Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0042/01 van Johannes Swoboda (PSE) aan de Commissie. Weigering door Zwitserse firma's onderdelen aan horlogemakers in de EU-lidstaten te leveren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0042/01 van Johannes Swoboda (PSE) aan de Commissie. Weigering door Zwitserse firma's onderdelen aan horlogemakers in de EU-lidstaten te leveren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0042/01

van Johannes Swoboda (PSE) aan de Commissie

(16 januari 2001)

Betreft: Weigering door Zwitserse firma's onderdelen aan horlogemakers in de EU-lidstaten te leveren

Vele horlogemakers die van hun klanten horloges ter reparatie krijgen aangeboden worden hierbij belemmerd door het feit dat Zwitserse horlogefabrikanten die, hoewel zij in de EU-lidstaten de algemene vertegenwoordiging bezitten, weigeren onderdelen te leveren, als de horlogemakers geen speciale overeenkomst met de fabrikanten hebben.

In hoeverre betekent dit gedrag ongeoorloofde discriminatie van sommige horlogemakers en kan de Commissie maatregelen treffen tegen een dergelijke procedure die de beroepsuitoefening verhindert?

Antwoord van de heer Patten namens de Commissie

(8 maart 2001)

Krachtens de generieke-vrijstellingsverordening, Verordening (EG) nr. 2790/1999 van de Commissie van 22 december 1999 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen(1), worden de in de vraag bedoelde selectieve distributiestelsels vrijgesteld van het verbod van artikel 81, lid 1, van het EG-Verdrag wanneer het marktaandeel van de fabrikant op de desbetreffende markt niet meer dan 30 % bedraagt. Onder dit plafond zijn de mogelijke negatieve gevolgen voor de mededinging gewoonlijk minimaal, of zijn er geen, en worden ze gecompenseerd door de verwachte positieve gevolgen die bijvoorbeeld voortvloeien uit een betere dienstverlening door goed opgeleid personeel. Boven dit plafond kan een individuele beoordeling noodzakelijk zijn om mogelijke mededingingverstorende gevolgen, dan wel verbetering van de efficiency, vast te stellen.

Om in aanmerking te komen voor generieke vrijstelling dient de selectieve- distributieovereenkomst bovendien te voldoen aan de artikelen 4 en 5 van de verordening. Het belangrijkste voorschrift (artikel 4, lid 2) met betrekking tot de door het geachte parlementslid gestelde vraag is dat de horlogefabrikant geen beperking mag opleggen op de verkoop van losse onderdelen aan onafhankelijke reparateurs indien deze losse onderdelen niet door de horlogefabrikant zelf worden geproduceerd. Anders gezegd, indien deze losse onderdelen door een andere onderneming worden geproduceerd, kunnen pogingen van de horlogefabrikant om die onderneming ertoe te verplichten alleen aan hem toe te leveren, leiden tot intrekking van de generieke vrijstelling.

(1) PB L 336 van 29.12.1999.