SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0087/01 van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie. Visserijakkoorden tussen Marokko enerzijds en Japan, Rusland, Korea en Noorwegen anderzijds.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0087/01

van Camilo Nogueira Román (Verts/ALE) aan de Commissie

(29 januari 2001)

Betreft: Visserijakkoorden tussen Marokko enerzijds en Japan, Rusland, Korea en Noorwegen anderzijds

Terwijl de communautaire vloot en meer bepaald die van Galicië, Andalusië en de Canarische Eilanden werkeloos in de havens ronddobbert omdat de visserijovereenkomst met Marokko niet hernieuwd is, blijkt dat land nieuwe akkoorden te hebben gesloten met Japan, Rusland, Korea en Noorwegen. Hoe interpreteert de Commissie dit feit, mede gelet op het argument van overbevissing dat Marokko aanvoert voor zijn weigering de komende jaren een nieuwe visserijovereenkomst te sluiten met de Europese Unie?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(28 februari 2001)

Voor zover de Commissie bekend, heeft Marokko slechts twee andere bilaterale visserijovereenkomsten gesloten.

De eerste overeenkomst is met Rusland gesloten en laat Russische schepen toe op pelagische vissoorten, zoals makreel, horstmakreel en sardines te vissen. Deze overeenkomst is op 30 november 1999 afgelopen en is niet hernieuwd.

De tweede overeenkomst is met Japan gesloten, op grond waarvan 15 beugschepen op blauwvintonijn mogen vissen in de drie maanden van het jaar waarin tonijn door de Marokkaanse wateren trekt. Deze overeenkomst loopt af in september 2001.

Bijgevolg doorkruisen deze twee overeenkomsten de vroegere noch de toekomstige belangen van de Gemeenschap en is momenteel alleen de overeenkomst met Japan van kracht.

Bovendien moet erop gewezen worden dat de bovenbedoelde schepen niet vissen op de gevoelige soorten waarvoor zich volgens Marokko instandhoudingsproblemen voordoen.