SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3648/01 van Guido Podestà (PPE-DE) aan de Commissie. Positie van de vrouw in Nigeria — het geval van Safia Husaini Tungar Tudu.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3648/01 van Guido Podestà (PPE-DE) aan de Commissie. Positie van de vrouw in Nigeria — het geval van Safia Husaini Tungar Tudu.
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3648/01 van Guido Podestà (PPE-DE) aan de Commissie. Positie van de vrouw in Nigeria — het geval van Safia Husaini Tungar Tudu.
Publicatieblad Nr. 229 E van 26/09/2002 blz. 0042 - 0043
SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3648/01
van Guido Podestà (PPE-DE) aan de Commissie
(9 januari 2002)
Betreft: Positie van de vrouw in Nigeria het geval van Safia Husaini Tungar Tudu
Het geval van bovengenoemde Nigeriaanse vrouw van 30 jaar, die op twaalfjarige leeftijd is getrouwd en vier kinderen heeft van wie het laatste is verwekt ten gevolge van een verkrachting waarvoor zij tot steniging is veroordeeld, vormde de aanleiding tot veel verontrustende vragen over de positie van de vrouw in vele Afrikaanse landen, onder andere in Nigeria.
Volgens de shari'a begaat een gehuwde vrouw, ook als zij uit de echt gescheiden is, overspel wanneer zij gemeenschap heeft met een andere man, ook als het, zoals in onderhavig geval, om een verkrachting gaat.
De politieke en militaire machthebbers in een niet-democratisch bewind moeten een volledige controle uitoefenen niet alleen op het openbare leven, maar ook op het privéleven van hun onderdanen. Aangezien hieronder ook geboorten vallen, hebben vooral vrouwen te lijden onder strafmaatregelen die vaak onmenselijk zijn.
Op welke wijze denkt de Commissie de reeds bestaande programma's ter verbetering van de positie van de vrouw in dergelijke landen te intensiveren en doeltreffender te maken, en welke nieuwe acties wil zij ondernemen om een einde te maken aan praktijken die een schending vormen van de grondrechten?
Op welke wijze denkt de Commissie het democratiserings- en seculariseringsproces te bevorderen in landen als Nigeria waar ten gevolge van de interpretatie van de godsdienstige wetten (waarin overigens de ware zin van het geloof waarop zij gebaseerd zijn, wordt verdraaid) vooral de rechten van de vrouw in het gedrang komen?
Antwoord van de heer Nielson namens de Commissie
(6 februari 2002)
De Commissie is bezorgd over de toepassing van steeds strengere vonnissen die door bepaalde Sharia-rechtbanken in Nigeria worden uitgesproken en over hun gevolgen voor met name de rechten van de vrouw. De Commissie tracht op verschillende manieren bij te dragen tot het beëindigen van deze praktijken en tot het verlichten van hun gevolgen voor de vrouw.
De richtlijnen van de Unie voor het EU-beleid ten opzichte van derde landen met betrekking tot martelingen en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen(1), door de Raad Algemene Zaken op 9 april 2001 goedgekeurd, hebben betrekking op straffen zoals geseling en steniging waarnaar door het geachte Parlemenslid wordt verwezen.
De Unie heeft de toestand in Nigeria aan de orde gesteld op de 57e bijeenkomst van de Commissie Mensenrechten en heeft haar bezorgdheid uitgesproken over de vonnissen op basis van strafrecht van de Sharia dat door bepaalde staten in het noorden van Nigeria is ingevoerd.
Daarnaast heeft de Unie rechtstreeks contact opgenomen met de president van Nigeria om uiting te geven aan haar bezorgdheid over het feit dat de interpretatie van de religieuze wetten de rechten van de vrouw in Nigeria aantast.
Het Strategiedocument van de Gemeenschap voor steunverlening aan Nigeria wijst de bevordering van de mensenrechten en de civiele maatschappij als thema's aan en voorziet in financiële steun voor een stichting voor de mensenrechten om de kennis van en betrokkenheid bij mensenrechtenprojecten in Nigeria te kunnen vergroten.
De democratisering zal worden bevorderd door steun te verlenen voor de verkiezingen en de civiele maatschappij. Doel is de vrouwen meer invloed te geven met name door een betere toegang tot informatie over democratie en verkiezingen en door hen op de hoogte te brengen van hun rechten en verplichtingen in een democratische samenleving. Dit is een thema van het lopende project inzake deelname van de burger aan en de genderproblematiek in het verkiezingsproces.
De Commissie steunt mensenrechtenprojecten om de civiele maatschappij in Nigeria te versterken en de vrouw sterker bewust te maken van haar rechten. Ook andere projecten hebben een gendercomponent en leggen de nadruk op integratie van de vrouw.
In het kader van Hoofdstuk B7-7 van de Gemeenschapsbegroting (Europees Initiatief voor Democratie en Mensenrechten) zullen verder middelen beschikbaar worden gesteld voor de strijd tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandelingen in Nigeria en andere derde landen.
Daarnaast zal de Unie de regering van Nigeria blijven aanmoedigen om de doodstraf af te schaffen, de mensenrechten beter te respecteren en mannen en vrouwen meer bewust te maken van hun rechten.
(1) Doc. No 2342 of 9.4.2001.