Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0148/01 van Florence Kuntz (UEN) aan de Commissie. Gevolgen van het gebruik van verarmduraniummunitie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0148/01 van Florence Kuntz (UEN) aan de Commissie. Gevolgen van het gebruik van verarmduraniummunitie.

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0148/01

van Florence Kuntz (UEN) aan de Commissie

(23 januari 2001)

Betreft: Gevolgen van het gebruik van verarmduraniummunitie

Bij monde van hun federatie uiten verontruste Franse militairen voor zichzelf en voor hun Europese collega's de wens dat de medische pathologie van het Golfsyndroom en het Balkansyndroom zou worden vastgesteld.

Kan de Commissie ons, met name gezien de uiteenlopende standpunten die de medici in de verschillende lidstaten innemen, zo spoedig mogelijk in kennis stellen van haar bedenkingen en haar standpunt met betrekking tot de mogelijke of bewezen gevolgen van het gebruik van verarmduraniummunitie voor de gezondheid (Balkansyndroom), waardoor militairen uit Frankrijk en uit andere landen van de Europese Unie na hun verblijf in de Federale Republiek Joegoslavië worden getroffen?

Kan de Commissie op korte termijn nauwkeurig vaststellen hoeveel Europese militairen en Joegoslavische burgers in welke delen van de Federale Republiek Joegoslavië aan dergelijke munitie zijn blootgesteld?

Kan de Commissie meedelen welke prioritaire gezondheidsmaatregelen zij met spoed aan de lidstaten wil voorstellen indien een rechtstreeks verband tussen het gebruik van dit soort munitie en de symptomen van het Balkansyndroom en het Golfsyndroom wordt aangetoond?

Gecombineerd Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-0038/01, E-0062/01, E-0063/01 en P-0148/01

(15 maart 2001)

De Commissie heeft de groep wetenschappelijke deskundigen, opgericht bij artikel 31 van het Euratom-Verdrag, verzocht om een advies over de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van blootstelling aan ioniserende straling van verarmd uranium. Zij heeft ook een rondetafelbespreking tot stand gebracht tussen internationale organisaties die programma's op dit gebied hebben opgezet.

De lidstaten en de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) zijn verantwoordelijk voor soldaten die onder dienst waren in de Balkan. Het is ook de verantwoordelijkheid van de lidstaten om maatregelen te nemen voor de bescherming van de mensen die het gebied bezoeken. De Commissie zal alle ter zake doende informatie die zij ontvangt van internationale organisaties en het advies van de groep wetenschappelijke deskundigen, opgericht bij artikel 31 van het Euratom-Verdrag, doorgeven om de lidstaten te helpen bij het nemen van passende maatregelen. De Commissie zelf zal rekening houden met het wetenschappelijk advies bij het aanbieden van medische nazorg aan haar ambtenaren en contractanten die naar het gebied zijn gezonden.

De informatie die op dit ogenblik beschikbaar is bevat geen enkele aanwijzing dat levensmiddelen besmet zijn met verarmd uranium.

De Commissie volgt de ontwikkelingen met betrekking tot het mogelijke verband tussen gevallen van slechte gezondheid onder diegenen die op missie waren in de Balkan en het gebruik van verarmd uranium in raketten die afgevuurd zijn op doelwitten in het gebied. Een van de voornaamste bronnen van informatie is het Milieuprogramma van de Verenigde Naties (UNEP), dat een bemonsteringscampagne heeft uitgevoerd in het gebied en waarvan de resultaten beschikbaar zijn in maart 2001.