Home

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0192/01 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Wisselkantoren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0192/01 van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie. Wisselkantoren.

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0192/01

van Chris Davies (ELDR) aan de Commissie

(1 februari 2001)

Betreft: Wisselkantoren

Bestaat of komt er EU-wetgeving om toeristen te beschermen tegen oplichting door wisselkantoren die misleidende informatie verstrekken omtrent de koersen van munteenheden en die buitensporige commissies berekenen, of wordt een dergelijke maatregel ter bescherming van de consument puur als een nationale aangelegenheid beschouwd?

Antwoord van de heer Bolkestein namens de Commissie

(27 maart 2001)

De communautaire wetgeving inzake de euro bevat regels voor het wisselen van biljetten van de lidstaten van de eurozone. Deze wetgeving houdt de verplichting in de officiële omrekeningskoers te hanteren; de kosten worden dus apart vermeld(1). Deze wetgeving komt te vervallen wanneer de nationale valuta's de status van wettig betaalmiddel verliezen, uiterlijk op 28 februari 2002.

Voor het wisselen van biljetten van andere valuta's bestaat geen specifieke communautaire wetgeving. De algemene wetgeving inzake misleidende reclame, te weten Richtlijn 84/450/EEG van de Raad van 10 september 1984 betreffende het nader tot elkaar brengen van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake misleidende reclame(2), kan niettemin in bepaalde gevallen worden gebruikt.

Het is van belang dat de consument duidelijk wordt geïnformeerd over de kosten van de transacties om vergelijkingen te kunnen maken en het wisselkantoor te kiezen dat de geringste commissie berekent. Bepaalde lidstaten hebben wetgeving van deze strekking ingevoerd. De Commissie acht het niet nodig dit soort wetgeving op communautaire basis te harmoniseren.

De Commissie wijst erop dat het gebruik van geldautomaten dikwijls een goedkoper alternatief is om zich biljetten in de plaatselijke valuta te verschaffen.

(1) Zie het antwoord op schriftelijke vraag P-0052/99 van de heer Tamino PB C 325 van 12.11.1999.

(2) PB L 250 van 19.9.1984.