de schuld kan leiden). In gevallen die vergelijkbaar zijn met financiële leasing, waarbij wordt aangenomen dat de overheid het grootste deel van het risico loopt, zal de schuld in eerste instantie niettemin toenemen met het bedrag van de investering.
3. De statistische behandeling is de laatste tijd niet gewijzigd.
4. Er zijn geen plannen om de statistische behandeling te wijzigen. Het is echter altijd mogelijk dat de methoden worden verfijnd.